DAGBOEK 18 april 2003

We gaan naar het grafje. Zoals altijd wil Elio liever niet mee, maar klimt uiteindelijk toch zonder tegenstribbelen op de fiets. Een paar weken geleden hebben we witte viooltjes geplant. Elio heeft ijverig meegeholpen en het lijkt of hij sindsdien minder moeite heeft om naar de begraafplaats te gaan. Hij rent als eerste naar het grafje. Zou hij, net als wij, iets verwachten? Hij ziet meteen wat er 'nieuw' is: een plantje, een tekening, een paar schelpen, kastanjes of een mooie kaart. Hij pakt de grote gieter, scharrelt wat rond en brandt een kaarsje in de kapel. Hij zet zijn kaars steevast op de eerste rij van het stalen rek. Op een dag, rond kerst, stond deze rij helemaal vol. Elio zei: 'Wat veel kaarsen voor Justin hè?!'

Ik pluk de uitgebloeide viooltjes en terwijl ik zo gehurkt bezig ben, snijdt er een gedachte door mijn lichaam. Mijn kind ligt in een kist. Ik heb twee kinderen en een ligt hier in de aarde. Het lijkt wel of ik het nog steeds niet helemaal besef, of deze gedachten me wakker proberen te schudden, de ogen proberen te openen. Het is de realiteit en ik duw hem zo snel mogelijk weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten