INTERVIEW met de vader van Rosa THEMA : heb je kinderen?

Het is onvoorspelbaar wat ik ga zeggen als mij gevraagd wordt of ik kinderen heb. Ik besluit in een flits of ik het ga vertellen of niet. Is het iemand waar ik me verwant mee voel, waar ik verder iets mee wil? In het begin wist ik helemaal niet wat ik moest zeggen. Ik vond het een groot probleem. Ik begon met: 'Ik heb één zoon', met de nadruk op één. De laatste tijd lukt het me beter om rustig iets over Rosa te zeggen en me daar goed bij te voelen.

Als ik nieuwe mensen ontmoet, is het lastig. Gisteren sprak ik een nieuwe medewerker. Eerst had ik het over 'kind', later over 'kinderen'. Hij vroeg hoe het zat: 'Is je kind soms het huis uit?' 'Nee, ze is dood.' Schrikken natuurlijk. Het is een zwaar onderwerp waar de meeste mensen niet mee om kunnen gaan. Je wilt geen situaties scheppen waar mensen moeilijk mee om kunnen gaan. Dus word je terughoudend. 


Fragment uit het interview met de vader van Rosa, gehouden op 16 oktober 2006.
Rosa is in 2003 plotseling overleden, ze was toen bijna negen jaar oud.

DAGBOEK 29 november 2003

Peter en ik zijn naar de herdenkingsbijeenkomst in het LUMC* geweest. Eerst hebben we in een groepje met zeven andere ouderparen ons verhaal verteld. Daarna zijn we naar de aula gegaan. Daar zaten enorm veel ouders. Vooral dat aantal was indrukwekkend: zo véél ouders! En dus zo veel kinderen die in het afgelopen halfjaar zijn overleden. Er werd klassieke muziek gespeeld, er was een voordracht en er werden gedichten voorgelezen. Ik had steeds het gevoel dat ik in de verkeerde zaal zat, dat het niet over mij ging. Totdat de namen van de kinderen werden opgenoemd. Bij elke naam werd een bloem uit een groot boeket gekozen en in een vaas gezet. Justin Valentijn Diez. Pats, de klap kwam hard aan. Ons kind. Ik ving de meelevende blik van een moeder naast me op en kon alleen nog maar huilen.


*LUMC: Leids Universitair Medisch Centrum

DAGBOEK 27 november 2003

Elio doet er eindeloos lang over om zich aan te kleden. Hij gaat steeds spelen en vergeet gewoon waar hij mee bezig is. We fantaseren weer eens over wat je zoal kunt wensen. Ik zeg dat als ik zou mogen wensen én mijn wens in vervulling zou gaan, ik zou wensen dat Elio wat sneller aangekleed was. Hij komt onmiddellijk in actie; wast zich, trekt z'n kleren aan en vraagt of ik het zo goed vind.
- Heerlijk, wat ben jij snel. En ik hoef helemaal niets te zeggen! Mijn wens is uitgekomen.

Hij is zelfs eerder klaar dan ik en wacht op de trap totdat we samen naar beneden kunnen om te kijken of Sint iets in z´n schoen heeft gedaan. Hij staart peinzend voor zich uit.
- Je kunt ook wensen dat Justin terugkomt.
- Helaas, als je eenmaal dood bent, word je nooit meer levend.
- Ja, en wat heb je nou aan een dooie Justin?

TROOSTBOEK Verdriet - Michael Rosen & Quentin Blake



Dit ben ik. Ik heb verdriet.
Als je deze tekening ziet, denk je misschien dat ik vrolijk ben.
Maar dat is niet zo.
Ik heb verdriet en ik doe alsof ik vrolijk ben.
Omdat ik denk dat mensen mij niet aardig vinden als ik laat
zien dat ik verdriet heb.



                                                          
Soms is verdriet heel groot.
Het is overal in me en om me heen.





Dan zie ik er zo uit.
Ik kan daar niets aan doen.
                                                                                   


Het verdrietigst ben ik als ik aan mijn zoon Eddie denk.
Hij is doodgegaan.
Ik hield ontzettend veel van hem en toch ging hij dood.






Eerste drie bladzijden uit het boek Verdriet
Uitgeverij Hillen BV, 2005, ISBN 90 76766  932 NUR 273

DAGBOEK 24 november 2011

Eind oktober zijn we bij de kinderarts in het ziekenhuis geweest. De arts die Justin gereanimeerd heeft en hem niet heeft kunnen redden. We hebben lang moeten aandringen om een gesprek met haar te mogen voeren.

Op het bureau lag een beige dossier met een kruis erop getekend.

Het was een goed en open gesprek. We hebben alles doorgenomen, het plaatje is nu compleet. We weten precies hoe het is gegaan, hoeven niet meer in te vullen. Er was een jaar nodig om dit te kunnen. Kennelijk zit er al een dun beschermlaagje op onze ziel want we hebben het ziekenhuis met opgeheven hoofd verlaten.

INTERVIEW met de moeder van Joep THEMA : schuldgevoel

Ik vind het heel erg dat Joep geen natuurlijke dood is gestorven. Wij hebben ingegrepen: zijn leven is door euthanasie beëindigd. Ik denk dat het natuurlijker is als je zelf je weg af kunt leggen. We hebben zo ver moeten gaan in het loslaten. Wij hebben het lijntje doorgeknipt. Daar heb ik moeite mee. Maar ik voel me niet schuldig over zijn dood. Hij is op een moeilijke manier geboren en op een moeilijke manier gegaan.


Fragment uit het interview met de moeder van Joep, gehouden op 10 maart 2006.
Joep kreeg hersenvliesontsteking toen hij 9 weken oud was en is de rest van zijn korte leven ziek geweest. In 2004, drie weken nadat de artsen hem hadden opgegeven, is hij na een zware doodstrijd overleden. Joep was toen bijna drie.

DAGBOEK 22 november 2003

We zijn uitgenodigd door de maatschappelijk werkster van het LUMC* om een herdenkingsbijeenkomst bij te wonen. Twee keer per jaar komen de ouders van kinderen die in het LUMC overleden zijn bij elkaar om hun kinderen te herdenken. Justin is niet in het LUMC overleden, maar wel dood, en mag mee herdacht worden. Het is voor ons een manier om andere ouders te leren kennen. Ik ben blij dat we deze mogelijkheid aangeboden krijgen.

*LUMC Leids Universitair Medisch Centrum

INTERVIEW met de vader van Rosa THEMA : schuldgevoel

Schuldgevoel is een naar gevoel. Rationeel weet ik dat het een vrij zinloos gevoel is, maar het is er wel en het is negatief. Het zijn eigenlijk twee gevoelsprocessen naast elkaar: het missen van Rosa - haar niet meer aan kunnen raken, geen liefde meer kunnen geven, niet meer kunnen zien - en het schuldgevoel over de dood.

Als ouder ben je er om je kinderen te verzorgen. Ik heb gefaald in mijn zorg. Dat is een precisering van het schuldgevoel. Ik was er altijd bij om alles te voorzien. Maar toen ik moest handelen op een bepaald moment, in een situatie die ik niet had voorzien, heb ik gefaald. Zo voelt het. Er gebeurde iets volkomen irrationeels: Rosa had griep, ze werd beter en daarna kreeg ze pijn. We hebben twee uur op de dokter gewacht. Ik heb gezegd: 'Hou nog maar even vol, de dokter komt zo.' Over die twee uur voel ik me heel erg schuldig, over wat ik had kunnen doen.

Ik heb er vaak met mijn vrouw over gepraat. Zij heeft me erg gesteund, ze was niet thuis op het moment dat het gebeurde. Ze maakte duidelijk dat ik er echt niets aan had kunnen doen. Dat het iets was wat je niet kon verwachten. Nu moet ik regelmatig tegen mezelf zeggen dat ik het inderdaad niet had kunnen weten, dat er allemaal dingen gebeurden die ik niet juist kon interpreteren. Het schuldgevoel wordt sterker naarmate het langer geleden is.


Fragment uit het interview met de vader van Rosa, gehouden op 16 oktober 2006.
In maart 2003 heeft Rosa voor het eerst in haar leven griep. Na een paar dagen lijkt ze aan de beterende hand te zijn. Ze voelt echter een vreemde pijn, wordt met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht en overlijdt onderweg. Onderzoek heeft later aangetoond dat een aangeboren stofwisselingsziekte mogelijk de oorzaak is geweest van de fatale uitwerking van de griep. Rosa is bijna negen jaar oud geworden.

DAGBOEK 16 november 2003

Sinterklaas is weer in het land. Elio heeft al twee keer z'n schoen gezet. Hij maakt tekeningen, pakt zelf een kom met water en brood voor het paard. Bij gebrek aan een open haard zingen we met z'n drieën liedjes voor de keukendeur. Het voelt iets minder beladen dan vorig jaar.

INTERVIEW met de vader van Joep THEMA : troost

Ik vind troost in het bekijken van foto's van Joep en naar het graf gaan. Vaak ga ik met onze jongste zoon. Als het graf schoongemaakt moet worden, ga ik alleen. Er liggen allemaal kleine glazen blauwe steentjes. Die moeten een voor een gepoetst worden. Daar doe ik drie uur over. Dat vind ik prettig; het is er lekker rustig, er komt verder niemand. En ik accepteer de tekens. Zoals het spontaan starten van de cd-speler en het Bert & Ernie speelding als het over Joep gaat. Dat helpt mij.


Fragment uit het interview met de vader van Joep, gehouden op 21 maart 2006.
Joep kreeg hersenvliesontsteking toen hij 9 weken oud was en is de rest van zijn korte leven ziek geweest.

Hij is in 2004 overleden toen hij bijna drie jaar oud was.

INTERVIEW met de vader van Jerome THEMA : troost

Wat mij troost heeft gegeven? Ervaringen delen. Daar had ik eerst geen behoefte aan, maar daar heb ik toch - achteraf - heel veel kracht uit gehaald. Muziek is ook belangrijk voor me. In bepaalde passages zit zoveel emotie. Soms moet ik gewoon een plaat horen. Dan ga ik naar boven en draai keihard een cd. Mijn vrouw weet dan precies hoe laat het is. Ik haal ook troost uit films, boeken, gesprekken. En uit schilderen. Alleen had ik nog niet moeten beginnen aan het portret van Jerome samen met z'n broer. Ik zie er fouten in, maar ik durf ze niet te corrigeren. Ik ben bang dat ik het verpruts. Het is zwaar om te doen, moeilijk. Ik denk dat je trouwens steeds op zoek bent naar troost. Maar niet meer zo hard, het wordt anders. Het is geen bewust zoeken. Het is meer in je onbewust-zijn dat je getroost wordt door dingen die je ziet of hoort. Bijvoorbeeld zo'n opmerking van Herman Brood: 'Ik verzamel geen geld, maar mooie momenten in het leven.'


Fragment uit het interview met de vader van Jerome, gehouden op 24 november 2005.
Jerome is in 2003 plotseling overleden toen hij 3 jaar en 8 maanden oud was.

INTERVIEW met de moeder van Johnny THEMA : werk

Nadat Johnny was overleden kreeg ik psychische klachten. Ik was alleen thuis. Onze oudste zoon was naar school. We hadden geen buren. Mijn man was altijd aan het werk. Ik had niets meer om handen. Op aanraden van de huisarts ben ik na een maand of drie als huishoudelijke hulp bij gezinnen en oudere mensen gaan werken.

Het was prettig om te werken. Je was even de deur uit. De wereld ging weer een beetje open. Je hoorde eens wat anders. Ik ging zo in mezelf zitten, bleef maar in die cocon hangen.

Mijn man heeft alles bij elkaar twee dagen vrij gehad. Meer niet. Johnny is op vrijdag begraven, op zaterdag moest mijn man weer werken. Hij had ook nooit vakantie. Hij ging gewoon door. Zo was dat vroeger, er was geen keuze, je moest. Vooral in het werk wat hij deed: hij was melkboer. Er waren geen ijskasten. Elke dag moest er verse melk komen. In de zomer deed hij ook het strand erbij. Dan werkte hij zeven dagen per week. Het leven was harder. Hij heeft er psychisch een hele tik van gehad.


Fragment uit het interview met de moeder van Johnny, gehouden op 23 maart 2006.
Johnny is plotseling overleden in 1963, hij was toen vierenhalf jaar oud.

DAGBOEK 10 november 2003

Ik ben sinds kort weer aan het repeteren voor een musical. Maar het gaat helemaal niet goed. Ik ben verkrampt, voel me onzeker, beleef er geen plezier aan. Komt dit doordat ik er nog helemaal niet aan toe ben om iets nieuws te ondernemen? Moet ik ermee stoppen? Of is dit mijn welbekende faalangst en moet ik gewoon even doorzetten? Ik vind het zo'n dilemma! Als ik stop voelt het als verliezen. Wéér een verlies. Ik ben al zoveel kwijt. Niet alleen Justin, maar ook een deel van mezelf, m'n gezin, m'n vertrouwen, m'n houvast... Wat is wijsheid?

INTERVIEW met de moeder van Bartje THEMA : schuldgevoel

Ik voel me schuldig dat Bartje is verdronken. Ik voel me niet schuldig over zijn dood. Dat is moeilijk. Je moet het scheiden. Die dag was ik vrij, ik ben opgeroepen om toch te komen werken. Ik heb ja gezegd omdat het lekker was om een dag extra te verdienen. Achteraf denk ik: was ik maar nooit gegaan. Dan had ik op hem gelet en dan was het niet gebeurd. Daar ben ik van overtuigd. Jarenlang heb ik gezegd dat het mij net zo goed had kunnen overkomen. Dat heb ik me voorgehouden, maar dat is niet waar. Mijn man is voor een groot deel schuldig: hij was thuis. Hij is meer schuldig dan ik. Maar ik had niet moeten gaan werken, het was mijn vrije dag.

Ik ben milder geworden naar mijn man toe, de scherpe kantjes zijn eraf. We praten er nog weleens over, maar op een heel rationele manier. Dat is een overlevingsstrategie. Ik houd van mijn man en ik wil met hem verder, maar als ik heel diep vanbinnen kijk, denk ik vreselijke dingen. Dus dat doe ik niet, dat stop ik weg.

Iedereen kan je nog zo vaak vertellen dat je geen schuld hebt, dat gevoel houd je. Je bent niet voor rede vatbaar. Mijn schuldgevoel is wel minder scherp geworden. Ik verwijt het mezelf niet meer. Ik heb het uitgesproken in therapie. Net zoals mijn woede over de schuld van mijn man. Door het bespreekbaar te maken, kun je het een plek geven. En de tijd werkt ook mee. Al die emoties zet ik nu om in iets positiefs, ik doe er iets mee, ik help andere mensen.


Fragment uit het interview met de moeder van Bartje, gehouden op 25 juni 2006.
Bartje is bijna verdronken toen hij zestien maanden oud was en daardoor meervoudig gehandicapt geraakt. In 1990 is hij tamelijk onverwacht overleden aan de gevolgen van epilepsie. Hij was toen bijna zeven jaar oud.

DAGBOEK 7 november 2003

Nadat ik Elio naar school heb gebracht, loop ik met twee buurvrouwen terug naar huis. Ons buurmeisje is vandaag jarig en onderwerp van gesprek.
'Zes jaar alweer, wat een feest!'

Er bekroop me zo'n triest gevoel. Het lijkt wel of ik niet meer tegen gelukkige mensen kan.

INTERVIEW met de moeder van Jip THEMA : heb je kinderen?

Als mij gevraagd wordt of ik kinderen heb, zeg ik: 'Ik had een kind.' Hoe moeilijk dat ook is. Mensen schrikken van dit antwoord. Maar ik zal het nooit verzwijgen om het mezelf makkelijker te maken. Dat zou ik oneerlijk vinden.

Ik merk wel dat mijn man en ik het onderwerp vermijden. Als we voelen dat die vraag eraan gaat komen, creëren we een soort afstand. Jip is niet zo lang geleden overleden, we hebben nog niet veel situaties meegemaakt met onbekenden. Ik weet niet of het een opluchting zou zijn als iedereen het weet. Ik ben bang dat ze ineens anders gaan doen. En dan kan ik óók niet meer mezelf zijn, want ik ben een rouwende ouder en moet me dus gedragen als een rouwende ouder. Hoe gedraagt die zich? Ik zou daar veel te veel over gaan nadenken.

Eigenlijk houd ik enorm veel rekening met anderen. Ik wil de sfeer niet bederven. Maar ik wil ook geen medelijden. Het is echt heel gecompliceerd.


Fragment uit het interview met de moeder van Jip, gehouden op 9 november 2006.
Jip is in 2005 plotseling overleden toen hij 4 jaar en 8 maanden oud was.

INTERVIEW met de vader van Ariëlle THEMA : heb je kinderen?

Op de vraag of ik kinderen heb, zeg ik 'ja'. Afhankelijk van de band die ik met iemand heb vertel ik meer. Tegen collega's zeg ik: 'Twee kinderen, een zoontje en ik had een dochtertje.' Ik vind het lastiger om met mensen om te gaan die niet weten wat er gebeurd is, dan met mensen die het verhaal kennen. Ik voel een soort spanning als het onderwerp kinderen eraan komt. M'n hart gaat sneller kloppen en ik vraag me af of ik het nou wel of niet moet vertellen. Het heeft altijd veel impact. Je wilt de sfeer niet bederven. Maar je kunt moeilijk zeggen: 'O ja, en ik heb ook nog een overleden kind, ander onderwerp.'

Als mensen ernaar vragen vertel ik het. Maar dat gebeurt niet zo vaak. Ik ben nog jong, men verwacht niet dat ik al kinderen heb. En als het gesprek over kinderen gaat, zeg ik niet veel. Ik luister. Er ontstond eens een discussie over of je liever een zoontje of een dochtertje zou willen hebben. Toen dacht ik: stel mij die vraag alsjeblieft niet.


Fragment uit het interview met de vader van Ariëlle, gehouden op 16 maart 2006.
Ariëlle is in 2002 plotseling overleden toen ze bijna zevenenhalve maand oud was.