Terugreis, tweede dag.
We hebben weer in een chambre d'hôtes overnacht. Al vroeg zaten we aan het ontbijt met drie zwijgzame Fransen. Daarna zijn we in één ruk doorgereden naar Arras. Een prachtige stad waarvan we slechts twee pleinen gezien hebben. Ik voelde me opgejaagd. Wilde zo snel mogelijk naar huis. Voortdurend vechtend tegen een vage hoop dat Justin daar op ons zou wachten.
Tegen zessen reden we de straat in. Pap en mam waren er. Ons huis zag er anders uit met lampionnen voor de ramen, nieuwe planten op de vensterbank, verse rozen en her en der cadeautjes. De tafel was gedekt. Een warm welkom.
Toen ik z'n foto zag staan, met ernaast een brandende kaars, kwam alles er in een keer uit. Ik moest verschrikkelijk huilen. Geen Justin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten