DAGBOEK 14 april 2003

Ik wou dat de zwangerschap wat duidelijker merkbaar werd. Het is zo vreemd om niets te voelen van iets dat zoveel invloed heeft. Ik ben blij, het geeft hoop, maar ik ben ook erg wantrouwend. Ik wil er niets over zeggen tegen anderen. Het mag de aandacht niet afhouden van Justin.

Ik heb vreemde gedachten. Een paar dagen geleden constateerde ik ineens dat het grafje links van Justin nog leeg is, terwijl er aan de rechterkant alweer twee kinderen zijn begraven. Er kwam in mij op: die plek is nog leeg want daar komt ons volgende kind. Ook heb ik raar gedroomd. Ik zat op een bank met naast mij twee baby's. Iemand legde een stapel handdoeken op een van de baby's. Ik riep: 'Kijk uit!' De ander zei: 'Het maakt toch niets uit, de baby is al dood.' Bizar hè?

En dan het kamertje. Hoe moet dat nou met het kamertje van Justin als er een kindje komt? Dat gele kamertje op het zuiden, waar hij vijf dagen opgebaard heeft gelegen. Alle tekeningen die voor hem gemaakt zijn liggen nog op zijn bed. Alle knuffels die hij gekregen heeft liggen nog op z'n kussen, precies zoals ze om zijn hoofd gerangschikt waren. In de kast liggen z'n kleren en z'n kaplaarzen, met de Franse modder er nog aan, en z'n nieuwe schoenen voor als hij naar school zou gaan. Zijn afgekloven spenen, z'n werkjes, z'n bak vol keurig opgerolde sokken. Die moeten allemaal een andere plek krijgen want het nieuwe kind heeft recht op een frisse start. Met nieuw behang en nieuwe kleuren.

Ik zie er vreselijk tegenop om daarover na te denken, laat staan om eraan te beginnen. Het is prachtig dat ik zwanger ben, maar het zet ons leven wederom op zijn kop. Laat ik er maar op vertrouwen dat dit op z'n kop zetten in positieve zin uitpakt. Een kind erbij in plaats van een kind eraf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten