DAGBOEK 27 februari 2003

Af en toe komt 'het' beeld uit de EMDR-sessies* boven: Justin die slap in de buggy hangt bij de huisarts. Ik voel meteen een vage paniek opkomen en duw het beeld weg. Dat mag van de psychologe. Ze heeft me aangeraden om mild te zijn voor mezelf, te gaan liggen als ik moe ben en niet teveel van mezelf te eisen. Dat is prettig want ik voel me beroerd. Ik ben heel passief, doe alles in slow motion, heb een hoofd vol watten en nergens zin in. Ik praat er nauwelijks over. Als ik - kort - iets vertel, moet ik huilen. Het is zo beladen. Eigenlijk wil ik er nooit meer aan denken en onder mijn bed gaan liggen met de gordijnen dicht.


*Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van traumatische ervaringen. (zie ook http://www.emdr.nl/)

INTERVIEW met de moeder van Bartje THEMA : relatie

De eerste maanden na de bijna-verdrinking van Bartje waren we alleen maar aan het overleven. Het was ieder voor zich. We probeerden elkaar wel te troosten, maar groeiden erg uit elkaar. Omdat we Bartje nog hadden, moesten we verder. We waren vooral gericht op zijn verzorging, leefden van de ene dag naar de andere: weer een operatie, weer nieuwe medicijnen, weer nieuwe problemen. Wij waren samen alleen maar bezig met ons kind, er was geen tijd en energie voor de relatie.

We beleefden de geboorte van onze tweede zoon, een kleine vijf maanden later, heel anders. Mijn man kon weer gelukkig zijn. En hij had een uitlaatklep, was veel met zijn werk bezig. Ik zat thuis met alle ellende en was op het depressieve af. Ik verweet hem veel, heb ook hele lelijke dingen gezegd. Mijns inziens ging hij maar door met zijn leven, was niet verdrietig genoeg, ging niet vaak genoeg naar het graf. Er kwamen verwijten om de kleinste dingen. We hadden geen goed woord meer voor elkaar over, alles was negatief. Mijn verdriet overheerste. Het ging niet goed met ons, terwijl we ons heel erg bewust waren van het feit dat ons huwelijk op de klippen zou kunnen lopen. Bartje is uit huis geplaatst, onder andere daardoor kennen we veel ouders van gehandicapte kinderen. Een groot deel daarvan is gescheiden.

Een half jaar na het overlijden van Bartje ben ik in therapie gegaan. Ik liep met de gedachte rond 'als ik me van de brug afgooi is het ook goed.' Daar ben ik erg van geschrokken. Ik heb ruim een jaar in therapie gezeten. Ik kreeg handvatten hoe ik mijn onbegrip en eenzaamheid met mijn man kon bespreken. Ik leerde ook dat ik het niet alleen vanuit mijn eigen kant moest bekijken. De therapeut heeft me duidelijk gemaakt dat iedereen anders rouwt en dat ik niet kon verwachten dat mijn man het op mijn manier deed.

Na de geboorte van ons vijfde kind, acht jaar later, is het weer helemaal mis gegaan tussen ons, we hadden zo veel ruzie! Mijn man was vaak in het buitenland en heeft een halfjaar een vriendin gehad. Vanwege die relatie zijn we in relatietherapie gegaan. Dat was op initiatief van mijn man, hij had er veel spijt van.

We hebben er allebei hard aan gewerkt, vooral om aandacht aan elkaar te geven. We gingen bewust leuke dingen doen samen, ook al hadden we daar helemaal geen zin in. Naar de bioscoop, een hapje eten, naar een museum of een paar dagen weg. Dat gaf echt niet altijd een goed gevoel hoor! Wat denk je, dan kregen we de grootste ruzies en kwam juist alles naar boven.

Wat er met Bartje gebeurd is heeft onze relatie flink op z'n kop gezet. Maar we zijn er sterk uitgekomen, vooral de laatste jaren hebben we het heel fijn samen!


Fragment uit het interview met de moeder van Bartje, gehouden op 22 april 2006.
Bartje is bijna verdronken toen hij zestien maanden oud was en daardoor meervoudig gehandicapt geraakt. In 1990 is hij tamelijk onverwacht overleden aan de gevolgen van epilepsie. Hij was toen bijna zeven.

DAGBOEK 24 februari 2003

Mijn derde EMDR-sessie* is achter de rug. Weer had ik moeite om mij te concentreren. Volgens de psychologe zat ik teveel in het beeld, terwijl ik er alleen naar moest kijken. Ik zag Justin en wilde hem in mijn armen nemen, hem wiegen, sussen, en 'ga maar lekker slapen' zeggen. De tranen kwamen toen de psychologe zei 'concentreer je maar op het beeld en denk 'ik ben een slechte moeder.' Vervolgens moest ik denken dat ik een goede moeder was. Dat lukte niet. Ik voelde een muur tussen mij en het beeld ontstaan, eerst een muur van glas, later eentje van steen. Het klonk me zo ongeloofwaardig in de oren 'je bent een goede moeder', telkens hoorde ik een stemmetje zeggen 'nee, je bent geen goede moeder, kijk maar, je doet NIETS.' De muur werd steeds dikker. Op een gegeven moment werd ik boos en bonkte met mijn vuisten op de muur. Ik klom er zelfs overheen en schreeuwde tegen de huisarts in de spreekkamer - terwijl hij aan het telefoneren was - 'kijk dan, doe IETS!' Maar er gebeurde niets. Alles ging onverstoorbaar verder. En ik schreeuwde maar en bonste maar. Dat ging zo een tijdje door.

Het gevolg ervan was dat mijn gevoel van 'ik doe niets' veranderde in een gevoel van machteloosheid: ik vocht wel, ik deed wel iets, maar het had geen invloed, ik had geen grip op de situatie. Er borrelde een zinnetje op: 'ik heb verloren, ik kan het niet winnen.' Dit is een draaglijker gevoel dan het gevoel dat ik niets gedaan heb.


*Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van traumatische ervaringen. (zie ook http://www.emdr.nl/)

INTERVIEW met de moeder van Joep THEMA : relatie

De periode dat Joep in het ziekenhuis lag, heb ik als heel goed ervaren. Mijn man en ik gingen er samen voor: we zorgden ervoor dat Joep zo goed mogelijk behandeld werd. We hebben nooit ruzie gehad. Maar het was een heel onnatuurlijke situatie. In een normale situatie ben je allebei ook met je eigen dingen bezig, heb je ieder je eigen taken. Wij deden alles samen.

Na het overlijden zijn we in onze schulp gekropen. We hebben elkaar een beetje losgelaten, afstand genomen. We wilden elkaar niet belasten. Je ziet dat de ander verdriet heeft en denkt 'laat maar' omdat je het niet nog erger wilt maken.We gingen dingen opslaan in plaats van uitspreken: ergernissen waar we elkaar niet mee lastig wilden vallen, maar waar we ons toch aan irriteerden. Het praten stopte. We hadden zo veel gepraat in de maanden dat we met Joep bezig waren... Ineens was hij weg, was er een gat. Het was moeilijk om dat te overbruggen, daar zijn we nog steeds mee bezig. Ik merkte dat ik ook lichamelijk helemaal in mezelf kroop. Ik had minder ruimte voor iets anders. Ik kon geen seks hebben, daar had ik heel veel moeite mee, nu nog. Dat kostte me te veel energie, dat was al zo in de tijd dat Joep ziek was. We waren uitgeput. Die uitputting gaat heel lang door, je doet wat je moet doen. Seks hoorde voor mij in de categorie 'hoeft niet', dus dat deed ik niet. Terwijl ik wist dat dat niet fijn is.

Mijn man werd stil, ik ging praten. En hoe meer ik ging praten, hoe stiller hij werd. Dat ging niet goed. En dan ga je met andere mensen praten en raak je elkaar een beetje kwijt. Terwijl je dat niet wilt.

Na een jaar werd het erger, was er nog meer afstand. Ik dacht toen: alle seizoenen zijn er overheen gegaan, nu wordt het misschien minder zwaar omdat we het allemaal al een keer hebben meegemaakt. Maar ik kwam in een put terecht. De pijn was niet meer te dragen. Het werd zwart. Ik kon alleen maar denken 'dit duurt de rest van mijn leven.'

Momenteel zit er weer een beetje beweging in. Maar het gemak waarmee we samen dingen konden doen is weg. Het is stroever. Toch heb ik niet het idee dat onze relatie zal stranden. Wij delen zo ontzettend veel - of we nou bij elkaar blijven of niet - we zullen nooit los van elkaar komen. We zijn zo close met elkaar geweest tijdens de ziekte van Joep. Het voelt nu als een enorme verwijdering, maar misschien is dat wel normaal. We leven in ieder geval niet langs elkaar heen. De verbondenheid is er nog wel, het is alleen losser. Het voelt alsof je leert fietsen: iemand heeft steeds je zadel vastgehouden en opeens laat hij los. Je slingert en vraagt je af of je wel rechtop blijft. Ik trap gewoon door, ik wil leren fietsen, maar ik ben wel bang.

Je neemt eigenlijk afscheid van de oude relatie, wat je had is voorbij. Je begint een nieuw leven en dat is een zoektocht. Als je daar niet samen aan wilt werken, is het over. Onderzoek dus wat je nodig hebt om door te kunnen gaan. Geef elkaar de ruimte, maar blijf op elkaar letten. En aanvaard hulp!


Fragment uit het interview met de moeder van Joep, gehouden op 10 maart 2006.
Joep kreeg hersenvliesontsteking toen hij 9 weken oud was en is de rest van zijn korte leven ziek geweest. Hij is in 2004 overleden toen hij bijna 3 jaar oud was.

INTERVIEW met de vader van Ariëlle THEMA : relatie

De eerste twee maanden na het overlijden van Ariëlle hebben we veel gepraat. Daarna is mijn vrouw naar Suriname vertrokken. Toen hebben we veel gebeld. We probeerden over de positieve dingen te praten, over toen Ariëlle nog leefde. We hadden al zoveel ellende en waren tienduizend kilometer van elkaar verwijderd. Later spraken we minder met elkaar. Ik was hier, in m'n eentje, vooral bezig met Ariëlle, terwijl mijn vrouw, bij familie, meer bezig was met haar zwangerschap.

Ons leven is één grote verandering. Ik vraag me af of er door het overlijden veel veranderd is, behalve dat ik op een andere manier met mijn overleden dochter omga dan mijn vrouw. Ik ben elke week minstens een keer op de begraafplaats, zij niet. Ik zal haar dat niet verwijten. Laatst, op de 'verjaardag' van Ariëlle, zei mijn vrouw dat ze volgend jaar geen mensen meer wil uitnodigen op die dag. Ik wil daar eerst over praten. Prima dat zij dat zo wil, maar ik heb ook gevoel.

Natuurlijk heeft het overlijden invloed gehad op onze relatie. Ik ben blij dat we niet uit elkaar gedreven zijn. We hebben gevoelsmatig een sterkere band.

Mijn advies? Blijf praten over je gevoel en over waarom je het zo voelt. Blijf begrip houden voor het feit dat je niet voor iemand anders kunt voelen. En maak elkaar geen verwijten.


Fragment uit het interview met de vader van Ariëlle, gehouden op 16 maart 2006.
Ariëlle is in 2002 plotseling overleden toen ze bijna zevenenhalve maand oud was.

DAGBOEK 18 februari 2003

Ik heb een paar boeken gekocht over rouw bij kinderen omdat ik me zorgen maak over Elio. Eigenlijk maak ik me zorgen over mezelf. Doe ik het wel goed? Weet ik eigenlijk wel hoe het met hem gaat? Geef ik hem wat hij nodig heeft? Het frappante is dat ik er niet in lees. Ik kan het niet. Ik lees alleen maar over rouw bij volwassenen, en dan heel specifiek over rouwverwerking van ouders van een overleden kind. Ben ik bang om erachter te komen dat ik het inderdaad niet goed doe?

INTERVIEW met de vader van Bob THEMA : relatie

Communicatie is heel belangrijk. Ik kan mij voorstellen dat het fataal is voor je relatie als je in de periode na zoiets heftigs als het overlijden van jouw kind niet kunt communiceren. Dan begrijp je elkaar dus niet. Je gaat allebei anders om met verdriet. Als je daar niet over kunt praten, en gaat kibbelen, en irritatie op irritatie krijgt, kun je uit elkaar groeien.

Het zou mij trouwens uiterst bevreemden als mensen het overlijden van hun kind als uitgangspunt nemen om uit elkaar te gaan. Er sluimerde dan waarschijnlijk al iets dat niet in orde was, en dat wordt door het overlijden versterkt.

Mijn advies? Wees zo open en eerlijk mogelijk tegenover elkaar, ook wat betreft gevoelens en emoties.


Fragment uit het interview met de vader van Bob, gehouden op 15 januari 2006.
Bob is in 2003 overleden, hij is slechts 3 uur oud geworden.

INTERVIEW met de moeder van Bob THEMA : relatie

We zijn heel intensief met elkaar omgegaan na het overlijden van Bob. Mijn man kon mij echt troosten. Ik heb hem aangespoord om te huilen, net na de bevalling, toen hij Bob in zijn armen had. Je moet gewoon huilen, het moet eruit, je hebt verdriet! Ik had niet verwacht dat we elkaar zo goed zouden kunnen vinden in verdriet. Onze relatie voelt nog vertrouwder dan voorheen, we zijn nog blijer met wat we hebben. We spreken de dingen misschien ook meer uit. Ik heb het gevoel dat dit nooit meer stuk gaat.

Scheiden? Ik vind dat je het niet kan maken om uit elkaar te gaan tegenover de andere kinderen. Die vragen daar niet om.


Fragment uit het interview met de moeder van Bob, gehouden op 14 november 2005.
Bob is in 2003 overleden, hij is slechts 3 uur oud geworden.

INTERVIEW met de ouders van Nini THEMA : relatie

Het overlijden van Nini was eigenlijk een soort opluchting: het was het einde van een lange lijdensweg. We hebben ons daarna heel erg geconcentreerd op de twee andere kinderen, voor hen moest het zo normaal mogelijk zijn. Zij mochten geen last hebben van dat enorme verdriet dat wij met ons meedroegen. Dat lukte natuurlijk niet, maar we probeerden hen een zo onbezorgd mogelijk thuis te geven. Met als gevolg dat we 's avonds bekaf in bed lagen en geen energie meer hadden om samen leuke dingen te doen. We zijn voor onszelf tekortgeschoten.

Het zou goed geweest zijn als we een aantal dingen op een rijtje hadden gezet en niet gedaan hadden alsof er niets aan de hand was in ons dagelijks leven. Maar daar kwamen we niet aan toe: we waren allebei met onszelf bezig, met het werk, en met de kinderen. We hadden ook geen tijd om er vaak bij stil te staan, de zaak moest draaiende gehouden worden, je moest doorgaan. En er was nauwelijks professionele hulp. Er was wel wat, maar dan moest je gaan zoeken naar 'iets' waarvan je zelf ook niet precies wist waar je naar zocht.

Als je zoiets als dit meemaakt, brengt het je óf dichter bij elkaar, óf het drijft je verder uit elkaar. Er wordt een enorme emotionele druk op beide partners uitgeoefend. De manier waarop je beiden reageert moet bij elkaar passen.

Ons houdt deze gezamenlijke ervaring bij elkaar. Wij hebben dit kind samen gekregen, als er een ander zou komen bij een van tweeën.... Dit kunnen we nooit met een ander delen. Het heeft onze relatie verstevigd. Plus het feit dat we nóg twee kinderen hadden op het moment dat Nini overleed.

Het is wel een kwetsbaar litteken, nog steeds, dat merken we allebei. Er hoeft maar iets te gebeuren - het horen van bepaalde muziek, het ruiken van een bepaalde geur, een ontmoeting met iemand die Nini gekend heeft - en we zijn weer van slag.

Ons advies? Probeer met elkaar te praten en probeer elkaar de ruimte te geven. Als een van de twee geen prater is, geef hem of haar dan de ruimte om die activiteiten te doen waar hij of zij behoefte aan heeft.


Fragment uit het interview met de ouders van Nini, gehouden op 30 januari 2006.
Nini is door zuurstoftekort tijdens de geboorte ernstig gehandicapt geraakt. Ze is in 1982 overleden toen ze bijna zes jaar oud was.

INTERVIEW met de moeder van Johnny THEMA : relatie

In de eerste maanden na het overlijden van Johnny was het af en toe even 'kinken'. Mijn man kon soms heel lelijk tegen mij doen, dan zei hij: 'Jij had op Johnny moeten passen.' Hij vond dat je als vrouw thuis moest zijn en op je kinderen moest passen. We waren onaardig tegen elkaar, lelijk. Hij was een gesloten man, maar hij was daarna nog meer gesloten. Hij liet ook alles aan mij over. Hij sloot zich op in zijn werk en zijn sport: voetbal. Dat eeuwige rotte voetbal. We konden goed met elkaar praten, maar toen lukte het gewoon niet.

Mijn man was heel erg veranderd door het overlijden, dat vindt mijn oudste zoon ook. Als de kinderen niet op tijd thuis waren, werd hij heel boos. Dan liet hij z'n eten staan en ging zoeken. Het was een reactie op zijn angst. Ik vond dat heel moeilijk. Ik hoorde altijd te weten hoe laat ze thuis zouden zijn en waar ze zaten. Als ik zei dat ik het niet wist, werd hij boos. Hij zei: 'Ik werk, jij zorgt voor de kinderen.' Later ging het wel beter. En nog later, toen hij ziek werd, werd de band weer wat sterker.

Mijn man was angstig. Ik ervoer dat als een druk. Ik moest altijd maar weten waar mijn kinderen waren. Onze relatie was moeilijker geworden. Ik vond dat hij niet voldoende verantwoordelijkheid op zich nam. Hij ging heel makkelijk weg, naar voetbal bijvoorbeeld. Hij kon zo gesloten zijn. Ik heb weleens gedacht dat ik ervandoor wilde. Ook door het verwijt van anderen: 'dan had je maar beter op je kind moeten letten'. Maar vroeger bleef je bij elkaar, ondanks de enorme moeilijkheden die je soms had. Toch heeft het verdriet ons ook bij elkaar gehouden.


Fragment uit het interview met de moeder van Johnny, gehouden op 23 maart 2006.
Johnny is plotseling overleden in 1963, hij was toen vierenhalf jaar oud.

DAGBOEK 13 februari 2003

Vandaag ben ik voor het eerst sinds kerst weer op de begraafplaats geweest. Ik schrok: naast Justins grafje zijn twee nieuwe grafjes gekomen. Er stonden een enorm grote beer, wat stormlantaarns, bloemstukjes en een mand met allemaal kleine knuffelbeestjes. Ik moest huilen. De pijn van de begrafenis, van het plotselinge overlijden, kwam boven. En het doet pijn om te weten dat andere ouders hier nu ook doorheen moeten. In de kapel ligt een schrift waar bezoekers iets in kunnen schrijven. Er stond te lezen dat het om een kindje van een week of vier gaat, en een baby van nog geen dag oud. Ik durf het eigenlijk niet te bekennen, maar ik was een beetje teleurgesteld. Alsof ik onbewust hoopte op een kind van dezelfde leeftijd als Justin.

INTERVIEW met de moeder van Milan THEMA : relatie

In de eerste maanden na het overlijden van Milan was het contact tussen mijn man en mij intenser, misschien omdat we beseften dat het leven ineens afgelopen kan zijn. We hebben ook een periode gehad dat het minder ging, dat we een beetje langs elkaar heen leefden. Ik vond hem heel gesloten, hij is een binnenvetter, had het er niet meer over. Als ik dat constateerde zei hij: 'Wat moet ik dan zeggen?' Hij kan er heel moeilijk mee overweg, ik denk dat ik daar makkelijker in ben. Maar ik ben ook veel opener. Er zijn tijden geweest dat ik merkte dat hij er mee bezig was, het moeilijk had en dan zei ik bepaalde dingen niet om hem niet lastig te vallen. Dan dacht ik: ik zoek het zelf wel uit, en dat is natuurlijk niet goed. Toen ging ik me terug trekken. Ik had zelf ook zoveel aan m'n hoofd. Nu gaat het weer beter. Het is hechter dan het ooit geweest is.


Fragment uit het interview met de moeder van Milan, gehouden op 24 mei 2006.
Milan is in 2002 plotseling overleden toen hij bijna drieënhalf jaar oud was.

INTERVIEW met de moeder van Jasmijn THEMA : relatie

Ik ken mijn man sinds m'n achttiende. We zijn altijd heel close geweest, dat was ook zo na het overlijden van Jasmijn. Behalve in de eerste week, toen waren we echt gescheiden. Ik zat op de bank en kon niet meer lopen, mijn man was alleen maar aan het huilen op straat. Dat heeft tot aan de begrafenis geduurd, daarna waren we weer samen. Als we niet bij elkaar zijn voelen we ons niet happy. We hadden elke dag bezoek, de hele dag, ook 's nachts. Ik weet nog dat we helemaal in paniek raakten toen we na een paar weken tien minuten alleen waren. We wilden samen zijn. We praatten met elkaar - ik was iets meer aan het woord dan hij - keken foto's, gingen wandelen. Ik vond het heel erg dat hij na acht maanden weer ging werken.

We zijn nog dichter bij elkaar gekomen. We zijn kwijt waar we allebei het meest van houden, naast onze andere kinderen. Jasmijn is een kind van ons samen. Ik vond het moeilijk om te zien dat hij zoveel verdriet had, om iemand waar je zoveel van houdt pijn te zien hebben. Ik had hem nog nooit zo veel zien huilen.

Ik kan me wel voorstellen dat ouders scheiden na het overlijden van hun kind. Mijn man wilde bijvoorbeeld 's avonds gaan wandelen, terwijl ik achter de computer wilde zitten om te mailen met lotgenoten. We hebben elkaar vrij gelaten, maar ik vond het niet altijd leuk dat hij wegging en hij vond het niet leuk dat ik wéér achter de pc zat. Maar we deden het gewoon anders op die momenten en accepteerden dat van elkaar. Ik kan begrijpen dat er veel irritaties ontstaan - je kunt gewoon minder hebben - en dat je uit elkaar groeit, zeker als de ander niet praat of huilt. Dat vind ik niet raar. Heel veel dingen zijn immers veranderd. Ik denk dat je elkaar vrij moet laten en moet proberen om te blijven praten.


Fragment uit het interview met de moeder van Jasmijn, gehouden op 2 november 2006.
Jasmijn is in 2003 plotseling overleden, ze was toen ruim vierenhalf jaar oud.

INTERVIEW met de vader van Rosa THEMA : relatie

In de eerste periode na het overlijden van Rosa waren mijn vrouw en ik veel samen. We deden alles samen, konden met elkaar praten, waren het gauw eens ook. Meer dan daarvoor. We zijn erg naar elkaar toegetrokken. We kunnen het in crisissituaties samen wel vinden, dat is een soort geluk geweest. Als er iets aangepakt moet worden, gaat het goed met ons. En we hadden heel sterk het gevoel, allebei, dat er iets aangepakt moest worden. De motor daarachter was onze oudste zoon. En op een spirituele manier ook Rosa. Om het voor de kinderen goed te kunnen laten zijn, moesten we het samen goed hebben.

We zijn twee keer in de week gaan wandelen, later een keer per week. Dat hebben we echt afgesproken. We gingen naar het strand, liepen hand in hand (wat we niet vaak deden). Ik heb dat als heel positief ervaren. Je gaat een beetje voor je uit praten, in elkaars aanwezigheid voor je uit praten, je hoeft niet eens een gesprek te voeren: gewoon wat er in je zit naar buiten laten komen. Dan blijkt er ineens heel veel gemeenschappelijks te zijn. Dat geeft een goed gevoel.

We hebben ook veel essentiële dingen samen gedaan: het regelen van de begrafenis, het laten maken van een beeldje voor op het graf, het opruimen van Rosa's kamertje. Alleen al het feit dat we besloten om daar met elkaar over te praten, heb ik als verlichtend ervaren.

Ik denk dat ouders scheiden na het overlijden van hun kind omdat het gewoon heel moeilijk is! Zelfs als je het in het begin samen goed oppakt wil dat nog niet zeggen dat, als ieder z'n eigen leven weer een beetje gaat leiden, als je weer over de zandweg gaat ploegen, want zo voel ik het, nog steeds samen doet. Dat komt omdat je zo ontzettend hard aan het zoeken bent, zo bezig bent met je eigen pijn en onzekerheid. Het vraagt nogal wat om dat samen te doen. Ook nu nog, na drieënhalf jaar.

We delen nog steeds veel met elkaar, maar praten er niet altijd meer over. Ik voel ook weerstand om mij tot mijn vrouw te wenden als ik verdrietig ben, om haar ermee op te zadelen. En misschien ben ik bang dat ik haar verdriet dan ook weer over mij heen krijg. Ik praat soms liever met iemand anders, die trouwens niet altijd makkelijk te vinden is. Ik constateer bij mezelf dat ik me terugtrek. We hebben zoveel gepraat en zoveel verdriet gehad samen, op een gegeven moment wil ik dat niet weer allemaal oprakelen. Het feit dat je het overlijden samen hebt beleefd is dus soms een voordeel en soms een nadeel. In het begin zijn we er sterker door geworden, nu vooral kwetsbaarder.

Ik heb één advies: dwing jezelf om dingen samen te doen, het liefst de essentiële dingen.


Fragment uit het interview met de vader van Rosa, gehouden op 16 oktober 2006.
Rosa is in 2003 plotseling overleden, ze was toen bijna negen jaar oud.

DAGBOEK 9 februari 2003

Ik ben verdrietig om het contact met Peter: het gaat allemaal zo moeizaam. Ik kan hem slecht bereiken, voel zo weinig het samen-gevoel. Hij uit z'n emoties nauwelijks, trekt zich terug. Dat irriteert mij en maakt me boos. Wat natuurlijk niet erg bevorderlijk is voor een ontspannen sfeer. Voor zover een ontspannen sfeer überhaupt tot de mogelijkheden behoort op dit moment.

We zijn zondag naar de musical Saturday Night Feever geweest. We hebben niet veel tegen elkaar gezegd maar ons wel weer even samen gevoeld. Misschien is dat nu ook wel het beste: niet hopen op diepgaande gesprekken en elkaar begrijpen maar gewoon samen iets doen. Het doen zorgt voor verbondenheid en dat is wat we nodig hebben.

Waarom is het zo moeilijk om er voor elkaar te zijn? Barbara Rosof* schrijft dat partners elkaar gewoonlijk helpen bij een verlies. "De broer van je vrouw is zwaar gewond geraakt bij een auto-ongeluk en jij bent er om haar te troosten en te steunen tijdens zijn operaties en herstelperiode. De beste vriend van je man heeft een hartaanval gehad en sterft een week later. Jij staat contstant naast hem en je bent geduldig en begripvol als hij om zijn vriend rouwt. Als je partner verdriet heeft, ben jij er om hem te helpen. Als je echter een kind verliest, lijden jullie allebei op hetzelfde moment hetzelfde zware verlies. Beiden functioneren jullie niet door acute rouw. Hoewel jullie specifieke rouwreacties anders zijn (de een kan verdoofd zijn, terwijl de ander hyperactief is), zijn jullie beiden kapot. Verdriet slaat alle grond onder je voeten weg, ontneemt je alle energie en put je volledig uit. Je bent helemaal leeg, hebt niets meer om te geven. Net als Elaine (zie troostboek) kun je je partner op zijn reddingsvlot zien, maar omdat je zelf dreigt te verdrinken kun je hem niet helpen. Tegelijkertijd heb je wanhopig behoefte aan de hulp van je partner."

Deze onmacht om elkaar te helpen herken ik wel.


* Barbara D. Rosof, Het zwaarste verlies, uitgeverij Bert Bakker, 1998, blz. 95

DAGBOEK 8 februari 2003

Afgelopen donderdag heb ik mijn tweede EMDR-sessie* gehad. Ik moest me weer concentreren op het beeld van Justin in de buggy bij de dokter. Dat lukte niet goed, mijn gedachten dwaalden af naar het artikel dat ik moest schrijven en de boodschappen die ik moest halen. Tamelijk emotieloos keek ik naar de beelden die opkwamen. In welke volgorde ze verschenen weet ik niet meer. Op een gegeven moment was ik in het ziekenhuis. Daar kreeg ik te horen dat Justin was overleden. Ik begon te gillen. 'Neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee!!!!!!' Ik moest mij daarop blijven concentreren. Ik schreeuwde het uit (in gedachten) en kon niet stoppen. Toen pakte een verpleegkundige mijn hand en prevelde zinnetjes die begonnen met 'lieve moeder'. Ik wilde haar wegduwen. Ineens zag ik mam voor me. Ze stond op een soort duinpad met de fiets aan haar hand. Het leek op een dijk, met vlak naast haar de zee. De zon scheen fel, terwijl het al de tweede helft van de middag was. Ze schreeuwde ook 'neeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee!!!!!!' We stonden allebei op hetzelfde moment te schreeuwen. En de zon scheen maar en scheen maar, brandde bijna. Onverbiddelijk. Meedogenloos. Ik dacht 'doe iets zon!' Maar de zon deed niets, behalve oogverblindend schijnen. Het duurde langer dan eindeloos. Toen zag ik een uitbarstende vulkaan. Een enorme berg waar massa's kokende lava uit spoten. De vulkaan spuwde maar door en door, met een ongelooflijke kracht. Ik voelde me als de vulkaan. Heel langzaam werd het minder heftig. De vulkaan doofde. De zon scheen nog steeds, maar voelde niet meer onverbiddelijk. Ze gaf kracht en warmte en droogde de lava. Er ontstond een stilte waarin alles nasudderde. Ik ook.

Ik vind het een mooi beeld, die twee functies van de zon. De zon liet het gebeuren maar hielp daarna om de schade te herstellen.


*Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van traumatische ervaringen. (zie ook http://www.emdr.nl/)

DAGBOEK 6 februari 2003

Ik ga alweer een tijdje elke maandag naar aerobics. De eerste paar keer kostte het me veel moeite om me over te geven aan de muziek. Ik voelde me verkrampt, onwennig, heel onzeker en labiel. Ik was alleen met mijn hoofd bezig, durfde nauwelijks te bewegen en rende onmiddellijk na de les de kleedkamer in. Nu gaat het weer als vanouds: ik stort me op de ingewikkelde pasjes, voel de beat en dans! Heerlijk! In de auto terug naar huis valt het verdriet echter als een lawine over me heen.

Het gemis is er altijd, ook al voel je het soms even niet.

DAGBOEK 4 februari 2003

Elio is vaak boos: hij schopt en huilt en kan geen 'nee' verdragen. Hij heeft vaak bij vriendjes gespeeld deze week. Ik kon het niet opbrengen om de jongens hier thuis uit te nodigen. Ik ben erg ongeduldig en snel geïriteerd. En ik weet dat hij altijd welkom is bij zijn vriendjes. Hij voelt zich daar op z'n gemak.

Woensdagmiddag heb ik bewust een paar uur met hem doorgebracht. Er was geen muziekles, dus we hadden alle tijd. We zijn lekker gaan wandelen. Hij op z'n skateboard. We hebben gekleurd zand gekocht om zandkaarten te maken en een kop thee gedronken in de speeltuin. Het was gezellig. We zijn weer een beetje dichter tot elkaar gekomen. Elio werkt me soms zo ontzettend op m'n zenuwen. Hij treuzelt, aarzelt, is moeilijk aanspreekbaar en daardoor tamelijk ontoegankelijk. En het lijkt wel of ik totaal geen buffer meer heb. Alsof ik een blootliggende zenuw ben die werkelijk nergens tegen kan.

Tijdens het avondeten moest ik huilen. Hij pakte mijn hand en probeerde me te troosten. Wat is het allemaal moeilijk en gecompliceerd! Ik moet er voor hém zijn! In plaats daarvan laat ik me boos maken, ben onaardig en soms ronduit onredelijk.

Wat doet hij met z'n eigen verdriet? Hoe kan ik hem helpen? Wanneer moet ik bestraffend optreden als hij vervelend is en wanneer moet ik hem juist stevig vasthouden? Ik ben het houvast volledig kwijt. Ik ga de hulplijn van Stichting Achter de Regenboog* bellen voor advies.


*Stichting Achter de Regenboog ondersteunt sinds 1993 kinderen en jongeren bij het verwerken van het overlijden van een dierbare, zodat deze gebeurtenissen geen belemmering vormen om een gezond volwassen bestaan op te bouwen. (zie ook: http://www.stichtingachterderegenboog.nl/)

DAGBOEK 3 februari 2003

Ik ben eindelijk in staat om mijn eerste EMDR-sessie* te beschrijven.

Ik moest een pijnlijk beeld uitkiezen en me daarop concentreren. Ik heb het moment gekozen dat ik de spreekkamer van waarnemend huisarts R. binnenloop. Justin hangt slap in de buggy en ademt oppervlakkig, de huisarts voert een telefoongesprek, ik wacht.

Terwijl ik me op dat beeld concentreerde, startte de psycholoog de band. Ik kreeg tikjes te horen in mijn koptelefoon, afwisselend in het ene en het andere oor. Ik werd heel emotioneel, moest vreselijk huilen, mijn buik kromp ineen. Ik moest maar naar dat beeld blijven kijken, alles laten komen wat er kwam en mijn gevoel verwoorden.
'Ik zie Justin lijden en ik doe NIETS. Ik laat mijn kind in de steek, ik handel niet, ik wacht af. Ik blijf beleefd, ik luister, maar niet naar mijn gevoel.'
De psychologe vroeg hoe je zo iemand noemt. Ik begreep niet wat ze bedoelde.
'Hoe noem je zo'n moeder?'
Ik zei: 'Een slechte moeder.'

Hoe het precies is gegaan weet ik niet meer, maar na een tijdje werd de pijn iets minder. Op enig moment vervaagde Juistins gezicht, ik kon het niet goed meer zien, het was slechts een vlek. Tijdens de hele sessie hoorde ik regelmatig 'Mammie' roepen, op een manier zoals alleen Justin dat deed. Op een ander moment, toen zijn gezicht heel wazig was, hoorde ik: 'Mammie, het is goed zo.'

Daarna ging ik terug in de tijd. De vakantie in Frankrijk drong zich op. Ik ging kriskras door de weken, zag allemaal verschillende beelden. Flitsen van Justin. Zijn lachende gezicht, zoals hij keek toen hij naar het washok kwam, waar ik aan het douchen was, om de thermoskan te pakken: 'Ik kom de koffie halen!' Ik zag hem in zijn lange nieuwe rode regenjas, die we op de groei gekocht hadden. Ik zag hem in de kinderdisco met een bakje chips, vrolijk, het volledig naar zijn zin hebbend. Ik donderde met een sneltreinvaart door onze laatste vakantieweek, kwam bij het moment waarop de ontroerende foto gemaakt werd van ons samen in het meer. Allebei op onze buik, drijvend op een zwemband in het water, met gestrekte benen, onze gezichten naar elkaar toe gewend en onze handen vast. Ik voelde bijna zijn lippen weer terwijl hij mij een kus geeft. Toen kwam ik terecht in de terugreis, het overnachten in Autun, de volgepakte auto, het thuis ziek op de bank liggen. Ik kon er redelijk emotieloos naar kijken. Totdat het ziekenhuis in beeld kwam, toen verhevigde de pijn. Opeens hoorde ik weer 'Mammie!'. Dit keer klonk het angstiger, paniekeriger. Het leek alsof hij door een koker weggleed, weggezogen werd. Er klonk een wegstervend geluid. Weg.

Op een ander moment zag ik hem met die blik, zoals hij in de auto op de terugweg naar me keek. Die prachtige blik. Het kwam heel helder en intens over, had iets troostends. Het gaf mij het gevoel dat ik toen echt niets had kunnen doen. Ook als ik wel gehandeld had toen ik ongerust was zou het niets geholpen hebben. Het neemt een klein beetje mijn schuldgevoel weg, of in ieder geval mijn boosheid over het niet gevolgd hebben van mijn gevoel. Het had toch geen verschil gemaakt.

Aan het begin van de sessie werd mij gevraagd een waarde van nul tot tien toe te kennen aan mijn gevoel van pijn tijdens het concentreren op het beeld. Ik gaf een tien, ik werd echt verscheurd door verdriet. Aan het eind kon ik een vijf geven. Het was inderdaad minder pijnlijk geworden om naar de beelden te kijken. Maar ik was ondertussen volledig uitgeput, had brandende ogen en een hoofd dat uit elkaar knalde. Was de verzachting van mijn gevoelens misschien het gevolg van deze uitputting en niet zozeer van de therapie?


*Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van traumatische ervaringen. (zie ook http://www.emdr.nl/)

INTERVIEW met de vader van Luuk THEMA : werk

Na het overlijden van Luuk heb ik zo'n tweeënhalve maand niet gewerkt. Voor zijn dood werkte ik vanuit huis. Ik was gestopt met het communicatiebureau dat ik tien jaar eerder met een compagnon had opgezet en was bezig met nieuwe plannen. Ik had een groter aandeel in de zorg voor de kinderen dan mijn vrouw.

Het was voor mij heel verlammend om thuis te zijn en te proberen te werken. Ik kwam er eigenlijk helemaal niet aan toe. Ik was alleen maar bezig met Luuk. Werk is een beladen ding geworden als het om Luuk gaat: ik moest iets afmaken en daardoor was ik niet bij hem. Dat voel ik wel als 'een aandeel in'. Het gaat toch om keuzes. Die keuze is een factor geweest in de omstandigheden waarin Luuk terecht is gekomen. Het had anders kunnen zijn als...

Na een tijdje heb ik besloten om toch weer samen met mijn oude compagnon verder te gaan. Hij heeft mij de ruimte gegeven om een nieuwe lijn te bedenken waar ik mijn passie in kon vinden. Dat was heel bijzonder.

Door het overlijden van Luuk waren alle fundamenten weggeslagen. Ik vond in werk een platform om in ieder geval te kunnen blijven staan. Ik ben er behoorlijk ingedoken. Bijna fulltime. Voor mij was de functie van werken het zoeken en vinden van een fundament. Rails om het karretje op te zetten. Het was bijna gelijk aan eten en drinken: ik had het nodig om door te hobbelen, om een ritme te hebben. Als ik niet verder gegaan was met het bureau zou ik hier eindeloos malend, draaiend, verstopt en verstikt gezeten hebben. Veel te geïsoleerd. Veel te veel alleen. Ik zit nu in een gemeenschapje en dat is voor mij een soort levensnoodzaak.

Werken helpt ja, maar het laatste halfjaar ben ik weer zo druk dat ik me weleens scheefgetrokken voel. Het gaat er misschien niet eens om hoe vaak ik thuis ben. Het gaat er om hoe betrokken ik ben bij mijn vrouw en dochter. Je moet er zijn. Tijd en aandacht hebben. Daar loopt de boel weleens klem.


Fragment uit het interview met de vader van Luuk, gehouden op 15 juni 2006.
Luuk is in 2004 verongelukt tijdens een speelochtendje bij een vriendinnetje. De kinderen zagen kans op een onveilig balkon op de derde verdieping te komen. Luuk is naar beneden gevallen en de volgende ochtend in het ziekenhuis overleden. Hij was toen ruim vijfenhalf jaar oud.