DAGBOEK 29 augustus 2003

negenentwintig augustus
ooit een datum zonder betekenis
in het jaar tweeduizendentwee sterft mijn kind op deze dag
negenentwintig augustus
een sterfdag

Er zijn zonnebloemen, er is post, er wordt gebeld. We ontvangen liefdevolle aandacht.

Er is een jaar voorbij. Zijn we ook een jaar verder? Het voelt niet zo. De pijn is nog net zo hels. De schuldgevoelens zijn nog net zo aanwezig. Het gemis is nog net zo groot. Zelfs groter.

Volgens de homeopaat 'doorvoelen' we de dagen van zijn overlijden. Met alle emoties die we toen ook gevoeld hebben. Als deze dagen voorbij zijn, wordt het weer draaglijker.

INTERVIEW met de vader van Jerome THEMA : geloof

Ik geloof in een hogere macht. Ik zie het zo: er is een schrijver die een boek heeft geschreven waar ik in voor kom. Iedereen heeft zijn eigen boek. We leven onze eigen hoofdstukjes. Dat is complex en heel knap gedaan door die schrijver. Ik geloof niet in toeval. Maar als het leven een les is, weet ik niet wat de boodschap van het overlijden van Jerome is. Ik zou het boek willen herschrijven.

Ik ben meer met de dood bezig dan vroeger. Ik ben bang voor de dood. Als ik in bed stap voel ik angst. Angst om zelf dood te gaan, zodat ik niet meer weet hoe het met mijn gezin gaat.

Als er iets bijzonders gebeurt, hebben we de neiging om daar een verklaring voor te willen vinden. Ik was een keer alleen op de begraafplaats. Het was mooi weer, windstil. Bij Jerome staat een molentje. Het ging draaien. Alleen dat molentje. Terwijl er een heleboel stonden. Aan de ene kant wilde ik geloven dat het een teken van hem was. Aan de andere kant dacht ik: was er toch niet een klein beetje wind?

Het geloof zegt: 'Het is zo', de wetenschap zegt: 'Nee, ik ga er eerst een verklaring voor zoeken.' Het is altijd hinken tussen die twee. Ik heb daar nog geen balans in gevonden. Ik zit ermee dat je dingen in een ander perspectief gaat zien, gaat interpreteren als een teken. Ik ben bang dat ik mezelf in de maling ga lopen nemen.


Fragment uit het interview met de vader van Jerome, gehouden op 24 november 2005.
Jerome is in 2003 plotseling overleden toen hij 3 jaar en 8 maanden oud was.

INTERVIEW met de moeder van Bartje THEMA : gezin

Ik was zwanger toen het ongeluk gebeurde. Daarna was ik zo gericht op Bartje dat het kind in mij me helemaal niet meer interesseerde. Ik had er alles voor over om Bartje te behouden. Voor mijn part namen ze me het in kind in mijn buik af. Mijn man vreesde dat de zwangerschap mis zou gaan.

Het moment dat onze tweede zoon ter wereld kwam, was emotioneel. Ik dacht: er ligt een heel nieuw leven in mijn armen, maar wat moet ik ermee? Ik was niet blij. Ik hechtte me niet aan hem. Van zijn eerste levensjaar kan ik me weinig herinneren. Hij is vooral opgevoed door anderen, los van vier maanden borstvoeding. Mijn gevoel was weg.

We kregen nog twee dochters. Nadat Bartje was overleden, wilde mijn man graag nóg een kind, zodat er weer vier kinderen waren. Daar maakte ik ruzie over: we hádden toch vier kinderen? Maar zijn wens zat diep. Het liefst nog een jongen. Ik was bang dat hij een tweede Bartje wilde en heb me er lang tegen verzet. Drie jaar later gebeurde het toch. Het ging ondertussen beter met me. Ik dacht: nu kan ik écht genieten. Nu mag het. Ik had niet genoten van de babytijd van onze dochters. Van de een niet omdat Bartje toen uit huis geplaatst werd. Van de ander niet omdat Bartje toen dood ging. Deze zwangerschap, dit kind, was mijn cadeautje.


Fragment uit het interview met de moeder van Bartje, gehouden op 25 juni 2006.
Bartje is bijna verdronken toen hij zestien maanden oud was en daardoor meervoudig gehandicapt geraakt. In 1990 is hij tamelijk onverwacht overleden aan de gevolgen van epilepsie. Hij was toen bijna zeven jaar oud. Zijn broer en zusjes waren respectievelijk vijf, tweeënhalf jaar en negen maanden oud. Zijn derde zusje is drie jaar na zijn overlijden geboren.

TROOSTBOEK Hélena - Edwin de Vries

Joey kwam naast me staan.
'Pap, van wie hou je het meest: van mij of van mama?'
'Van jou. Wat ik voor jou voel kan ik nooit voor mama voelen.'
'En van wie hou je meer, van mij of van Paulo?'
'Van jou natuurlijk,' zei ik.
'Je mag het rustig zeggen, hoor, als je meer van Paulo houdt.'
'Maar ik hou meer van jou.'
'Waarom dan?'
'Omdat ik jou al zo veel langer ken. Paulo kende ik maar twintig maanden. Als hij nog geleefd zou hebben, zou ik evenveel van hem houden als van jou. Maar nu hij dood is, hou ik van hem met verdriet. Van jou hou ik met vreugde.'




(bladzijde 252)
De Bezige Bij, 2005, ISBN 90 234 1796 8 NUR 301


INTERVIEW met de vader van Luuk THEMA : gezin

We proberen onze dochter een zo normaal mogelijk leven te laten leiden. Terwijl dat eigenlijk een beetje bullshit is. Zij voelt natuurlijk ook dat Luuk op de achtergrond een rol speelt bij alles wat we doen. Maar we willen haar niet in een uitzonderingspositie plaatsen. We stellen onze eisen, gebruiken 'de omstandigheden' niet als verzachting. We proberen ons verdriet te delen. Misschien benaderen we haar soms te volwassen. Ze praat er weinig over. Maar ze kan goed aangeven wat ze nodig heeft en vooral wat ze niet wil. Waarom zouden we haar forceren?

Ik ben niet bang dat ze doodgaat of gekke dingen zal doen. In het begin, na het overlijden, is ze overstuur geweest. Ze heeft een keer op een soortgelijk balkon gestaan. Toen heeft ze zich ingebeeld hoe Luuk ervanaf was gevallen. Ze zei dat ze een drang voelde om te springen. Ik had de neiging om daar zo ver mogelijk van weg te gaan. Maar dan ga je in die angst zitten. Je kunt het beter bespreken en zo de vinger aan de pols houden.


Fragment uit het interview met de vader van Luuk, gehouden op 20 oktober 2006.
Luuk is in 2004 verongelukt tijdens een speelochtendje bij een vriendinnetje. De kinderen zagen kans op een onveilig balkon op de derde verdieping te komen. Luuk is naar beneden gevallen en de volgende ochtend in het ziekenhuis overleden. Hij was toen ruim vijfenhalf jaar oud en zijn zusje acht.

INTERVIEW met de ouders van Nini THEMA : gezin

We hebben tegenstrijdig advies gekregen over het wel of niet betrekken van de kinderen bij het overlijden van Nini. We horen nu pas van onze dochters wat we 'fout' gedaan hebben. Nu ze volwassen worden komen de vragen. Er heeft toch een zwaardere schaduw over hun jonge leven gelegen dan we dachten. Met verstrekkendere gevolgen. De jongste is niet bij de crematie geweest. Dat zouden we nu anders doen. We denken dat vooral onze middelste het als een enorme last heeft ervaren. Zij werd ineens oudste kind. Voelde zich verantwoordelijk voor ons geluk, ons welzijn. Om haar maken we ons het meest zorgen.

Het lastige is dat je niet kunt weten hoe het was als Nini wél was blijven leven. Wat je nu ontdekt is niet te scheiden van de situatie zoals die toen was. Eerst hadden ze een gehandicapt zusje. Later een overleden zusje. Het is moeilijk om te bepalen welke karaktertrekken eigen zijn en welke 'het effect van'.

Je kunt je kinderen niet beschermen tegen wat er in het leven gebeurt. Je kunt wel proberen om ze weerbaar te maken. Door open te zijn en hen te wijzen op mogelijkheden. Wat ze ermee doen, moeten ze zelf weten. Loslaten is het moeilijkste wat er is.


Fragment uit het interview met de ouders van Nini, gehouden op 30 januari 2006.
Nini is door zuurstoftekort tijdens de geboorte ernstig gehandicapt geraakt.
Ze is in 1982 overleden toen ze bijna zes jaar oud was. Haar zusjes waren toen respectievelijk

1 en 2 jaar oud.

DAGBOEK 17 augustus

Ik word om zes uur wakker en heb meteen het er-is-iets-verschrikkelijks-gebeurd gevoel. Een stomp in m'n maag. Dat heb ik al een tijdje niet meer gehad. De geur in Justins kamertje is heel indringend. Het doet me aan de dagen na het overlijden denken. Ik steek een kaarsje aan en stort helemaal in. Daar staan z'n schoenen. Z'n nieuwe. Die zouden nu alweer te klein zijn. En z'n sandalen. En z'n blauwe kaplaarzen die we in Frankrijk gekocht hebben.

Ik ben blij dat we het gedaan hebben zoals we het gedaan hebben. We zijn door alles heengegaan. Maar het was wel ontzettend zwaar. Misschien zijn we te hard geweest voor onszelf. Hebben we teveel geëist. Die 'warme, heerlijke zomer van 2003' waar iedereen het over heeft, hebben wij niet meegemaakt. Maar dat hadden we ook niet als we thuis waren gebleven.

DAGBOEK 16 augustus 2003

Terugreis, tweede dag.
We hebben weer in een chambre d'hôtes overnacht. Al vroeg zaten we aan het ontbijt met drie zwijgzame Fransen. Daarna zijn we in één ruk doorgereden naar Arras. Een prachtige stad waarvan we slechts twee pleinen gezien hebben. Ik voelde me opgejaagd. Wilde zo snel mogelijk naar huis. Voortdurend vechtend tegen een vage hoop dat Justin daar op ons zou wachten.

Tegen zessen reden we de straat in. Pap en mam waren er. Ons huis zag er anders uit met lampionnen voor de ramen, nieuwe planten op de vensterbank, verse rozen en her en der cadeautjes. De tafel was gedekt. Een warm welkom.

Toen ik z'n foto zag staan, met ernaast een brandende kaars, kwam alles er in een keer uit. Ik moest verschrikkelijk huilen. Geen Justin.

DAGBOEK 14 augustus 2003

De vakantie is zwaar. Maar het vooruitzicht van de terugreis en de thuiskomst is zo mogelijk nog zwaarder. Vorig jaar, toen we ook op vakantie in Frankrijk waren, leefde Justin nog. Tijdens de autorit naar huis voelde hij zich niet zo lekker. Twee dagen later was hij dood.

INTERVIEW met de vader van Bartje THEMA : geloof

Ik ben katholiek opgevoed. Later zijn mijn vrouw en ik Lutheraan geworden. Toen het ongeluk met Bartje gebeurde, is dat geloof omgeslagen in een soort woede: waarom moest dit gebeuren? In Amerika hebben mensen gezegd: 'Dit is gebeurd omdat God jullie straft.' Het was heel schokkend dat ze dat gewoon recht in je gezicht zeiden. Daar ben ik lang mee bezig geweest. Het heeft tot een verwijdering van het geloof geleid. Ik was zo kwaad. Waarom gebeuren slechte dingen met goede mensen? Het boek Als 't kwaad goede mensen treft* heeft me een andere visie gegeven op het geloof. God is niet zo almachtig als wij denken. Hij leeft met je mee. Maar Hij is niet in staat om alles voor je te veranderen. Dat heeft het voor mij veel acceptabeler gemaakt.

Nu denk ik dat je alles niet zo letterlijk moet nemen. God kan niet alles, maar hij kan je wel steunen. Het feit dat zich allemaal mensen aandienden om Bartje met zijn therapie te helpen - waar we veel steun aan hadden -  zie ik als iets van God. Het is niet heel absoluut. Meer een vermoeden. Zuiver wetenschappelijk gezien klopt het natuurlijk niet. Gevoelsmatig heb ik er vrede mee.

Ik heb altijd gehoopt dat het zou gebeuren, maar ik heb nog geen teken gehad. Ik heb één keer gedroomd dat hij zei dat het goed was. Ik vind het moeilijk voor te stellen hoe het is na de dood. Wat voor entiteit is Bartje dan? Bartje is altijd Bartje gebleven. Ik heb geen beeld van hem als volwassene.

Dat hij nooit een voltooid leven zal hebben... Dát heeft me het meest aangegrepen.


Fragment uit het interview met de vader van Bartje, gehouden op 15 oktober 2006.
Bartje is bijna verdronken toen hij zestien maanden oud was en daardoor meervoudig gehandicapt geraakt. In 1990 is hij tamelijk onverwacht overleden aan de gevolgen van epilepsie. Hij was toen bijna zeven. *Als 't kwaad goede mensen treft is geschreven door Harold S. Kushner.

INTERVIEW met de moeder van Floris THEMA : geloof

Ik geloofde al wel dat er leven na de dood is. Nu, na het overlijden van Floris, geloof ik dat voor duizend procent. Dat spirituele is nieuw. Daar was ik vroeger te nuchter voor. Ik heb een afspraak gemaakt met een achternichtje. Zij kan contact maken met overledenen. Ik mag haar graag, geloof wel in haar. En ik was nieuwsgierig. Niet radeloos. Zij vertelde dingen die ik heel prettig vond om te horen. Allemaal positieve dingen. Niet in de trant van dat hij het verschrikkelijk vindt daarboven. Of dat het mijn schuld is. Ze gaf ook een 'reden' voor het overlijden. Floris heeft zijn tweelingzusje geholpen om de eerste stappen op aarde te zetten. Hij heeft gewacht totdat hij voelde dat ze happy was. Toen kon hij gaan.

Ik wilde ook iemand spreken die mij volstrekt niet kent. In Londen ben ik bij een man geweest: het hoogste van het hoogste. Hij zei allemaal dingen die klopten. Ik heb gevraagd: 'Was it written in the stars that he would deceise?' Hij antwoordde: 'Yes, unfortunately.' Het doel van Floris was om hier heel kort te zijn om anderen te helpen. Alle mensen zijn op aarde met een doel. Vervolgens concentreerde hij zich en zei dat hij een jongetje van vier zag. 'Dat kan niet', zei ik, 'Floris was twee, hij zou nu vier jaar geweest zijn.' Waarop die man reageerde met: 'Hij voelt als vier, ziet eruit als twee. Bol gezicht, witte haren, blauwe ogen.' Hoe kan hij dat nou weten? Hij zei ook dat ik die afspraak met hem had gemaakt om bewijs te krijgen. Dat was inderdaad zo. 'Ik geef je het mooiste kerstcadeau dat je ooit zult krijgen', beloofde hij. 'Op kerstavond moet je om tien uur drie foto's maken van de kerstboom: midden, links en rechts.' Ik heb op het bewuste moment achter elkaar gefotografeerd. Op de foto's zie je allemaal witte bollen. Steeds op een andere plek. Op één foto zie je twee rode ballen. Misschien was dat wel de tienuurfoto. Het geeft mij een goed gevoel. Het gevolg is wel dat ik op elke digitale foto naar witte bollen zoek.


Fragment uit het interview met de moeder van Floris, gehouden op 21 januari 2006.
Floris is in 2003 plotseling overleden, hij was toen ruim twee jaar oud. Hij heeft een tweelingzusje.

INTERVIEW met de moeder van Nini THEMA : geloof

Het geloof heeft mij wel geholpen, heeft het draaglijker gemaakt. Makkelijker niet. Ik heb het gevoel dat niets voor niets is. Nini is hier niet voor niets gezien. In het begin denk je: waarom overkomt mij dit? Je kunt dan wel boos worden op God - dat hij haar zo'n pijnlijk leventje heeft laten leiden - maar ze heeft de mensen ook iets kunnen geven. Ons zeker.

Mijn visie op leven en dood is niet gewijzigd. Je weet dat de geboorte van een kind betekent dat het ook zal sterven. Dat zijn de enige twee zekerheden die je hebt. Ik vind dat de mensen tegenwoordig zo sterk het gevoel hebben dat ze het leven kunnen maken. Ze houden geen rekening met het onverwachte. Het is jammer dat je niet alles in de hand hebt. Maar eigenlijk is het ook maar beter. Kinderen 'nemen' is ook zo vreselijk gezegd. Het is een godsgeschenk als je een kind krijgt.


Fragment uit het interview met de moeder van Nini, gehouden op 30 januari 2006.
Nini is door zuurstoftekort tijdens de geboorte ernstig gehandicapt geraakt. Ze is in 1982 overleden toen ze bijna zes jaar oud was.

INTERVIEW met de vader van Ariëlle THEMA : geloof

Ik geloof dat er meer is. Maar ik geloof niet zozeer in de bijbel. Misschien is God een kracht in jezelf.

Ik geloof in Ariëlle als beschermengeltje van ons. Mijn zus heeft drie jaar geleden een ernstig auto-ongeluk gehad. Het is een wonder dat ze dat heeft overleefd. Ze had alleen een verbrijzeld bekken. Ik denk dat Ariëlle haar heeft moeten beschermen. Voor mij zou het toen te veel zijn geweest als mijn zus was overleden.

Ik heb geen antwoord op de waaromvraag. Er wordt vaak gezegd dat dit het ergste is wat een mens kan overkomen. Ik denk dat dat inderdaad zo is. Je krijgt een kind om het een mooi leven te geven. Met liefde. En lessen te leren. Dat is een geschenk. Je hoort haar niet na zevenenhalve maand te begraven. Men beweert weleens dat iedereen met een taak op aarde komt. En dat de een er tachtig jaar over doet om die te volbrengen, en de ander een paar weken. Het klinkt mooi hoor, maar wat is haar taak dan geweest? Wil iemand mij dat uitleggen? Ik kan er niets mee. Ik ben altijd serieus geweest. Ook in relaties. Ik wilde het - als vader - beter doen dan mijn eigen vader. Beter dan mijn vriend die tijdens de zwangerschap zijn relatie verbrak. En juist ik moet mijn kind begraven. Ik kreeg niet eens een kans om het beter te doen. Dat maakt me zo boos. Ik zal wel nooit een antwoord krijgen.


Fragment uit het interview met de vader van Ariëlle, gehouden op 16 maart 2006.
Ariëlle is in 2002 plotseling overleden toen ze bijna zevenenhalve maand oud was.

DAGBOEK 9 augustus 2003

Het is al weken ontzettend heet. De enige plek waar het een beetje uit te houden is, is het strand. Een prachtig strand met een prachtige zee. Maar omdat het te warm is voor welke activiteit dan ook, is er veel tijd om na te denken. Te veel. Vroeger vond ik het heerlijk om met m'n ogen dicht in de zon te dutten. Nu kan ik mezelf niet meer toestaan m'n gedachten de vrije loop te laten gaan. Want dan dienen die vreselijke beelden en dat vreselijke besef zich genadeloos aan.

INTERVIEW met de moeder van Jip THEMA : geloof

Ik ben jaloers op mensen die steun ervaren aan het geloof bij het verwerken van hun verdriet. Ik wou dat ik dat had. Ik zou willen dat ik onvoorwaardelijk kon geloven dat het goed is zo. Dat het zo hoort te zijn.

Mijn overtuiging dat alles in het leven vaststaat is nog sterker geworden. Dat komt vooral doordat Jip - een volkomen gezond kind - plotseling gestorven is. Dat kan niet normaal zijn. Dat is hetzelfde als wanneer iemand een auto-ongeluk krijgt waarbij de auto total loss is en hij zonder schrammetje uitstapt. Terwijl een ander z'n nek breekt en de auto niets mankeert. Dat is geen toeval. Jips tijd was gekomen. Dat geeft iets van troost. Alhoewel ik denk dat je nergens troost in kunt vinden bij zulke extreme dingen als het verliezen van je kind. Het mag niet gebeuren. Ik geloof dat alleen de tijd het heelt. Daar vertrouw ik op.

Mijn visie op de betrekkelijkheid van het leven is veranderd. Ik was onbevangener. Nu ben ik bang voor wat er allemaal kan gebeuren. Het slechte heeft zo'n enorme impact op je. Meer dan het goede.

Ik vind het kul als mensen zeggen dat je hier sterker uitkomt. Je komt hier niet sterker uit. Het wordt anders. Ik was veel sterker voordat Jip overleed. Ik geloof ook niet dat alles een reden heeft. Misschien gaat dat op voor iemand die borstkanker gehad heeft en weer is genezen. Diegene kan weer verder. Wij kunnen niet meer verder. Er is zo'n gemis.

Ik heb nog geen teken gehad. Was het maar waar. Toen hij net was overleden heb ik wel van hem gedroomd. Hij was dood, maar wilde mij nog een kus geven. Dat ging niet. Z'n lipjes waren stijf. Toen zei hij: 'Het is goed hier, en ze hebben een zwembad en een drumstel.' Dat gaf hij door. Maar ja, dat is een droom. Ik heb het eigenlijk niet gevoeld als een teken. Ik wou dat ik te horen kreeg dat het goed met hem gaat. Geweldig zou dat zijn! Maar als ik anderen over tekens hoor, denk ik eerlijk gezegd dat het allemaal bullshit is.


Fragment uit het interview met de moeder van Jip, gehouden op 9 november 2006.
Jip is in 2005 plotseling overleden toen hij 4 jaar en 8 maanden oud was.

INTERVIEW met de vader van Joep THEMA : geloof

Ik ben katholiek opgevoed, maar ik geloof niet. Door mijn vrouw heb ik het protestantse geloof leren kennen. Dat vind ik een heel warm geloof. De dominee is vaak bij ons thuis geweest. De mensen uit de gemeenschap hebben interesse getoond. Maar of er een God is die dit geregeld of bepaald heeft..? Daar geloof ik niets van.

Joep is hier af en toe. Gisteravond sloeg ik de map open met emailberichten die we gestuurd hebben na zijn overlijden. De cd-speler begon te spelen. Dat beschouw ik als een teken: ik las die emailberichten en dat ding ging spelen. Ik zei: 'Joep, heb je nog geen slaap?' Ik heb het gevoel dat Joep zelf kan bepalen wanneer hij bij ons is. Dat vind ik een prettige gedachte. Hij laat iets horen via de cd-speler en het Bert & Ernie speelding. Die staan altijd op standby. Anders kan hij niet met ons communiceren. Toen de arts van het ziekenhuis waar Joep gelegen heeft op bezoek was, ging dat apparaat ook spontaan aan. Ik zei: 'Joep is waarschijnlijk blij dat je er bent want hij geeft een teken.' Dat is geen toeval. In het begin dacht ik dat wel hoor, toen zocht ik nog naar verklaringen. Nu niet meer. Het is de timing. Daarom is het van Joep.


Fragment uit het interview met de vader van Joep, gehouden op 21 maart 2006.
Joep kreeg hersenvliesontsteking toen hij 9 weken oud was en is de rest van zijn korte leven ziek geweest. Hij is in 2004 overleden toen hij bijna drie jaar oud was.

INTERVIEW met de moeder van Milan THEMA : geloof

Het geloof in God, daar moet ik helemaal niets van hebben. En dat is alleen maar sterker geworden na het overlijden van Milan. God doet dit soort dingen toch niet?!

Ik zou weleens naar een paragnost willen. Daar ben ik nieuwsgierig naar. Ik ben toch benieuwd of er nog iets is. Maar ik durf niet. Ben bang dat het allemaal niet waar is.

Als ik bij het graf ben gaat de zon vaak ineens schijnen. De eerste twee jaar ging ik elke dag naar het graf. Er was altijd een vogeltje dat begon te fluiten. Dat gaf mij het gevoel dat Milan me zag. Hij wist dat ik er was.


Fragment uit het interview met de moeder van Milan, gehouden op 24 mei 2006.
Milan is in 2002 plotseling overleden toen hij bijna drieënhalf jaar oud was.

INTERVIEW met de vader van Rosa THEMA : geloof

Ik geloofde niet in God en ik geloof nog steeds niet in God. Na het overlijden van Rosa is mijn visie op leven en dood wel radicaal veranderd. Ik geloofde eerst dat er niets is na de dood. Nu denk ik dat Rosa ergens is. Ze kijkt met ons mee. Het zou kunnen dat ik haar later tegenkom. Ik haal steun uit die wetenschap. Maar ik heb er geen concrete voorstelling bij.

In het begin, na haar overlijden, zat ze op de achterbank in de auto. Ik praatte hardop tegen haar. Dat veranderde in praten in mijn hoofd. Nu zit ze niet meer op de achterbank. Maar ik praat nog weleens met haar. Soms heb ik het gevoel dat ik antwoord krijg. In de vorm van een soort stemmetje dat geruststellende dingen zegt om mijn twijfels weg te nemen. Twijfels over of ik wel goed voor haar geweest ben toen ze nog leefde. Of ik niet eerder de dokter had moeten waarschuwen. Of ik niet gefaald heb toen ze overleed. Ik geloof niet in een teken. Wel in dat stemmetje. In het begin voelde ik totale wanhoop. Ik heb toen weleens gedacht: kan ze dan geen sms-je sturen? Zoiets. Ze moet ergens zijn. Is er echt geen contact mogelijk? Waarom niet?


Fragment uit het interview met de vader van Rosa, gehouden op 16 oktober 2006.
Rosa is in 2003 plotseling overleden, ze was toen bijna negen jaar oud.

INTERVIEW met de moeder van Joep THEMA : geloof

Ik ben Nederlands Hervormd en ga regelmatig naar de kerk. Mijn geloof is gaan wankelen nadat Joep stierf. Al die woorden die je in de kerk hoort... Ik kon er niets meer mee. Ik geloof in het goede. Maar het is niet goed als een kind dat niets misdaan heeft zo moet lijden. Ik ben gaan zoeken. Wat betekent het voor mij? We hadden een heel mooie herdenkingsdienst. Maar de maanden erna kon ik niet in de kerk komen. Ik zag steeds zijn kistje staan en moest alleen maar huilen. Ik was verpletterd.

Het geeft houvast om te geloven dat je niet in het niets verdwijnt. Dat er leven is na de dood. En dat het belangrijk is wat je in het leven betekent voor een ander. Ik zie het als een weg die je gaat. Onderweg kom je van alles tegen. Uiteindelijk kom je ergens een stap verder. Het is een leerweg. Ik geloof niet dat het Gods wil is om Joep niet langer op aarde te laten zijn.

Misschien geloof ik wel niet in God, maar in iets. Een energie die in je zit. Die je krijgt. Die je uit andere mensen haalt. Het is mooi om te denken dat God daar achter zit, maar ik heb er geen bewijs voor.

Joep is ergens gebleven. Hoe weet ik niet. Af en toe krijg ik een signaal. De laatste vakantie met Joep waren we in Noorwegen. Daar zaten we in een wintersprookje. De dagen voordat hij overleed sneeuwde het. Op zijn sterfdag lag er een pak sneeuw zoals er in jaren niet gelegen had. Dat beschouw ik als een teken. Als het nu sneeuwt huppel ik door de straten. Dan denk ik aan hem. Hij maakt de wereld stil. Ik vind het fijn om te denken dat Joep daar een handje in heeft.

Zijn lichaam ligt op het kerkhof. Maar zijn ziel is in de hemel. En bij ons. Bij mij. Ik geloof rotsvast dat ik hem weer zal zien als het mijn tijd is. Die wetenschap geeft ontzettend veel kracht.


Fragment uit het interview met de moeder van Joep, gehouden op 10 maart 2006.
Joep kreeg een hersenvliesontsteking toen hij 9 weken oud was en is de rest van zijn korte leven ziek geweest. Hij is in 2004 overleden toen hij bijna 3 jaar oud was.

DAGBOEK 3 augustus 2003

Ik ben jarig.

Ik heb de opdracht gekregen om uit te slapen. Om half negen hoor ik gestommel en gefluister. Even later vertrekken Peter en Elio met de auto. Ik lees wat en probeer me jarig te voelen. Na een uurtje stappen ze de tent binnen. Elio met een in kerstpapier verpakt T-shirt met het logo van de camping erop. 'Tien euro', zegt hij stralend. Peter houdt zeven zonnebloemen in z'n hand. Vers geplukt. We ontbijten aan een mooi gedekte tafel met waxinelichtjes en on-Franse donuts. De zonnebloemen staan in afgesneden waterflessen te pronken. Een prachtige rode vlinder fladdert om de bloemen heen, gaat op mijn been zitten en vliegt sierlijk weer weg.

We doen inkopen bij de gigantische supermarkt en gaan naar het strand. Bepakt met twee koelboxen vol proviand, kleden, parasols en alles wat we zoal bezitten. We hebben afgesproken met familie B. Bij aankomst wacht mij een verrassing: met kiezelstenen staat levensgroot 'Lizzy 40 jaar' in het zand geschreven. Het is een feit.

Ik krijg cadeautjes die allemaal iets te maken hebben met de zee: een vuurtoren, een ministrandhuisje met cocktailprikkers, een zeepdispenser met drijvende dolfijnen en een sneeuwbol met een dobberend vissersbootje. Om deze verjaardag later vooral te herinneren als stranddag. Het is mijn eerste verjaardag zonder Justin. Ik word veertig en hij mocht niet eens vier worden.

We zetten een kaars stevig vast in het zand. Het heeft de vorm van het getal veertig. Er zitten twee lontjes aan. Twee vlammetjes flakkeren tegen de achtergrond van de branding. Ze willen maar niet doven.

DAGBOEK 2 augustus 2003

Zo'n dag als gisteren is heel prettig: zoveel afleiding dat je nergens aan kunt denken. Maar het is tijdelijk en kunstmatig. Ik voel me eigenlijk beetgenomen. Hoe heb ik me zo mee kunnen laten slepen? Hoe heb ik van zoiets onbenulligs kunnen genieten?

DAGBOEK 1 augustus 2003

De wekker rinkelt om half zeven. We gaan naar Puy du Fou, dé attractie van Midden-Frankrijk. Familie B. is ook van de partij. Puy du Fou is een prachtig park met verschillende grote shows die spelen in vroeger tijden. We beginnen in de Middeleeuwen. Alles vindt plaats in de open lucht en ziet er verbluffend echt uit. Prachtige decors met in vol ornaat uitgedoste ridders, jonkvrouwen en paarden. Spectaculaire effecten met vuur, water en bewegende burchten. Imposante muziek. Het is zo overweldigend dat we ons meteen weggezogen voelen uit het nu. We haasten ons van act naar act, van Vikingen naar Romeinen. Er is zo veel te ervaren. We kunnen bijna geen afscheid nemen...

's Avonds eten we in een restaurantje. Elio houdt het verbazingwekkend lang vol. Hij heeft genoten. In de auto valt hij als een blok in slaap. Het is donker als we op de camping aankomen. We zijn total loss en plakkerig. En heel erg voldaan.