Posts tonen met het label TROOSTBOEK. Alle posts tonen
Posts tonen met het label TROOSTBOEK. Alle posts tonen

TROOSTBOEK Wat is er gebeurd? - Joke Roelfsema

Joke Roelfsema verloor haar 21-jarige zoon in 2017 door een noodlottig ongeval.
Na een donkere 
periode gooide ze het roer om, van manager naar rouwcoach. In het non-fictie boek Wat is er gebeurd? neemt Roelfsema je mee in de zoektocht naar zingeving. Het boek biedt een verdieping in rouw en veerkracht. Aangevuld met tips voor iedereen die met rouw te maken heeft. Speciaal voor werkgevers tips voor rouw op het werk.

In Wat is er gebeurd? probeert Roelfsema de gebeurtenissen te ontrafelen die zich hebben afgespeeld in de week voorafgaand aan het noodlottige ongeval van haar zoon Michiel. We volgen de keuzes die ze maakt na zijn overlijden, haar dalen, maar ook de immense groei die dit haar brengt. Naar aanleiding van verhalen uit haar eigen praktijk legt ze uit wat het betekent om te rouwen en hoe je veerkracht kunt vergroten.

Roelfsema deelt in haar boek ook onhandige uitspraken die ze zelf tegenkwam en die mensen in haar praktijk met haar deelden. Het geeft daarmee ook inzicht in hoe goedbedoelde uitspraken uit de omgeving vaak meer afstand creëren dan steunend zijn.

Aan de hand van uitgebreide interviews met de zus, de bonusouder, de vriend en de leidinggevende wordt duidelijk dat rouw gaat om de band die je hebt met een dierbare die je verliest. Wat is er met hen gebeurd en hoe gaat het nu?

Omdat werk langdurig verzuim voorkomt als de juiste ondersteuning wordt gegeven, is hier een apart hoofdstuk aan gewijd. Re-integratie na verlies kan op een natuurlijke manier versneld worden. Roelfsema geeft tips die plezier in werken, duurzame inzetbaarheid en loyaliteit van medewerkers vergroot. Aandacht voor rouw op het werk helpt niet alleen de rouwende medewerker in het proces, maar ook de collega’s en de organisatie. 

Joke Roelfsema was manager in een grote zorgorganisatie. Tegenwoordig ondersteunt zij als rouwcoach mensen die te maken hebben met veranderingen en verlies. Ze geeft workshops, schrijft artikelen over verlies en rouw en begeleidt met succes organisaties, teams en leidinggevenden die door verandering verlies en rouw ervaren.

ISBN e-book 978 94 93198 47 0 
Uitgeverij Zilt
€ 22,99

(Ik heb het boek - nog - niet gelezen. Bovenstaande tekst komt uit het persbericht van de uitgever)

TROOSTBOEK Zin magazine nummer 2 2022 - Natuur en Annejet van der Zijl

"Vier jaar geleden ben ik totaal onverwacht mijn beste vriendin verloren. Daar heb ik ongelooflijk veel verdriet van gehad. We kenden elkaar vanaf ons negentiende."

Het is het moeilijkste dat ze in haar leven heeft meegemaakt, denkt ze.

 "Dat ik niet lang na haar dood naar Bergen verhuisde is ook omdat ik merkte dat ik in de natuur de meeste troost vind. Karin was pas 57. Dit was gewoon niet de afspraak. Ons idee was dat we later als oude dametjes op een cruiseschip zouden zitten, champagne drinken, en zoals altijd samen het leven zouden uitvogelen."

En dat moet u nu alleen doen.

"Nou, alleen... Ik las een keer iets heel moois: de natuur houdt niet van vacuüms. Als er een boom omgaat in het bos, komen er nieuwe boompjes. Karin is er niet meer, maar er komen andere mensen voor in de plaats. Het kan best zijn dat andere vriendschappen zich de afgelopen jaren hebben verdiept omdat daarvoor nu ruimte is ontstaan. Je voelt je bijna ontrouw, maar dat is zoals het gaat. Het gat wordt opgevuld, al wordt het nooit meer zoals het was."



Interview met Annejet van der Zijl door Liddie Austin.
ZIN magazine nummer 2 2022

TROOSTBOEK flow nummer 1 2023 - Ik mis je

 "Als iemand me vraagt hoeveel kinderen ik heb, zeg ik zonder haperen: drie - en dan hoop ik maar dat ze niet verder vragen, dat ze niet informeren hoe oud ze zijn. Niet omdat ik niet over Jasper wil praten, graag zelfs. Maar als je uitspreekt dat je een zoontje bent verloren, als je duidelijk maakt dat je behalve twee springlevende dochters ook een kind hebt dat net geen vier is geworden, treedt er vaak een enorm ongemak op bij mensen. En het lijkt dan ook nog aan mij om dat ongemak op te heffen.

Opvallend vind ik dat: of je nu in een ver land op vakantie bent of bijpraat met de buurvrouw: een gesprek over kinderen werkt altijd wel verbindend eigenlijk, omdat het zo'n universele en herkenbare ervaring is. Behalve als je kind dood is. Dan veroorzaakt datzelfde gesprek vervreemding en isolatie. Terwijl hij evengoed ons dierbare kind blijft." 


Fragment uit een interview met Janneke, door Fen Verstappen, uit Flow nummer 1 - 2023

TROOSTBOEK Elfduizend meter lief - Jasmin Schreiber

"Het probleem met verdriet is nou eenmaal allereerst de kracht waarmee het komt, los van wat de oorzaak is. Verdriet start op tot het systeem honderd procent geladen is en jij zit ermee en moet het op de een of andere manier overleven, wat het ook getriggerd heeft. Dat je hond doodgaat. Dat je vriend het uitmaakt. Dat je vader het laat afweten. Dat je broertje sterft. Natuurlijk hangt het van de oorzaak af hoe diep het verdriet in je lichaam dringt, hoelang het daar blijft zitten en wat het allemaal stukmaakt. Sommige dingen zijn erger dan andere. Maar wanneer iemand je in je nieren schopt, maakt het in eerste instantie niet uit waarom die persoon dat heeft gedaan, voor het ogenblik ligt ieder van ons op de grond, trekt krom van de pijn en probeert hoe dan ook te ademen. In, uit. In, uit. Het enige wat ik destijds op het randje af nog voor elkaar kreeg, was om niet te stikken."

(bladzijde 17)

Ik ontdekte dit boek onlangs in de bib. Ik ben onder de indruk van de originele manier waarop Jasmin verdriet, pijn en rouw verwoordt. Zonder sentimenteel te worden. En ook nog in een heerlijk verhaal. Aanrader!

'De roadtrip is het begin van een onwaarschijnlijke, maar innige vriendschap. In afwisselend vlijmscherpe dialogen, fantastische plotwendingen en momenten vol van humor en verdriet vinden Paula en Helmut samen hun zin in het leven terug.' 

Uitgeverij Harper Collins Amsterdam, 2020
ISBN 978 94 027 0826 4

TROOSTBOEK Het smalle pad van liefde - Vonne van der Meer

De elf maanden oude Björn, zoon van Floris en Françoise Vrijbloed, broertje van Lucie en Dedé, was op slag dood. Zinloos de gruwelijke details te beschrijven. Kijk niet om, als de vrouw van Lot naar haar brandende stad. Het staren naar ongeluk dat we niet hebben kunnen verhelpen, zal ons afstompen. Laat een paar feiten volstaan: het kind dat vroeg had leren lopen, had al menige val tegen deurpost en tafelrand overleefd maar de stenen van de pier waren hard, de vaart waarmee het lichte karretje erop afstormde te groot.
    Hij heeft niet geleden, een tel hooguit, maar het verdriet van zijn ouders is niet in tijd te meten. Ook maanden later leek het ongeluk soms net gebeurd. Overdag, maar ook midden in de nacht, beleefde de vader alles opnieuw en zag de buggy met zijn zoon weer op de Noordpier afkoersen. Hij riep het beeld niet op, het kwam ongevraagd, en nadat het weggeëbd was leek het alsof hijzelf op een steen was gekwakt.
    Hij hoefde zijn vrouw niets uit te leggen. Zij werd bezocht door dezelfde beelden maar op andere momenten. Toen ze tien jaar geleden verliefd werden, waren ze vaak net vogels in de baltstijd: tegelijkertijd kriebelden ze aan hun oorlelletje en in een café bestelden ze allebei een glas rode port, ze grinnikten om dezelfde grapjes. In rouw gedroegen ze zich heel verschillend, als dieren van een andere soort.

----------

'Hoe leg ik dat uit... Als ik me voorstel dat het echt uitgesloten is dat ik Björn ooit nog terugzie... Dat wil ik niet. Dat kan ik me ook niet voorstellen Maar hoe dat weerzien eruitziet, geen idee. Als ik daaraan denk, heb ik alleen maar vragen. Net als in dat lied van Eric Clapton: "Would you know my name, if I saw you in heaven? Would it be the same, if I saw you in heaven?"'

'In het Twents zeggen ze niet: hij is dood. Maar: hij is oet de tied.'

'Dan is hij dus nog ergens, ja, maar op een volkomen andere manier dan wij kunnen bedenken.'

'Er bestaat niet zoiets als "aan Björn herinnerd worden". Hij zit in ons.'

-----------

Laat ons niet langer stilstaan bij het rampjaar, niet zwelgen in het ongeluk van de kleine Björn en de schaduw die het wierp op ieder die hem liefhad. Gun dit gezin zijn schuwe periode, til de steen niet op waaronder het zich schuilhoudt. Onze tijd is er een van onlesbare nieuwsgierigheid naar het leed van mensen die geen familie, vrienden of buren zijn. De rouwband of de zwarte kleding, eens een teken waarin men al van een afstand zag dat er getreurd werd om ouder of echtgenoot, kind, broer of zusje, wordt niet meer gedragen. Zo maakten onze voorouders kenbaar: daarom is mijn blik naar binnen gekeerd, ben ik mager of juist vadsig geworden. Zwijgzaam, mensenschuw of voortdurend op zoek naar gezelschap. 

De symbolen van rouw zijn verdwenen, verwarring is ervoor in de plaats gekomen. Het rouwzwart is weg uit het straatbeeld, nu staren we naar gemonteerde beelden van betraande gezichten van mensen die we niet eens kennen en dus ook niet kunnen troosten. Dat staren maar niets kunnen doen maakt beschaamd. Schaamte heeft de plaats van mededogen ingenomen en degene die rouwt is eenzamer dan ooit.


bladzijden 18, 21-22, 56

Amsterdam, Atlas Contact, 2013 
ISBN 978-90-254-4123-4

TROOSTBOEK Verschil mag er zijn - Martine F. Delfos

Waarom zet het overlijden van je kind de relatie zo onder druk? Hoe kun je voorkomen dat je keihard uit elkaar groeit en nóg een verlies te verwerken krijgt, namelijk een echtscheiding?

In het boek Verschil mag er zijn van Martine F. Delfos, las ik een interessant antwoord op de eerste vraag: hormonen. Het overlijden van je kind is een zeer stressvolle gebeurtenis. Stress is in feite de toestand waarin men zich in geval van gevaar bevindt. Bij gevaar wordt in de hersenen een signaal afgegeven tot het produceren van (stress)hormonen en ontstaat in het lichaam een keten aan reacties. En dat heeft weer effect op ons gedrag. Mannen en vrouwen verschillen cruciaal op dit punt! Als je dit weet, kun je anders gaan handelen en elkaar aanvullen in plaats van afstoten en misschien een echtscheiding voorkomen.

Ik heb een paar alinea's uit het boek overgenomen en een paar stukjes samengevoegd. Neem even de tijd om ze te lezen, het is de moeite waard!

Stress drijft mannen en vrouwen uit elkaar

Wanneer mensen een belangrijke stress meemaken, vertonen ze hun voorkeursgedrag sterker. Dat betekent in een relatie dat het gedrag heel verschillend kan zijn onder verschillende omstandigheden. Door dit verschil in handelen van mannen en vrouwen bij stress serieus te nemen, kunnen we een aantal problemen tussen mannen en vrouwen beter begrijpen. We zien dit patroon (versimpeld tot: werken versus praten) vaak ontstaan wanneer mannen en vrouwen zich in stressvolle situaties bevinden. De meest pijnlijke daarvan is misschien wel het verlies van een kind, waarschijnlijk de zwaarste rouw die een mens kent. Het risico voor echtscheiding blijkt in deze situatie zeer groot. De aanleiding voor de scheiding is het uit elkaar drijven van mannen en vrouwen door de aard van hun reactie op de pijn van het verlies. Vrouwen nemen het mannen kwalijk dat zij in het werk 'vluchten' en niet meer over hun kind praten.


Een vader die zijn kind verloren heeft vertelt dat hij niet aan 'die praatgroepen' meedoet. Ik moet het doseren, zegt hij. Na een gesprek kan ik op mijn werk twee dagen lang geen deuk in een pakje boter slaan.

Vrouwen kunnen vaak onvoldoende inzien dat werken een - zinvolle - strategie is voor de man om zijn pijn om het verlies te verlichten, zoals voor de vrouw het praten deze functie vervult. Het zijn twéé oplossingen voor het probleem, en niet één. In feite is het zelfs zo dat het twee stukjes zijn die samen de puzzel kunnen leggen.

Het is belangrijk om oog te hebben voor het feit dat het mannelijke gedrag ook een strategie is om niet ziek te worden, terwijl het door vrouwen vaak vertaald wordt als egoïstisch bezig zijn met hun eigen wensen, de vrouw in de steek laten en het verlies vergeten.

Mannen zeggen over hun vrouw in dergelijke situaties vaak: Ze blijft erover bezig, ze blijft erover praten, dat is niet goed, daar wordt ze ziek van. En hij heeft gelijk. De vrouw wordt ziek omdat het praten zittend gebeurt en er te weinig adrenaline wordt omgezet, die de man met zijn activiteiten wel omzet. De vrouw zegt: Hij vlucht in zijn werk; hij komt zichzelf nog wel tegen. En ook zij heeft gelijk. De man 'gebruikt' de adrenaline door zijn werken, maar hij bewerkt ondertussen niet het probleem en zo wordt hij overvallen wanneer hij door omstandigheden (werkeloosheid, pensioen) niet meer kan werken. De stress komt dan onbewerkt bloot te liggen en binnen korte tijd wordt de man vaak ernstig ziek.

TROOSTBOEK Het meesterstuk - Anna Enquist

Ellen?
Ja?
Denk jij nog vaak aan Saar?
Ellen zucht. Een vraag waar geen antwoord op bestaat. Ja, altijd. Nee, nooit. Zonder aan haar te hoeven denken heb ik haar altijd bij me. Het gemis is een hemd dat ik nooit uit kan trekken, ik kan niet ophouden een moeder van een dode dochter te zijn. Diep van binnen ben ik aangetast. Een conditie. Een toestand. Het is zoals ik ben. Ik, dat ben ik met haar, met het gebrek aan haar.





(bladzijde 294 - 295)
Uitgeverij de Arbeiderspers, 1994, ISBN 9029515473



TROOSTBOEK Het leven een handleiding - Stephen Grosz

Over afsluiten

(...)

Alice P. en Edmud K. rouwen, maar ieder op hun eigen manier. Wat ze gemeen hebben is dit: ze lijden nog meer omdat ze niet weten hoe ze deze periode van rouw moeten afsluiten.
Ze lijden nog meer omdat ze allebei verwachten vooruitgang te boeken, door bepaalde stadia van rouw heen te gaan. En wanneer dat niet gebeurt, denken ze dat ze iets verkeerd doen, of preciezer gezegd, dat er aan hen iets niet deugt. Ze lijden dubbel - eerst door de rouw en daarna door de tirannie van het ´ik had en ik zou´: ´ik had me hieraan moeten onttrekken´; ´ik zou niet zo boos moeten zijn´, ´ik had het achter me moeten laten´, enzovoort. Dit is niet de plek voor emotioneel onderzoek of emotioneel begrip. Deze toestand leidt tot zelfhaat, wanhoop, depressie.

Het begrip afsluiten - klaar zijn met rouwen - vindt zijn oorsprong bijna zeker in het werk van Elisabeth Kübler-Ross. In de jaren zestig van de vorige eeuw stelde zij vijf psychologische fasen vast in de ervaring van terminaal zieke patiënten, de laatste ervan is ´aanvaarding´. Zo´n vijfentwintig jaar geleden begonnen Kübler-Ross en tal van andere rouwbegeleiders deze vijf fasen te gebruiken om de ervaringen van stervenden én rouwenden te beschrijven.
Ik heb lang gedacht dat Kübler-Ross ongelijk had. De ´psychologische fasen´ van sterven en rouwen zijn totaal anders. Voor de stervende is er een einde, maar niet voor wie rouwen. Degene die rouwt gaat door met leven en zolang hij leeft zal er altijd de mogelijkheid bestaan om die rouw opnieuw te beleven.

Ieder van ons rouwt op een andere manier, maar in het algemeen verminderen de eerste schok en het verdriet dat door een sterfgeval wordt veroorzaakt na verloop van tijd. Door actief te rouwen voelen we ons steeds beter, hoewel er altijd wel wat verdriet achterblijft. Vakanties en verjaardagen zijn altijd moeilijk. De rouw kan wegebben om dan, zonder waarschuwing, weer volop terug te komen. Het verlies van een kind, een verlies door zelfdoding - vul zelf maar in, kan en zal leiden tot een langdurig rouwproces.

(...)

Mijn ervaring is dat afsluiten een bijzonder overtuigende fantasie van het rouwen is. Het is een verzinsel dat we kunnen liefhebben, verliezen en lijden, en dan vervolgens iets kunnen doen om het rouwproces voor eens en voor altijd af te sluiten. We willen geloven dat we het rouwproces kunnen afsluiten omdat rouw ons kan verrassen en ontregelen - jaren na het verlies zelfs.

(...)

Na dat telefoongesprek schoot de gedachte door me heen dat we naar helderzienden gaan als we onze doden nodig hebben en de eindigheid van de dood niet kunnen aanvaarden. We willen geloven dat de helderziende onze doden terug kan brengen in de wereld van de levenden. Afsluiten is niet minder bedrieglijk - het is de valse hoop dat we onze reëel bestaande rouw kunnen verdoven.


Grosz S, Het leven een handleiding


(bladzijde 206 - 210)
Uitgeverij Atlas Contact Amsterdam/Antwerpen, 2013, ISBN 978 90 450 23892


TROOSTBOEK De rode vogel - Astrid Lindgren & Marit Törnqvist


Voor de laatste maal holden ze als twee grauwe muisjes over het bospad. Het was de koudste dag van de winter. Bij het ademhalen kwam er witte rook uit hun mond, en de pijn stak in al hun nagels.
Anna wikkelde de sjaal zo dicht mogelijk om haar schouders en zei: 'Het is zo koud en ik heb zo'n honger, dit is het ergste wat ik ooit heb meegemaakt.'
Nog nooit hadden ze zo verlangd naar de rode vogel die hen naar de Zonneweide zou brengen.
En daar zat hij, zijn rode kleur stak fel af tegen het wit van de sneeuw. Anna kon weer lachen. 'Nu mag ik voor het laatst naar mijn Zonneweide,' zei ze.
De korte winterdag was bijna afgelopen, het schemerde al en straks zou de nacht beginnen. Maar de vogel schoot als een vuurrode fakkel tussen de sparren door en hij zong de hele tijd, zodat er in dat koude, stille bos wel duizend sneeuwsterren omlaag dwarrelden. Je kon alleen de vogel horen, het bos zweeg van de kou, zelfs het suizen van de dennen was opgehouden.
De vogel vloog kriskras tussen de bomen door, steeds dieper het bos in. Anna en Mattias zwoegden door de sneeuwhopen heen en de Zonneweide leek verder weg dan ooit.
'Nu zal ik wel doodgaan,' zei Anna. 'De kou krijgt mij te pakken voordat ik bij mijn Zonneweide ben.'
Maar de vogel wees de weg, en eindelijk stonden ze voor de deur die ze nu zo goed kenden. Buiten lag een dik pak sneeuw, maar de bloeiende witte takken van de kersenboom staken uit over de muur. De deur stond op een kier.


'Ik heb nog nooit zo erg naar iets verlangd,' zei Anna.
'Nu ben je er,' zei Mattias.  'Nu hoef je niet meer te verlangen.'
'Nee, nu hoef ik niet meer te verlangen,' zei Anna.
Mattias pakte haar bij de hand en nam haar mee de deur door. Naar de Zonneweide, waar het altijd voorjaar was, waar de tere berkenblaadjes naar lente roken, waar duizend vogels in de bomen jubelden, waar de kinderen hun bootjes van boomschors in de lentebeek lieten varen, en waar Moeder in het gras stond en riep: 'Willen al mijn kinderen nu komen!'


Achter hen lag het ijzige winterbos en daar wachtte de nacht. Anna keek door de poort de donkere kou in, en ze rilde.
'Waarom is die deur niet dicht,' zei ze.
'Ach, Anna toch,' zei Mattias, 'als de deur gesloten wordt, dan kan hij nooit meer open, weet je dat niet meer?'
'Ja, ik weet het nog wel,' zei Anna. 'Dan kan hij nooit, nooit meer open.'
Toen keken Mattias en Anna elkaar aan. Ze keken elkaar lang aan en ze lachten stil. Daarna trokken ze de deur heel zachtjes dicht.




Em. Querido's Uitgeverij B.V., 2003, ISBN 09 451 0048 7 / NUR 274

ACTUEEL Zijn naam wordt nog honderd keer per dag genoemd - JAN nr. 9 september 2013

"Soms zegt een vriendin: 'Ik vind het vervelend om over mijn kinderen te vertellen, omdat jij Benjamin niet meer hebt.' Of: 'Ik vraag maar niet hoe het met je gaat, want misschien wil je het er wel niet over hebben.' Maar ik wil het juist altijd over Benjamin hebben. Als iemand vraagt hoeveel kinderen ik heb, kan ik het echt niet over mijn hart verkrijgen om te zeggen dat ik er twee heb. Ik heb drie kinderen. Verder ben ik echt onder de indruk van hoe lief iedereen voor ons is. Luisteren naar hoe de pijn voelt is het enige wat mensen voor ons kunnen doen."


Fragment uit het interview met de moeder van Benjamin in JAN nummer 9, september 2013. 
Benjamin overlijdt in 2011 door een auto-ongeluk. Hij is elf jaar geworden.



TROOSTBOEK Het boek Job - Roek Lips

Een vader die zijn zoon verliest

"Op 17 oktober 2011 verdrinkt Job Lips, achttien jaar oud, in de Spaanse zee. Zijn lichaam wordt nooit teruggevonden. Twee weken na de vermissing van Job begint zijn vader Roek Lips met het beschrijven van zijn emoties. Zijn dagboek mondt uit in een boek, Het boek Job, dat in februari verscheen. Een boek over zijn rouwproces, zijn zoektocht om te leren omgaan met het diepe verdriet en de leegte. In RKK Kruispunt TV vertelt Lips over het gemis van zijn zoon en over zijn zoektocht, waarin hij door verschillende mensen geholpen wordt."


Ik heb het boek nog niet gelezen, maar ben er door de uitzending nieuwsgierig naar geworden! Ik werd getroffen door een aantal uitspraken:

"Daarmee heeft het woord hoop alle betekenis verloren."

"Job is dood en Job leeft meer dan ooit daarvoor."

"Als we niet vastpakken, kunnen we ook niet loslaten."

"Toen kwam er ook weer lucht."

"Voor mij is het mooie van de zee dat de zee overal is. Ik vind het prachtig om bij de zee te zijn en heb 't gevoel dat ik dichterbij Job ben."

"En zo is het."

"Ik heb elke dag het boek wel even vast, het is alsof ik dan een stukje Job vast heb."

"Rouwen doe je ook voor diegene die overleden is. De levende en de dode hebben elkaar daarin nodig."

"Ik ben wel weer zover dat ik nu kan zeggen dat het goed gaat."


Uitgeverij Prometheus, 2013, ISBN 9789044622621

TROOSTBOEK Nooit is voor altijd - Kristof Devos & Claudia Jong


Op straat liepen de mensen met een boog om hen heen.
Of ze staken over.
'Zijn ze bang voor ons?', vroeg de jongen.
'Niet voor ons,' zei mama, 'voor de dood.
Die dragen we een beetje bij ons.
Die zit in onze kleren.'
De jongen dacht aan de eekhoorn,
aan zijn vacht,
aan zijn oogjes.
Het is niet eng, dacht hij.






Davidsfonds Uitgeverij nv, 2013, ISBN 978 90 5908 472 8


TROOSTBOEK Jij bent de liefste - Hans & Monique Hagen


ONZICHTBAAR

een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar 
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint





Em. Querido's Uitgeverij B.V., 2002, ISBN 90 214 64780


TROOSTBOEK Graag veel bloemen - Puck Kooij

Een paar jaar geleden viste ik een boekje uit het rek bij boekhandel De Slegte. Graag veel bloemen. Poëzie rond onze dierbare doden.  Op de achterflap staat: In de overlijdensberichten die dagelijks in de krant staan, komt dikwijls ontroerende poëzie voor. Veelal zijn de dichtregels gekozen uit werk van bekende en gerespecteerde auteurs (...). Zeer sprekend zijn ook de eigengemaakte verzen, eerder bedacht door de overledene zelf of door een naaste. Puck Kooij verzamelde de spreuken en gedichten, rubriceerde ze en nam ze op zoals in de krant verschenen.

Het boekje telt 130 bladzijden, is op van dat beige kladblokpapier gedrukt en komt een beetje knullig en daardoor aandoenlijk over. Als ik de korte teksten lees, zie ik geen overlijdensberichten voor me, maar grafstenen bedekt met klimop op een oude, tikkeltje verwaarloosde, begraafplaats met veel groen, vogels en hier en daar een verzakt bankje.

Ik heb de bloemen gevraagd
voor je te glimlachen
De vogels vroeg ik
voor je te fluiten
en de zon stuurt je
haar warme stralen...

Wie het geluk aan zich bindt
vernielt het gevleugelde leven
maar wie het geluk kust
terwijl het voorbij vliegt
leeft in de zonsopgang
van de eeuwigheid.
(Toyohiko Kagawa)

Leven is geen begin
en evenmin
is dood een einde:
slechts vormen van verandering in het zijnde. 

It is better to have loved and lost
than never have loved at all.

Herinnering, bewaar ze zoals ze waren.
En, herinnering, breng mij vanavond
wat je kunt,
al wat je kunt van die liefde terug...
(Kavafis) 


Thomas Rap te Amsterdam, 1996, ISBN 90 6005 378 8 

TROOSTBOEK Contrapunt - Anna Enquist

Gisteren mocht ik bij de première van Contrapunt zijn.
Wat een mooi toneelstuk! En wat een herkenning...
Ik was erdoor geraakt.

Daarom vandaag een recensie, overgenomen van Musicalsites.

Na een veelbelovende perspresentatie enkele weken geleden, beleefde het muzikale toneelstuk Contrapunt nu haar première in de Leidse Schouwburg. De verwachtingen werden overtroffen, want het was een indrukwekkende voorstelling, met een geweldige cast en meeslepende muziek.


Contrapunt, naar het gelijknamige boek van Anna Enquist, gaat over een moeder die achterblijft en terugkijkt op het leven van haar dochter nadat deze om het leven is gekomen. De rusteloosheid slaat toe: “Wat als..?” Om niet te verdrinken in haar gedachten en grote verdriet, gaat ze aan de slag om de Goldberg-variaties van Bach onder de knie te krijgen. Herinneringen aan de dochter, maar ook Bach komen tot leven en zijn een leidraad om haar weg in het leven weer te vinden.

De gehele voorstelling genieten we van het mooie natuurlijke spel van Janke Dekker als moeder, Nienke Römer als de dochter en Loek Peters als Bach. Woede, verdriet en blijheid komen samen als de moeder tijdens het nu met Bach de stukken instudeert en tegelijkertijd terugkijkt op het leven met haar dochter, wat ons brengt in het toen, waarin duidelijk wordt dat je als moeder af en toe sommige dingen van je kind niet weet. Moeder en Bach zitten in twee verschillenden tijdperken, maar zoals we gaandeweg merken, wel in hetzelfde schuitje, waarbij de vraag past: Waren ze een goede ouder?

Janke Dekker (o.a. Evita, Carmen, Footloose, Kruistocht in Spijkerbroek, Oorlogswinter) speelt vol overgave haar moederrol, maar tegelijkertijd speelt zij ook live enkele delen van de Goldberg-variaties. Niet de makkelijkste opdracht, vandaar dat het geniaal is om te zien hoe ze dat regelmatig ‘even’ doet tijdens de voorstelling. Grote woede, wordt klein verdriet en daarna weer lol met de dochter, allemaal zeer mooi gespeeld.


Nienke Römer (o.a. Rozengeur en Wodka Lime, Verborgen Gebreken, All Stars) speelt een eerlijke, pittige en ook hartverwarmende dochter die zielsveel van haar moeder houdt, maar haar af toe ook even goed op de plaats kan zetten. De dialogen met haar moeder zijn heel naturel en herkenbaar en precies zoals je een moeder-dochterrelatie voor zou kunnen stellen. Zingen was voor de dochter erg belangrijk in haar leven, daarom hoor je Nienke enkele stukjes zingen van het nummer Nature Boy van Nat King Cole, wat ze niet onverdienstelijk doet.

Loek Peters (o.a. Kauwboy, De Eetclub, Penoza, Tony Tien) knalt er in als Johann Sebastian Bach en is een vrij strenge leermeester voor de moeder. Tegelijkertijd merk je ook dat de moeder soms een beetje door de harde kant van Bach heen prikt. Gaat hij veelal bulderend en soms met een humoristische touch door de voorstelling, hij heeft ook enkele rustige, kleine momenten waarin je merkt dat hij ook ergens mee kampt en daar vindt hij een mooie balans in qua spel.


Het decor is zo gemaakt dat alles zich in één ruimte, de huiskamer, kan afspelen en dat wat er buiten gebeurt wordt verteld aan de hand van geluiden, licht en of muziek. De vleugel heeft natuurlijk een prominente plek in het decor, maar ook de wanden van de huiskamer hebben een extraatje; deze zijn doorschijnend op de momenten dat Bach zijn mening laat horen, maar niet op het toneel aanwezig is. Ook aan de kleding is gedacht. Bach draagt zijn beroemde pak en de dochter wordt gekleed in fleurige kleding, net als de spring-in-‘t-veld die ze was. De moeder draagt aan het begin slobberkleren, maar gaandeweg als ze zich sterker voelt worden, verandert ook haar kleding met haar mee. Het is mooi om te zien dat de moeder in de tweede akte dezelfde kleur draagt als de kleding van de dochter, maar tegelijkertijd ook een zelfde stijl broek draagt als Bach. Zo komen ze allemaal samen in één en zie en hoop je vooral dat de moeder op het punt staat zich weer sterker te voelen na haar prestatie met de variaties en haar grote verlies.

Samenvatting van de première (waarin ik ook nog aan het woord kom):



verslag: Rosalie Kyvon
foto's: Wim Lanser

Aantekening 15 januari 2020: de recensie is niet meer op internet te vinden.



TROOSTBOEK The top five regrets of the dying - Bronnie Ware

She was philosophial too about losing her little girl. Tonia had died of leukemia at eight years old. "Losing a child is as bad as everyone says it is. No parent should have to experience it. But they do you know, all over the world, every single day. I am merely one of many." I listened and appreciated the peace that came from her, as she discussed her daughter. "I am glad for her that she didn't suffer for too long. I believe she came into my life to teach me the joy of unconditional love. Since then I have been able to give that to others, even without being related to them. Dear Tonia, my dear little angel."

The memories had faded from being clear pictures in her mind, but had not diminished at all in her heart. Pearl's love for her daughter was as strong as ever. Love doesn't die, she told me joyously. She went on to share how life had been difficult for some time after Tonia's passing, taking quite a few years for the wheels to start turning again properly. But she didn't ever see herself as a victim. Although she knew the pain of losing a child and wouldn't wish that on anyone, she'd also known the joy of having a child, which as she pointed out, not everyone has such opportunity to.

We agreed there is always a gift in any challenge. "People play the victim forever," she continued. "But who are they kidding? They are only robbing themselves. Life doesn't owe you anything. Neither does anyone else. Only you owe yourself. So the best way to make the most out of life is to appreciate the gift of it, and choose not to be a victim."




(bladzijde 80 - 81)
Hay House, 2011, ISBN 978 1 84850 999 3

TROOSTBOEK Die zomer - David Baldacci

  'Ik besefte dat ik alleen maar iets wilde repareren, wat dan ook. Ik wilde de lijst afwerken, doen wat ik geacht werd te doen, en uiteindelijk zou het dan werken. En dan zou alles weer goed zijn.'
    'Maar dat is niet gebeurd?'
    'Nee, dat is niet gebeurd. En weet je waarom?'
    Mikki schudde haar hoofd.
   'Omdat het leven niet zo in elkaar zit. Je kunt alles perfect doen. Alles doen waarvan je vindt dat je het moet doen. Je kunt alle verwachtingen van andere mensen in vervulling laten gaan. En dan krijg je nog steeds niet de resultaten waarvan je denkt dat je ze verdient. Het leven is krankzinnig, om gek van te worden, en vaak is er geen touw aan vast te knopen.' Jack zweeg even en keek zijn dochter aan. 'Mensen die hier niet zouden moeten zijn, zijn er wel, en iemand die hier zou moeten zijn, is er niet. En daar kun je niets aan doen. Je kunt het niet veranderen. Hoe graag je dat misschien ook zou willen. Het heeft niets te maken met verlangens, en alles met de realiteit, die vaak volslagen onbegrijpelijk is.'





(bladzijde 200 - 201)
A.W. Bruna Uitgevers B.V., 2011, ISBN 978 90 229 9947 9  NUR 302

TROOSTBOEK Verdriet - Michael Rosen & Quentin Blake



Dit ben ik. Ik heb verdriet.
Als je deze tekening ziet, denk je misschien dat ik vrolijk ben.
Maar dat is niet zo.
Ik heb verdriet en ik doe alsof ik vrolijk ben.
Omdat ik denk dat mensen mij niet aardig vinden als ik laat
zien dat ik verdriet heb.



                                                          
Soms is verdriet heel groot.
Het is overal in me en om me heen.





Dan zie ik er zo uit.
Ik kan daar niets aan doen.
                                                                                   


Het verdrietigst ben ik als ik aan mijn zoon Eddie denk.
Hij is doodgegaan.
Ik hield ontzettend veel van hem en toch ging hij dood.






Eerste drie bladzijden uit het boek Verdriet
Uitgeverij Hillen BV, 2005, ISBN 90 76766  932 NUR 273

TROOSTBOEK Iep! - Joke van Leeuwen

Warre en Tine wandelden door het landschap bij hun huis. Tine had gezegd dat ze zo alleen zat als Warre weg was. En binnenblijven vond ze opeens moeilijker dan ooit. Viegeltje was er veel te veel niet. Niet aan de tafel, niet op de kast, niet in de mand. Ze was zo overal niet, dat Tine niet niet kon denken aan dat ze er niet was.
 Ze ging daarom eigenlijk toch maar liever mee om naar de vogels te kijken.
Warre vond het goed. En ze mocht ook vaak het boek vasthouden en de verrekijker. Maar naar de lucht kijken, dat lukte niet best. Het verdriet zat nog te zwaar aan de voorkant van haar hoofd.
 Ze besloten naar de stad te gaan. Daar waren veel andere mensen. Ze kenden die niet en ze hoefden ook niets tegen hen te zeggen, maar die andere mensen maakten het minder leeg om hen heen.

'Als ze weg moet vliegen, kan ik het niet tegenhouden, maar ik zou zo graag, zo heel erg graag, nog even DAG kunnen zeggen gá maar als je moet, en haar dan laten gaan. Dat voelt net zo als een punt aan het eind van een zin. Als er een punt staat, kun je een nieuwe zin beginnen. Als er geen punt staat, is de zin niet af, dan weet je niet, dan blijf je almaar, dan denk je nog, snap je...'




(bladzijde 56 - 57)
Libris, 2005, ISBN 90 451 0232 3 / NUR 283

TROOSTBOEK Hélena - Edwin de Vries

Joey kwam naast me staan.
'Pap, van wie hou je het meest: van mij of van mama?'
'Van jou. Wat ik voor jou voel kan ik nooit voor mama voelen.'
'En van wie hou je meer, van mij of van Paulo?'
'Van jou natuurlijk,' zei ik.
'Je mag het rustig zeggen, hoor, als je meer van Paulo houdt.'
'Maar ik hou meer van jou.'
'Waarom dan?'
'Omdat ik jou al zo veel langer ken. Paulo kende ik maar twintig maanden. Als hij nog geleefd zou hebben, zou ik evenveel van hem houden als van jou. Maar nu hij dood is, hou ik van hem met verdriet. Van jou hou ik met vreugde.'




(bladzijde 252)
De Bezige Bij, 2005, ISBN 90 234 1796 8 NUR 301