DAGBOEK 28 december 2002

De kerstdagen zijn voorbij. Ik zag er niet zo tegenop als tegen sinterklaas. Het zijn immers maar twee dagen. Het versieren van de boom, het gezellig maken in huis, de zee van lichtjes en kaarsen hebben me eigenlijk wel goed gedaan. Het is erg knus binnen. En ik vind het gewoon prettig om met versieren bezig te zijn.

Beide kerstochtenden hebben we heerlijk in pyjama beneden gezeten. Met kerstbrood en feelgoodmovies. Elio heeft een nieuwe blauwe badjas gekregen. Hij lag, stemmig ingepakt, onder de boom. Ik zei dat het cadeau geen speelgoed bevatte. 'O, zeker een rottrui.' Maar toen bleek dat de badjas op de jas van Harry Potter leek, klonk er een welgemeend 'vet cool' uit zijn mond.

Een film kijken gaat goed met z'n drietjes. Makkelijker dan met z'n vieren. Justin zou te jong zijn voor de films die we gekeken hebben. Hij zou onrustig worden en aandacht vragen. Terwijl Elio eindeloos lang tv kan kijken. Dit soort constateringen vind ik enorm pijnlijk. Alsof het 'prettig' is dat hij er niet meer is. Ze flitsen af en toe door mijn hoofd. Geen plezierig samenspelen meer, maar ook geen conflicten. Geen luidruchtige, ellenlange uitkleedsessies meer, maar snel klaar met het naar bed brengen. Geen gebroken nachten, geen uitpuilende wasmand, geen te zwaar beladen fiets, geen ruzie om het laatste ijsje. Meer tijd voor mezelf. Ik schaam me diep diep diep dat ik deze verschillen überhaupt constateer.

DAGBOEK 27 december 2002

Eerste kerstdag arriveerden we tegen het middaguur in Hoek van Holland voor het familiekerstdiner.We hebben de tijd gevuld met eten, drinken, cadeautjes uitpakken en kletsen. Kletsen over het weer, de maaltijd en de kerstdrukte, maar niet over Justin. Het 'onderwerp' Justin is niet aan de orde geweest. Hoe is het toch mogelijk dat er over zoiets ingrijpends volstrekt niet gesproken wordt? Of is het daar juist te ingrijpend voor? Het ergste is misschien wel dat ook ik hem niet genoemd heb. Ik heb me laten overweldigen door een sfeer waarin geen ruimte voor Justin was, of in ieder geval niet voor de dode Justin. En als ik er al niet over kan beginnen, wie dan wel?

DAGBOEK 24 december 2002

Ik heb een tijdje getwijfeld of ik nog een derde kind wilde. Ik liet me flink beïnvloeden door mijn omgeving: het leek alsof iedereen drie, vier, vijf kinderen had. En alle moeders zagen er even stralend en energiek uit. Dat moest vast heel gezellig zijn! En twee kinderen was zo weinig, zo magertjes. Terwijl ik uit een gezin van twee kom en nooit ook maar een seconde gefantaseerd had over het hebben van een schare nakomelingen!

Ongeveer een jaar voor het overlijden van Justin hebben Peter en ik de knoop doorgehakt. Er zou geen derde kind meer komen. Waarom wel? We hadden twee gezonde kinderen en onze handen vol aan het leven dat we leidden. Als we nou gewoon eens tevreden waren met wat we hadden! Voor mij was het een regelrechte opluchting. Het besluit was genomen en voelde bijzonder goed. Ik hoefde niet meer te piekeren, kon weer in het nu leven en genieten van mijn mannetjes.

En toen ging Justin dood.

Twee maanden geleden ben ik gestopt met de pil. Peter begon erover. Hij opperde dat het nog zou kunnen, dat ik nog zwanger zou kunnen worden. Ik vond in eerste instantie van niet. We hadden dat hoofdstuk gesloten, de beslissing was genomen en het was de juiste beslissing geweest. 'Ja maar,'  zei Peter,  'we zitten nu in een volstrekt andere situatie.' En dat is waar. Maar ik had er geen goed gevoel bij. Hoe kan een nieuw leven beginnen in een lichaam vol verdriet?

Voor Elio doen we het. We willen hem zo graag nog een broer of zus geven. Iemand die uit dezelfde ouders komt, die getuige is van zijn jeugd. Iemand die zijn ouders kent op dezelfde manier als hij, namelijk als 'kind van'.

DAGBOEK 22 december 2002

Gisteren waren er achttien vrienden bij ons thuis die ons letterlijk en figuurlijk overeind gehouden hebben in de periode na het overlijden van Justin. We hadden hen uitgenodigd. Mam had negen lichtschalen van keramiek gemaakt. Ze wilde elk stel een lichtschaal geven als dank voor hun steun. Een groot deel van de dag zijn we bezig geweest met het op orde brengen van het huis. Ruimte creëren en het gezellig maken met heel veel kaarsen. We waren een beetje zenuwachtig en werden steeds verdrietiger naarmate de dag vorderde. Het waarom van onze activiteiten liet zich niet wegstoppen.

Iedereen arriveerde op het afgesproken tijdstip. De zelfgemaakte glühwein pruttelde in de keuken en verspreidde een aangename geur. Op de zwarte granieten tafel stonden de lichtschalen te pronken. Natuurlijk met brandende waxinelichtjes erin. Mam nam het woord en vertelde waarom ze de schalen gemaakt had. Ik schoot in de huil en met mij een aantal anderen. Elk stel mocht een schaal uitkiezen. Dit bleek niet gemakkelijk, iedereen stelde zich zeer bescheiden op. Totdat iemand zijn voorkeur uitsprak en als het ware het startsein gaf om tot een keuze te komen. De spanning was meteen weg, er ontstond een losse, bijna vrolijke sfeer. Ik denk dat pas na een vol uur van wikken, wegen en 'onderhandelen' de keuzes definitief waren.

De sfeer bleef de rest van de avond ontspannen. Iedereen praatte met elkaar en liet de emoties de vrije loop. Ik heb amper iemand gesproken. Dat geeft niet, daar ging het niet om. Het is fijn om te weten dat er nu bij iedereen thuis een lichtschaal staat.

Maar Justin krijg je er niet mee terug.

INTERVIEW met de vader van Joep THEMA : schuldgevoel

Nee, ik voel me niet schuldig over de dood van Joep. Ik wist niet dat ik een defect gen heb. Niemand wist het. Stel we hadden voor nog een kindje gekozen, mét de wetenschap van het gen en een kans van vijftig procent dat het kind het ook kan krijgen, dan zou ik me misschien wel schuldig voelen.


Fragment uit het interview met de vader van Joep, gehouden op 21 maart 2006.
Joep kreeg een hersenvliesontsteking toen hij 9 weken oud was en is de rest van zijn korte leven ziek geweest. Hij bleek een zeer zeldzame afweerstoornis te hebben. In 2004, drie weken nadat de artsen hem hadden opgegeven, is hij na een zware doodstrijd overleden. Joep was toen bijna drie.

INTERVIEW met de moeder van Floris THEMA : schuldgevoel

Ik voel me schuldig over de dood van Floris omdat ik er niet op tijd bij ben geweest, omdat ik die avond niet eerder ben gaan kijken. Schuldgevoel is iets waar ik echt heel weinig over na moet denken. Het is het onderdeel dat ik het allermoeilijkst vind van zijn overlijden. Ik stop het weg en spreek het vooral nooit uit. Als ik weer eens denk: het is mijn schuld, het is mijn schuld, dan denk ik aan de woorden van die man uit Londen: 'It was written in the stars.' Dat helpt.


Fragment uit het interview met de moeder van Floris, gehouden op 6 februari 2006.
Floris is op een dag in augustus 2003 een beetje lodderig. Als de vader van Floris 's avonds - voordat hij naar bed gaat - nog even bij de kinderen gaat kijken, treft hij Floris levenloos aan. Anderhalf uur reanimeren mag niet baten. Floris is ruim twee jaar oud geworden. Hij heeft een tweelingzusje.

DAGBOEK 15 december 2002

Ik heb vannacht van Justin gedroomd. Voor het eerst sinds zijn overlijden. Waar ik precies was weet ik niet. Er waren veel mensen en we waren iets aan het doen. Ineens zat Justin op m'n schoot. Ik kon hem goed voelen. Ik zei: 'Wat fijn dat je er bent, nu kan ik je stem weer horen!' Ik was me heel erg bewust van het feit dat hij er was. Ik voelde hem. Hij kletste honderduit. Ik was niet verdrietig of sentimenteel. Alsof ik accepteerde dat het tijdelijk zou zijn. Het was weer even als vroeger.

DAGBOEK 14 december 2002

Op een van de vijf dagen dat Justin thuis opgebaard lag, zaten we 's avonds naast zijn bed. Hij lag op een koelapparaat dat ontworpen is om volwassen lichamen koel te houden. De capaciteit was veel te groot voor zijn kleine lijfje en de sterkte kon niet aangepast worden. Justin voelde intens koud aan. Er vormde zich heel langzaam een laagje ijs om zijn benen en handen. Aan de zijkanten van zijn lichaam zaten ondertussen flinke dikke brokken. We braken voorzichtig kleine stukjes af. Ik merkte op dat Justin een ijsklontje aan het worden was. Elio vond dat wel een mooi idee, zijn broertje als ijsklontje.

DAGBOEK 12 december 2002

Het helpt om samen naar de psycholoog te gaan. Om de week, anderhalf uur. Vanmiddag zijn we weer geweest. Ze analyseert, verduidelijkt, dwingt tot luisteren en formuleren. Ik moet altijd huilen. Soms meteen na binnenkomst, zoals vandaag, soms later in het gesprek. Peter huilt minder vaak. Het is te veel om te beschrijven waar we het allemaal over hebben. De thema's zijn: emoties, de relatie en het uiten van gevoelens. Mijn angsten en paniekaanvallen zijn ook nog aan bod gekomen. De psycholoog raadde me een speciale therapie aan. Ze had het over een traumatische ervaring.

DAGBOEK 10 december 2002

De dagen vallen me zwaar. En nog steeds is het niet het gemis dat het meeste pijn doet, maar het overlijden, de gebeurtenis, de uren vooraf. De beelden dringen zich op, zorgen voor een intens verdrietig gevoel, angst en paniek. Het verbaast me en het overvalt me. Zo heftig. Eigenlijk heftiger dan toen het gebeurde, en dan toen het net gebeurd was.

Het lijkt of Peter niet goed weet wat hij met me aan moet. Hij neemt steeds meer afstand. Net als ik. Ik voel me alleen.

INTERVIEW met de vader van Bartje THEMA : schuldgevoel

Ik denk nog steeds: had ik maar dit en had ik maar dat. Hoe ik er ook naar kijk, rationeel of emotioneel, die gedachte is er altijd. Het is moeilijk om mezelf volledig de schuld te geven als je kijkt naar wat er precies gebeurd is. Maar emotioneel, als ouder, snijdt het, hoe je het ook wendt of keert. Ik ben emotioneel schuldig, rationeel misschien niet, maar het emotionele weegt veel zwaarder. Dat is een steen om je nek.
Ik kan er wel mee leven, maar het is geen makkelijk gevoel waaraan ik me kan onttrekken. Het is niet helemaal achter de rug.

Ik had eigenlijk niet de moed om alles in een keer te verwerken. Ik heb me op m'n werk gestort om te ontsnappen aan die beklemmende gevoelens, om te overleven. Er speelde nog een ander element, het woede-element: Bartje heeft ook enorm geleden. Dat moest je als ouder passief ondergaan. Je deed wel alles wat je kon om het te verlichten, maar aan het eind is hij nog een keer gestikt. Daar had ik nog de meeste moeite mee, ik zag het als een nalatigheid van de mensen die hem verzorgden. Hij werd 's avonds niet goed bewaakt, hij zat in zo'n stoel. Ik maakte me zorgen over hoe vaak hij gecontroleerd werd. Daar zit ook een schuldgevoel. Het is een soort laag op laag. Ik heb de arrogantie om te denken dat als we Bartje zelf hadden verzorgd, het nooit gebeurd zou zijn. Ik weet niet of het terecht is om dat te zeggen.

Ik heb er denk ik meer moeite mee gehad dan mijn vrouw. Het was in mijn ogen iets heel onrechtvaardigs, het had nooit mogen gebeuren dat een kind voor de tweede keer stikt. Dat was voor mij een mokerslag. Daar komt ook bij dat ik als kind zelf een keer bijna verdronken ben. Stikken is voor mij iets heel emotioneels. Daar zit heel veel lading op. Ik bleef op dat stuk hangen, was bijna van plan om ze voor het gerecht te slepen. Mijn vrouw had dat niet, die zei: 'Het is nu eenmaal gebeurd.'

We hebben hardop tegen elkaar moeten zeggen dat we elkaar vergaven. Dat was belangrijk in het proces, dat je dat niet alleen dacht of opschreef, maar ook daadwerkelijk hardop zei. Op het moment dat je elkaar vergeeft kun je wel weer op een werkzame manier met elkaar verder. Maar het schuldgevoel blijft, of ze nu wel of niet zegt dat ze me vergeeft. Het moment na het gebeuren, waarop mijn vrouw mij het verdrinken van Bartje verweet, staat als een soort monument in mijn beleving en gedachten. Dat kun je niet zomaar weghakken.

Er zijn twee elementen: het schuldgevoel en het onrecht. Waarom gebeurt dit, waarom heeft dit plaats kunnen vinden? Het schuldgevoel heeft onze relatie beïnvloed. Het onrecht heeft mijn gevoelens ten aanzien van religie, levenshouding beïnvloed. Er kwam een soort woede in mij op.
Schuldgevoel heeft ook met betrokkenheid, met liefde te maken. Net als bij het rouwproces. Rouw is een bewijs van liefde naar de ander toe.

Als er geen schuldvraag was geweest hadden we misschien minder relatieproblemen gehad, elkaar minder verwijten gemaakt. Voor de relatie is het belangrijk hoe je met dat schuldgevoel omgaat, of je dat zo kunt verwerken dat je weer verder kunt.

Het schuldgevoel is een soort zachte pijn geworden. Ik denk niet dat het ooit verdwijnt. Als ik onder zware druk sta speelt het altijd een rol, dan plopt het weer naar boven.


Fragment uit het interview met de vader van Bartje, gehouden op 15 oktober 2006.
Bartje is bijna verdronken toen hij zestien maanden oud was en daardoor meervoudig gehandicapt geraakt. In 1990 is hij tamelijk onverwacht overleden aan de gevolgen van epilepsie. Hij was toen bijna zeven jaar oud.

DAGBOEK 8 december 2002

Ik ben weer veel bezig met de uren vóór zijn dood. Dat is echt een vreselijke ervaring geweest. Er schieten steeds allemaal beelden door mijn hoofd. Elk beeld steekt als een mes in mijn hart, gaat gepaard met een pijn, zo intens, dat heb ik nog nooit gevoeld. Het beeld van Peter die 's ochtends gewoon achter de pc zit om een virus te verwijderen terwijl Justin een etage lager doodziek in bed ligt. Het beeld van mij, zittend in het zonnetje bij het zwembad. Elio is aan het leszwemmen, ik zit bij te komen met een kop koffie van de zware nacht waarin ik nauwelijks geslapen heb. Het beeld van Elio en mij beneden in de kamer, memory spelend, terwijl Justin boven stervende is, maar dat wisten wij niet. Het beeld, dat ik zelf gecreëerd heb, want ik was er niet bij, van het reanimeren van Justin, zijn laatste minuten. Het beeld van hem 's nachts, als hij slap aanvoelt en bijna door z'n benen zakt. Het beeld van het wachten in de wachtkamer bij de dokter terwijl Justin bleek en in elkaar gedoken in de buggy zit. Het beeld van de kinderarts die met twee verpleegkundigen het kleine kamertje binnenkomt, waar ik al een kwartier alleen zit te wachten, en hoofdschuddend meedeelt: 'Justin is dood.'

DAGBOEK 7 december 2002

Na zulke intensieve dagen, gecombineerd met een enorme moeheid, knapt er iets.
Vandaag was ik plotseling in tranen aan de telefoon. Nota bene met een wildvreemde mevrouw. Ze had een klacht over een artikel van mij dat volgens haar totaal niet klopte. Ik had het vlak voor Justins overlijden geschreven en het was geplaatst zonder overleg, zonder door iemand gecontroleerd te zijn. Ik zei dat 't echt niet de bedoeling was geweest en ik wel een rectificatie zou schrijven. En toen barstte ik in huilen uit, stamelde plompverloren dat ik me niet zo goed voelde omdat mijn zoontje plotseling is overleden. Ze bond onmiddellijk in.

Ook tijdens zangles kon ik mijn tranen niet bedwingen. Muziek raakt zo diep en onverwacht. Gelukkig was mam in Leiden en kon me even opvangen. Ik ben zo ontzettend kwetsbaar.

INTERVIEW met de moeder van Johnny THEMA : schuldgevoel

Ik voel me nog steeds schuldig over de dood van Johnny. Ik heb gefaald. Ik heb niet goed op hem gelet. Als een kind verdrinkt dan heb je niet goed op hem gepast. 'Je had het zeker te druk met andere dingen' werd er gezegd. De buitenwereld is cru. Als ik nu een berichtje lees over een kind dat verdronken is, denk ik meteen: wie heeft de schuld? Maar je moet niet oordelen als je er niet bij was.

Ik kruip in m'n schulp. Ik kan er ook met niemand over praten. Het schuldgevoel verwatert, maar gaat niet meer weg. De angst dat er iets met de kleinkinderen gebeurt is er altijd. Als hun ouders er weer zijn gaat de druk wel een beetje bij me weg. Dan denk ik: o ja, jullie hebben de verantwoording. Die verantwoordelijkheid vind ik best zwaar. Ondanks dat ik ontzettend graag op ze pas, ik vind het enig als ze komen! Maar dat hoor ik van alle grootouders.


Fragment uit het interview met de moeder van Johnny, gehouden op 23 maart 2006.
In de zomer van 1963 speelde Johnny buiten, op een plek waar hij niet mocht komen met twee meisjes waar hij zelden mee speelde. Hij wilde een stok uit een sloot halen, viel in het water en kon er niet meer uitkomen. Hij is ter plekke overleden. Johnny was vierenhalf jaar oud.

INTERVIEW met de moeder van Jip THEMA : schuldgevoel

Ik denk dat alles in het leven vaststaat en alles voorbestemd is. Bij de geboorte staat al vast hoe je leven gaat verlopen en wanneer je zult sterven. Het lijkt of het allemaal eigen keuzes zijn die we maken, maar dat is niet zo. Anders kan het leven nooit lopen zoals het moet lopen.

Omdat alles vaststaat had ik er ook niets aan kunnen doen om het te voorkomen. Ik kan er niets aan doen, niemand kan er iets aan doen. Jip had een keelontsteking en dat was het, er was niets achter te zoeken. Ik kan me ook geen schuld aanpraten. Ik heb geen schuldgevoel. Ik voel me totaal niet verantwoordelijk voor zijn dood. We hebben alles gedaan wat we konden en we konden het niet voorkomen. Zelfs als hij in het ziekenhuis had gelegen op dat moment, zou hij ook zijn overleden. Er was niets aan te doen, het was niet te voorzien. Dat hebben de artsen ook gezegd.


Fragment uit het interview met de moeder van Jip, gehouden op 5 november 2006.
Op tweede paasdag 2005 voelt Jip zich niet lekker en moet overgeven. Een paar dagen later constateert de huisarts een keelontsteking en schrijft antibiotica voor. Jip knapt wat op tot hij op de fatale zaterdag z'n medicijn uitspuugt, overgeeft en 's nachts komt te overlijden. Jip was toen ruim vierenhalf jaar oud.

DAGBOEK 6 december 2002

Het is ineens weer zo ontzettend moeilijk om de draad op te pakken. Ik ben zo moe. En dat maakt me nog gevoeliger. Ik denk dat ik deze sinterklaasweken op m'n tenen gelopen heb wat betreft het onderdrukken van de pijn. Ik heb me groot gehouden voor Elio om het voor hem zo veel mogelijk een feest te laten zijn. En nu dat niet meer hoeft, breekt het vedriet door de façades. Het is echt verdriet. Niet eens zozeer het missen van Justin, maar verdriet om het vreselijke dat gebeurd is. Dat ik heb laten gebeuren.

INTERVIEW met de moeder van Nini THEMA : schuldgevoel

Ik voel me schuldig in die zin dat ik soms denk dat ik had moeten waarschuwen na de geboorte van Nini, toen de artsen lang bezig waren met reanimeren, toen ik het gevoel had dat het niet goed was. Maar er kan altijd iets gebeuren met je kind. Je kunt niet alles in de hand hebben. Zo voel ik ook het krijgen van kinderen en het opvoeden. Je doet het naar beste weten. Dat geldt voor je relatie net zo goed: je probeert de mensen waar je om geeft te begeleiden, op te vangen. Je hoeft alleen maar een geboorte mee te maken om te weten dat je mee moet gaan op de golven, anders kan het niet. Je kunt je wel verzetten maar het helpt je geen donder.

Op het moment dat je kind geboren wordt - gezond of niet gezond - heb je die verantwoordelijkheid. En je hebt ook altijd het idee dat je verantwoordelijk bent voor de loop van het leven van je kind, het geluk, de gezondheid. Dus ja, verantwoordelijkheid voel ik wel. Maar niet voor haar dood.


Fragment uit het interview met de moeder van Nini, gehouden op 30 januari 2006.
Nini is door zuurstoftekort tijdens de geboorte ernstig gehandicapt geraakt.
Ze is in 1982 overleden toen ze bijna zes jaar oud was.

DAGBOEK 5 december 2002

Vlak voordat we sinterklaas gingen vieren zijn we nog even naar het grafje geweest. Dat moest. Het is een soort 'erbij zijn'. We kunnen niet 'vieren' zonder aandacht aan Justin geschonken te hebben in de vorm van het aansteken van een kaars en het neerzetten van verse bloemen.

Voor het eerst troffen we een moeder bij een ander kindergrafje. Er was geen tijd en gelegenheid om een paar woorden met elkaar te wisselen. Wat is haar verhaal?

INTERVIEW met de moeder van Bob THEMA : schuldgevoel

Ze hebben mij gewoon laten bevallen van Bob, misschien was een keizersnee beter geweest voor z'n longen. Maar het feit blijft dat z'n hart heel slecht was. Ik heb geen had-ik-maar-gevoel, geen schuldgevoel. Ik heb een echo laten maken, daardoor was ik een beetje voorbereid. In het ziekenhuis stond alles klaar, we hebben er alles aan gedaan om het zo 'rustig' mogelijk te laten verlopen. Voor iedereen.


Fragment uit het interview met de moeder van Bob, gehouden op 14 november 2005.
In mei 2003 is er met 25 weken zwangerschap een pretecho gemaakt. Daaruit bleek dat Bob een 'duidelijk gecompliceerde hartafwijking' had. Na de (normale) bevalling bleek er veel meer aan de hand te zijn. Bob heeft drie uur geleefd.

DAGBOEK 4 december 2002

Peter is vandaag jarig. Hij had het vanochtendvroeg al te kwaad. Er is maar één cadeau dat je wilt hebben.

Hij heeft een halve dag gewerkt. Zijn collega's waren z'n verjaardag vergeten en boden daarvoor geen verontschuldigingen aan. Met een rotgevoel kwam hij thuis.

Ik ben al dagen labiel en huilerig. Toen ik door de stad liep, op zoek naar cadeautjes, voelde ik me zo rot. Hoe meer materie, hoe meer je beseft dat het daar dus helemaal niet om gaat. De drie paar spotgoedkope laarzen die ik gekocht heb gaven me niet het ouderwetse kickgevoel. Integendeel. Ik voelde me leeg en chagrijnig.

INTERVIEW met de moeder van Jasmijn THEMA : schuldgevoel

In het begin voelde ik me heel erg schuldig over de dood van Jasmijn. Toen de arts ons huis net verlaten had, dacht ik dat ik een klein vlekje zag. Later heb ik me vaak afgevraagd of dat het eerste vlekje is geweest. De artsen spreken dit tegen omdat ze dan in no-time onder had moeten zitten.

Jasmijn was nooit ziek en nu was ze écht ziek. Had ik dat meer serieus moeten nemen? Terwijl ik de huisarts gebeld heb! Vooral het eerste jaar heb ik daar veel last van gehad, toen vond ik het ondraaglijk. Ik dacht steeds: het is mijn schuld, ik heb iets over het hoofd gezien. Ik werd daar helemaal gek van. We hebben gesproken met artsen uit het ziekenhuis en die zeiden: 'Wat jij hebt meegemaakt is net zoiets als wanneer een kind van het balkon valt. Dan zeg je toch ook niet tegen de ouders dat ze snel naar beneden hadden moeten rennen om het kind op te vangen? Die dingen gebeuren een keer in de zoveel tijd. En dat is bij deze ziekte ook zo.'

Heel langzaam heb ik me daarbij neergelegd. Mijn man had daar helemaal geen last van, ik denk dat dat iets van moeders is. Vrouwen hebben altijd en overal schuldgevoelens, dat zit in de genen gebakken. Vooral wat betreft hun kinderen, daar wil je gewoon alles voor doen. Ik vond het al erg als ze op haar knie viel, dan wilde ik de pijn van haar overnemen. Hoe moet je nou omgaan met het feit dat je je kind stervend in bed aantreft? Dat vraag ik me af als moeder. Het is gewoon ondraaglijk. En ik kon niets, helemaal niets doen.


Fragment uit het interview met de moeder van Jasmijn, gehouden op 2 november 2006.
Jasmijn voelde zich op eerste paasdag 2003 niet zo lekker en klaagde over pijn in haar nek.
Twintig uur later is ze overleden aan Meningokokken B sepsis. Ze was ruim vierenhalf jaar oud.

DAGBOEK 2 december 2002

Vanochtend hebben we Sinterklaas bezocht bij ons in de buurt, samen met de buren. Iedereen hield een kind bij de hand. Behalve ik.

Elio zet bijna elke dag zijn schoen. Hij maakt tekeningen, legt wortels, brood en een bak water klaar voor het paard. Met z'n drieën zingen we liedjes uit het boekje van de bieb. 's Ochtends gaan we gezamenlijk in badjas naar beneden. Iedere keer is hij weer even blij met z'n cadeautje, hoe klein het ook is. 'Dankjewel Sinterklaas!' roept hij steevast. We hebben geprobeerd om te minderen. Maar hij is er zo vol van. En hoe lang zal hij nog zo intens geloven? Eén, twee jaar hooguit, dan is het voorbij. Geen Justin meer die nog wel zou geloven. Geen gelegenheid voor Elio om het geheim te kennen, toe te treden tot de club der wetenden en het spel mee te spelen voor zijn kleine broertje.

Het is een zware, emotionele periode.
Maar wat straks, als het allemaal voorbij is? Als alle feestdagen weer voorbij zijn?
Zal het dan minder zwaar zijn?

Niet aan denken. Nu aan Justin denken. Maar niet aan zijn lichaam, want dat ligt daar in de kou. Misschien gaat het wel vriezen vannacht. Waarom hebben we geen dekentje in zijn kist gelegd?

Denken aan Justin zoals hij was toen hij nog leefde.
Ik hoop dat ik ooit afscheid van hem kan nemen. Dat is me nu, toen, hier op aarde niet gegeven. Ik was niet bij hem. Ik heb hem in de steek gelaten, alleen gelaten. Hoe kan ik dat ooit goedmaken?

Hier en nu, ik moet me concentreren op het hier en nu.

INTERVIEW met de vader van Luuk THEMA : schuldgevoel

Ik vind dat ik een aandeel heb gehad in Luuks dood. Ik ben een schakel geweest. Ik heb een moment getwijfeld of ik wel moest gaan werken. Als ik die dag had gedacht: ach, wat ik af moet maken kan ook wel even wachten, dan was in ieder geval die noodlottige situatie er niet geweest.

Als ik me er echt schuldig over zou voelen, zou ik er een eind aan maken. Daar kan ik niet mee omgaan. In die mate voel ik me niet schuldig. Volgens mij is een dodelijk ongeval een optelsom van een aantal dingen die zijn misgegaan. Het is bijna nooit één ding, er is nooit maar één oorzaak. Daarom zeg ik ook dat ik er een schakel in ben, zoals mijn vrouw vindt dat ze dat is, en net zoals de oppasmoeder dat is, enzovoort. Het knaagt wel, maar het verlamt me niet, omdat het leven van Luuk achter ons is en het leven van mijn vrouw en vooral dat van onze dochter voor ons ligt.

Ik heb mezelf voorgenomen om nooit meer dingen te doen die tegen mijn twijfel ingaan. Als ik maar even een randje voel van: dit is niet prettig, dan geef ik daar gehoor aan. Dat is lastig. Ik moet heel goed bij mezelf te rade gaan of zo'n gevoel terecht is, of het niet gewoon met loslaten te maken heeft.


Fragment uit het interview met de vader van Luuk, gehouden op 20 oktober 2006.
Luuk is in 2004 verongelukt tijdens een speelochtendje bij een vriendinnetje. De kinderen zagen kans op een onveilig balkon op de derde verdieping te komen. Luuk is naar beneden gevallen en de volgende ochtend in het ziekenhuis overleden. Hij was toen ruim vijfenhalf jaar oud.