Posts tonen met het label INTERVIEW afscheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label INTERVIEW afscheid. Alle posts tonen

INTERVIEW met de moeder van Joep THEMA : afscheid

We hebben een dag lang afscheid van Joep mogen nemen. Eigenlijk hebben wij hem toestemming gegeven om te gaan. Hij bleef maar vechten, het leek of hij ons moeilijk los kon laten. Het laatste stukje was onoverkomelijk voor hem. Hij kreeg morfine - drie keer de hoeveelheid voor een volwassene - maar kwam toch bij. Dat was ongelooflijk. Hij heeft ons toen stuk voor stuk aangekeken, zonder iets te zeggen. Dat kon hij niet meer. Zo hebben we afscheid van elkaar genomen. Doordat hij afscheid van mij nam, kon ik afscheid van hem nemen. Vervolgens heeft het nog achtentwintig uur geduurd voordat hij overleed. Door euthanasie.

De dood heeft Joep verlost. Leven was voor hem geen optie meer. We wisten dat het ging gebeuren en waren enigszins voorbereid, alhoewel je toch steeds blijft hopen op een wonder. Maar je weet dat áls er niets verandert, je kind doodgaat. We konden zien, letterlijk zien met onze ogen, en horen en voelen en ruiken dat het echt niet meer ging. Het moest stoppen. We moesten accepteren dat de dood eigenlijk een welkome vriend was.

Het is een traumatische periode geweest. Die onmacht dat je niets meer kunt doen, dat je compleet de controle kwijt bent, hem ziet lijden, zijn pijn niet kunt verminderen... We konden slechts proberen om hem te laten voelen dat we hem steunden. Maar misschien hebben we het hem daardoor moeilijk gemaakt om ons los te laten.


Fragment uit het interview met de moeder van Joep, gehouden op 10 maart 2006.
Joep kreeg hersenvliesontsteking toen hij 9 weken oud was en is de rest van zijn korte leven ziek geweest. In 2004, drie weken nadat de artsen hem hadden opgegeven, is hij na een zware doodstrijd overleden. Joep was toen bijna drie.


INTERVIEW met de moeder van Bartje THEMA : afscheid

Bartje is alleen gestorven. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad. Hij is gestikt tijdens een epileptische aanval. Als ik daaraan denk... Ik heb het weggeduwd, verdrongen, ik wil er niet aan denken, het roept zo vreselijk veel pijn op. Ik probeer voor ogen te houden dat het beter zo is, voor hem. Zijn lijden is voorbij.

Ik wist dat hij dood zou gaan. En ik heb altijd gedacht dat ik er tot het einde toe bij zou zijn. Ik wilde dat proces begeleiden, er voor hem zijn. Dat is een moedergevoel: je hebt hem op de wereld gezet en je wilt bij hem zijn als hij z'n laatste adem uitblaast. Je wilt het afmaken, volbrengen, je wilt je kind ondersteunen, in alles! Ik had tegen hem willen zeggen: 'Wij redden het wel, we zullen veel verdriet hebben om jou, maar je hoeft voor ons niet langer te blijven, te vechten.' Dat hij zo eenzaam was vind ik erg. Ik was er ook niet bij toen Bartje in de kist werd gelegd. Zonder mij hebben ze het deksel erop gedaan. Natuurlijk was hij al dood, het had verder geen enkele zin, maar toch vind ik het erg. Ik heb het niet afgemaakt.

Als je kind overlijdt na een ziekbed is dat, denk ik, minder erg dan wanneer het plotseling overlijdt. Wij waren er 'klaar' voor. We hebben alles gedaan, maar het lukte gewoon niet.Op een gegeven moment was zijn lijden zo groot dat ik dacht: ga maar naar die betere wereld waar je geen last meer zult hebben van een lijf dat tegen je werkt. Toen kwam het geloof de hoek om zetten. Ik gunde het hem. Terwijl ik ook weleens gedacht heb: was jij maar meteen gestorven na de verdrinking.


Fragment uit het interview met de moeder van Bartje, gehouden op 25 juni 2006.
Bartje is bijna verdronken toen hij zestien maanden oud was en daardoor meervoudig gehandicapt geraakt. In 1990 is hij tamelijk onverwacht overleden aan de gevolgen van epilepsie. Hij was toen bijna zeven jaar oud.



INTERVIEW met de vader van Bob THEMA : afscheid

Het moment dat we Bob vasthielden hebben we ervaren als afscheid nemen. Ook al was hij toen al dood. Dat is heel goed geweest, vooral omdat we dat samen met onze kinderen hebben kunnen doen. Ik vond het belangrijk dat we dat als gezin deden. Als het anders was gelopen, hadden met z'n allen blij om het kraambed gezeten. Nu moesten we met totaal tegenovergestelde gevoelens om het sterfwiegje zitten.

Het was de bedoeling dat Bob in ons gezin kwam. Dat is ook gebeurd, maar op een andere manier. Het is het omgekeerde van welkom heten. De concrete functie van afscheid nemen was er natuurlijk niet. Dat speelde hier niet, het was een pasgeboren kindje. We hadden hem eigenlijk amper ontmoet.


Fragment uit het interview met de vader van Bob, gehouden op 15 januari 2006.
In mei 2003 is er met 25 weken zwangerschap een pretecho gemaakt. Daaruit bleek dat Bob een 'duidelijk gecompliceerde hartafwijking' had. Na de (normale) bevalling bleek er veel meer aan de hand te zijn. Bob heeft drie uur geleefd.


