DAGBOEK 1 januari 2003

Ik heb vandaag een paar fotoboeken van mam zitten bekijken. Mam heeft alle foto's ingeplakt en van data voorzien. Het boek van het veertigjarig huwelijksfeest in de zomer van 2000, een boek met foto's van 2001 en eentje van 2002. Met het omslaan van de bladzijden nam de pijn in mijn buik toe. Je weet op het moment dat je ze bekijkt dat Justin nog maar twee maanden te gaan heeft. En daar hadden we toen geen flauw benul van.

Daarna voelde ik me ellendig. Waarom deed ik mezelf dit aan? Ik weet het niet precies, het is een soort drang. Foto's van langer geleden doen me goed. Ik ken ze niet allemaal, mam heeft ze gemaakt en ze zitten niet zoals mijn eigen foto's op mijn netvlies gebrand. Kijken naar deze beelden maakt herinneringen die diep weggestopt zijn weer levend. En die wil ik heel graag ervaren.

Ik heb besloten dat ik onze foto's de komende weken ga inplakken. Er wacht nog een doos of drie. Ik wil de herinneringen oprakelen voordat ze verdwenen zijn. Dat zal pijnlijk zijn, maar ik moet het onder ogen zien. Letterlijk. Bovendien wil ik op elk willekeurig moment een fotoboek kunnen pakken om de gaten in mijn geheugen te vullen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten