DAGBOEK 21 september 2002

Weer aan een dagboek beginnen, na zeker een jaar niet geschreven te hebben.
En niet zomaar. Ik bedoel, beginnen omdat Justin is overleden. Dood.
En dat gebeurde wél zomaar.

Het is nog steeds onbegrijpelijk.
En volslagen zinloos.
'Uw kind was wel erg ziek hoor.' Maar dat bedacht de dokter pas achteraf.
Achteraf, wat een rotwoord! Je kunt helemaal niets meer doen.
Het was TE LAAT.
'Verwonderlijk dat u het niet gezien heeft.'
Verwonderlijk?
V-E-R-S-C-H-R-I-K-K-E-LIJK

Waarom gingen er geen alarmbellen rinkelen?
Wat is hier de bedoeling van?

'Een antwoord op het waarom zult u nooit vinden,' zeggen de boeken.
'U moet het een plekje geven, en dat kost tijd, veel tijd.'


Er zijn slechte dagen en minder slechte dagen.
Gisteren was een betere dag. Veel afleiding, vriendjes van Elio op bezoek.
Dan is het draaglijk. Los van die loodzware baksteen in je buik, voel je dan af en toe niets en kunt soms zelfs lachen. Niet uitbundig, weinig meer dan een klinkende glimlach, maar toch.
De wetenschap dat je nooit meer dezelfde zult zijn, nooit meer hetzelfde leven zult leiden, nooit meer Justin op schoot kunt nemen, nooit meer Elio en Justin samen op het strand zult zien spelen, is pijnlijk en tegelijkertijd onvoorstelbaar.
Ik heb er geen beeld bij.
De toekomst is één grote duisternis, zonder één enkele zekerheid.
Natuurlijk zijn er eigenlijk nooit zekerheden geweest. Maar je dacht dat je ze had. Je creëerde ze, duwde onzekerheden weg en vertrouwde er in ieder geval ten volste op dat je kinderen er waren én bleven. Geen twijfel mogelijk. Er was in ieder geval één doel en dat was het groot brengen van twee kinderen tot zelfstandige, sociale en bij voorkeur gelukkige mensen. En daar omheen ontstond een manier van leven.
Rats! Weg basis.

Godzijdank is Elio er nog.
Maar voor een kind alleen ziet het gezinsleven er verdomd anders uit.

2 opmerkingen: