DAGBOEK 3 mei 2003

We zijn een paar dagen naar Otterlo geweest met m'n ouders. Tijdens een fietstochtje op de Veluwe vroeg mijn vader, nadat hij even op ons had staan wachten en wij hijgend aan kwamen rijden, 'En, zijn we compleet?' Waarop ik antwoordde dat we nooit meer compleet zijn. Dat voelden we heel sterk tijdens deze eerste vakantie. Als je ons zo ziet, als buitenstaander, heb je geen flauw benul van de tragedie die zich heeft afgespeeld. Vader, moeder en zoon, op de skelter door het boerenland, fototoestel in de aanslag. Maar hoe vaak is dat wat je ziet de werkelijkheid? Ik kan wel uitschreeuwen dat het niet is wat het lijkt. Dat er eentje mist. Dat we voortdurend pijn voelen. Ook al lachen we of mopperen we over een slecht aangegeven route. Wanneer zal ik weer in staat zijn om aan Justin te denken zoals hij was? Zonder ook verdriet, ongeloof en woede te voelen?

1 opmerking:

  1. Hoe waar dat is: geen kind is zo aanwezig als het kind dat gemist wordt.

    BeantwoordenVerwijderen