TROOSTBOEK Mijn stille kind - Els Rosenmöller

Ik miste hem. Hij had bij me moeten zijn, dit moment hadden we samen moeten delen. Maar zoals zo vaak in dit gevecht voor Suzan doolden we ieder op ons eigen pad, alsof dat uitgestippeld was. Rouwspecialisten waarschuwen je ervoor dat het verlies van een kind er zo diep bij de ouders inhakt, dat de diepte waarin je wegzakt onbereikbaar is voor de ander. Het verdriet is te persoonlijk om met iemand anders te delen, zelfs niet met je eigen man of vrouw.
Dat zal ons niet gebeuren, denk je dan, maar het gebeurt. Je staat erbij en je kijkt ernaar.

Vastgeklampt aan wrakhout dreven we verder uit elkaar. Onze kameraadschap bestond niet meer, vroeger bestond niet meer. Onze toekomst leek uit onmacht te bestaan en wierp haar inktzwarte schaduw vooruit. Daardoor verloren we zicht op de werkelijkheid, op elkaar. Het was de angst die ons beiden had opgesloten.

We waren andere mensen geworden, in een andere wereld.


(bladzijde 93, 108, 117)
Uitgeverij De Fontein, 1997, ISBN 90 261 1333 1

Geen opmerkingen:

Een reactie posten