DAGBOEK 24 december 2002

Ik heb een tijdje getwijfeld of ik nog een derde kind wilde. Ik liet me flink beïnvloeden door mijn omgeving: het leek alsof iedereen drie, vier, vijf kinderen had. En alle moeders zagen er even stralend en energiek uit. Dat moest vast heel gezellig zijn! En twee kinderen was zo weinig, zo magertjes. Terwijl ik uit een gezin van twee kom en nooit ook maar een seconde gefantaseerd had over het hebben van een schare nakomelingen!

Ongeveer een jaar voor het overlijden van Justin hebben Peter en ik de knoop doorgehakt. Er zou geen derde kind meer komen. Waarom wel? We hadden twee gezonde kinderen en onze handen vol aan het leven dat we leidden. Als we nou gewoon eens tevreden waren met wat we hadden! Voor mij was het een regelrechte opluchting. Het besluit was genomen en voelde bijzonder goed. Ik hoefde niet meer te piekeren, kon weer in het nu leven en genieten van mijn mannetjes.

En toen ging Justin dood.

Twee maanden geleden ben ik gestopt met de pil. Peter begon erover. Hij opperde dat het nog zou kunnen, dat ik nog zwanger zou kunnen worden. Ik vond in eerste instantie van niet. We hadden dat hoofdstuk gesloten, de beslissing was genomen en het was de juiste beslissing geweest. 'Ja maar,'  zei Peter,  'we zitten nu in een volstrekt andere situatie.' En dat is waar. Maar ik had er geen goed gevoel bij. Hoe kan een nieuw leven beginnen in een lichaam vol verdriet?

Voor Elio doen we het. We willen hem zo graag nog een broer of zus geven. Iemand die uit dezelfde ouders komt, die getuige is van zijn jeugd. Iemand die zijn ouders kent op dezelfde manier als hij, namelijk als 'kind van'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten