DAGBOEK 30 juni 2004

Tegenwoordig lees ik de overlijdensadvertenties. Ik speur vooral naar berichten over overleden kinderen, analyseer de gezinssituatie (zijn er nog meer kinderen?), bereken de leeftijd, fantaseer over de aard van het overlijden, zet een denkbeeldig streepje in het vakje crematie of het vakje begrafenis en beoordeel de tekst en de gekozen gedichten. Ik kijk zelfs naar de kolom met geboorteaankondigingen. Zie ik ergens een kruisje, een sterretje, een vlindertje of een ander symbooltje dat verwijst naar een overleden broertje of zusje?


INTERVIEW met de moeder van Jip THEMA : gelukkig zijn

We hopen dat we nog een kindje krijgen. Dat houdt ons op de been. Maar ik ben ook al aan het bedenken hoe ons leven vorm gaat krijgen als er geen kind meer komt, want de kans is klein dat het lukt. En dan begint er een tweede rouwfase. Daar zullen we het allebei nog heel zwaar mee krijgen. Maar dan weten we wel hoe het leven eruit gaat zien. We moeten verder. Dat gaat wel lukken, ik zal niet voor een trein springen of zo.

Als er geen kind meer komt zal ik waarschijnlijk anders omgaan met geld. Ik geef het niet zo makkelijk uit. Maar als ik niet meer hoef te 'sparen' voor mijn kind, wat moet ik er dan mee? Dan koop ik die dure spijkerbroek, of die laarzen. En gaan we vaker dingen doen om van het leven te genieten, méér dan met Jip.

Ja, ik denk wel dat ik een ander mens ben geworden door het overlijden van Jip. Maar veel meer nog door zijn geboorte. Dat vond ik een enorme verandering. Daardoor ben ik een watje geworden, heel gevoelig. Ik vind alles erg. Ik kon een nacht wakker liggen van een bericht over een overleden kind. Nu ik weet wat die ouders voelen, heb ik er iets minder moeite mee. Raar eigenlijk.

We gaan keihard vechten om hier uit te komen. Het kan niet zo zijn dat ons leven ophoudt door het overlijden van Jip. Ik geloof niet dat dat de bedoeling is.


Fragment uit het interview met de moeder van Jip, gehouden op 9 november 2006.
Jip is in 2005 plotseling overleden toen hij 4 jaar en 8 maanden oud was. 
In september 2007 is zijn zusje geboren.



DAGBOEK 17 juni 2004

We willen een ander huis. Met een echte tuin, een ruimere woonkamer en een werkkamer voor mij. Vooral die extra kamer en die tuin zijn zeer gewenst. Juist nu, met de naderende zomer, groeit het verlangen om lekker buiten te eten en te genieten van groen en bloei. Maar we kunnen toch niet zomaar weggaan? Justin is hier beneden op de bank geboren en heeft boven opgebaard gelegen. Hij zit in elke vezel. We kunnen hem toch niet achterlaten?

Het is een enorme stap. Verhuizen is onomkeerbaar. Hoe weet je wanneer je daaraan toe bent? Er zijn mensen die geloven dat een ziel niet gebonden is aan een plek en altijd met je meegaat. Konden we het maar uitproberen.




INTERVIEW met de vader van Luuk THEMA : afscheid

Toen ik hoorde dat Luuk gevallen was, ben ik als een bezetene naar hem toe gefietst. Ik wist niet precies wat er aan de hand was, maar het werd wel in een klap duidelijk dat het erg was: ziekenwagens, een traumahelikopter en een heleboel gedoe eromheen. Ik mocht niet bij Luuk. Ik voelde ook geen drang om bij hem te zijn, om zijn hand vast te houden. Ik zag in dat het heel ernstig was.

Er werden verschillende tests uitgevoerd. Daaruit bleek dat er geen hersenactiviteit meer was. Toen ging het hele circus in werking voor orgaandonatie. Dat duurde enorm lang, pas om half vier 's nachts waren alle onderzoeken achter de rug. Wij mochten en konden daar niet bij zijn.

Ook overdag mochten we niet altijd bij hem. Hij lag aan allemaal draden. Zijn lichaam leefde, het was nog warm. Hij heeft bij ons op schoot gezeten, we hebben hem geknuffeld. Voor zover dat ging. Er heerste een idiote sereniteit op de intensive care. We zijn dankbaar voor die momenten. Dat was - in ieder geval voor mij - het emotionele afscheid van zijn actieve leven.

Het was eigenlijk een nachtmerrie waar je zo snel mogelijk uit wilde. De angst over hoe zijn leven zou worden zat er diep in. Ergens midden op de dag, ik moest geloof ik een pyjama gaan halen thuis, heb ik mezelf toegesproken dat ik hoop wilde hebben. HOOP. Al was het maar een duizendste van een procent. Het kon me niet schelen hoe we het zouden moeten gaan doen, ik wilde dat hij bleef leven.

Die hoop heb ik een paar uur gehad. Dat was heel kort en duurde tegelijkertijd een eeuwigheid. Het kaatste alle kanten op, ik was niet verlamd, niet verdoofd, ik had niet de indruk dat ik niet wist wat er gaande was. Het lijkt me onoverkomelijk als je kind zo zwaar verminkt is dat je geen afscheid kunt nemen. Voor mijn gevoel heb ik wel afscheid van Luuk kunnen nemen.


Fragment uit het interview met de vader van Luuk, gehouden op 20 oktober 2006.
Luuk is in 2004 verongelukt tijdens een speelochtendje bij een vriendinnetje. De kinderen zagen kans op een onveilig balkon op de derde verdieping te komen. Luuk is naar beneden gevallen en de volgende ochtend in het ziekenhuis overleden. Hij was toen ruim vijfenhalf jaar oud.



DAGBOEK 8 juni 2004

Gisteren heb ik in een opwelling wat foto's uit de doos 'inplakken' bekeken. Elio spelend met Justin. Wij met z'n vieren aan tafel. Allebei een kind achterop de fiets. Een volle auto. Twee hoofdjes boven de badrand. Het zag er onwerkelijk uit. Het was alsof ik naar een ander leven keek. Zo was het dus. Maar zo voelt het niet meer. Nu al niet meer.


DAGBOEK 5 juni 2012

Beste lezer van mijn blog,

Vandaag geen fragment uit mijn dagboek, geen fragment uit een interview, geen troostlied en ook geen fragment uit een troostboek. Vandaag stel ik je een vraag:

Wat zou je graag willen lezen op mijn blog?

Wat mis je? Waar wil je meer van? Met andere woorden: waar heb je behoefte aan?

Schrijf je antwoord hieronder bij Een reactie plaatsen. 
Tip: denk er niet te veel over na, schrijf gewoon wat er in je opkomt...
Mijn oprechte dank!



         






DAGBOEK 1 juni 2004

Ik stel mijzelf doelen en probeer steeds iets positiefs uit elke activiteit te halen. Het voelt een beetje geforceerd, maar het is nodig. Er komt niet veel van binnenuit. Ik heb regelmatig totaal nergens zin in. Er zijn dagen dat ik blakend van energie bergen verzet en vooral veel dagen dat er helemaal niets uit mijn handen komt.

Ik zit me trouwens vandaag vol te proppen met brood, koek en chocolade. Dat doe ik af en toe. Dan eet ik het verdriet weg. Om mijzelf daarna natuurlijk nog ellendiger te voelen. Gelukkig heb ik niet vaak van die vreetbuien. Wat dat betreft heb ik het aardig onder controle; geen sigaretten, geen alcohol, geen pillen.