INTERVIEW met de vader van Luuk THEMA : afscheid

Toen ik hoorde dat Luuk gevallen was, ben ik als een bezetene naar hem toe gefietst. Ik wist niet precies wat er aan de hand was, maar het werd wel in een klap duidelijk dat het erg was: ziekenwagens, een traumahelikopter en een heleboel gedoe eromheen. Ik mocht niet bij Luuk. Ik voelde ook geen drang om bij hem te zijn, om zijn hand vast te houden. Ik zag in dat het heel ernstig was.

Er werden verschillende tests uitgevoerd. Daaruit bleek dat er geen hersenactiviteit meer was. Toen ging het hele circus in werking voor orgaandonatie. Dat duurde enorm lang, pas om half vier 's nachts waren alle onderzoeken achter de rug. Wij mochten en konden daar niet bij zijn.

Ook overdag mochten we niet altijd bij hem. Hij lag aan allemaal draden. Zijn lichaam leefde, het was nog warm. Hij heeft bij ons op schoot gezeten, we hebben hem geknuffeld. Voor zover dat ging. Er heerste een idiote sereniteit op de intensive care. We zijn dankbaar voor die momenten. Dat was - in ieder geval voor mij - het emotionele afscheid van zijn actieve leven.

Het was eigenlijk een nachtmerrie waar je zo snel mogelijk uit wilde. De angst over hoe zijn leven zou worden zat er diep in. Ergens midden op de dag, ik moest geloof ik een pyjama gaan halen thuis, heb ik mezelf toegesproken dat ik hoop wilde hebben. HOOP. Al was het maar een duizendste van een procent. Het kon me niet schelen hoe we het zouden moeten gaan doen, ik wilde dat hij bleef leven.

Die hoop heb ik een paar uur gehad. Dat was heel kort en duurde tegelijkertijd een eeuwigheid. Het kaatste alle kanten op, ik was niet verlamd, niet verdoofd, ik had niet de indruk dat ik niet wist wat er gaande was. Het lijkt me onoverkomelijk als je kind zo zwaar verminkt is dat je geen afscheid kunt nemen. Voor mijn gevoel heb ik wel afscheid van Luuk kunnen nemen.


Fragment uit het interview met de vader van Luuk, gehouden op 20 oktober 2006.
Luuk is in 2004 verongelukt tijdens een speelochtendje bij een vriendinnetje. De kinderen zagen kans op een onveilig balkon op de derde verdieping te komen. Luuk is naar beneden gevallen en de volgende ochtend in het ziekenhuis overleden. Hij was toen ruim vijfenhalf jaar oud.



INTERVIEW met de moeder van Bob THEMA : afscheid

We wisten dat er van alles mis was met Bob, maar niemand had verwacht dat het zo snel zou gaan. Na de geboorte heb ik hem heel even bij me gehad. Daarna is hij op de IC gereanimeerd totdat wij aangaven dat ze ermee moesten stoppen. In het ziekenhuis hebben we afscheid van hem genomen: we hebben hem vastgehouden en kusjes gegeven. Toen zag hij er nog uit als een baby. Later was hij gewoon dood.

Bob is een dag in het ziekenhuis gebleven. De dag erna hebben we hem opgehaald. Hij leek al niet meer op het beeld dat ik van hem had. Ik vond het moeilijk om hem vast te houden. Hij voelde koud aan.

We zijn ons erg bewust geweest van de laatste momenten, de laatste handelingen. We hebben hem zelf naar het rouwcentrum gebracht. Een uur voor zijn begrafenis hadden we een bijeenkomst met vrienden. Er was wijn en bier. Het was immers óók het vieren van zijn komst. Dat vonden wij belangrijk. Bij ons was het een afscheid én een kennismaking.


Fragment uit het interview met de moeder van Bob, gehouden op 14 november 2005.
In mei 2003 is er met 25 weken zwangerschap een pretecho gemaakt. Daaruit bleek dat Bob een 'duidelijk gecompliceerde hartafwijking' had. Na de (normale) bevalling bleek er veel meer aan de hand te zijn. Bob heeft drie uur geleefd.


INTERVIEW met de moeder van Gijs THEMA : afscheid

Gijs wilde per se niet over zijn ziekte praten. Ik denk dat hij wel geweten heeft dat hij dood zou gaan, maar het is nooit uitgesproken. Ik zag er vreselijk tegenop dat ik de vraag 'Mama ga ik dood?' zou moeten beantwoorden. Dan had ik 'ja' moeten zeggen. Ik kon toch niet zeggen dat het niet zo was? En hoe ga je dan verder? De meningen hierover zijn trouwens verdeeld. Een verpleegkundige vond dat ik het hem moest vertellen omdat het mij anders altijd zou blijven achtervolgen. Maar je gaat toch niet naar je kind toe om te zeggen dat het nooit meer beter wordt?

Het is goed zo. Ik heb er geen last van. Ook niet van het feit dat ik geen afscheid heb kunnen nemen. Hij was in coma, je kon geen contact meer met hem maken. Het ging heel snel. We waren bij hem. Daar ben ik blij om. Mijn grootste angst was dat ik hem 's ochtends dood aan zou treffen.

Ik vind het lastig om te zeggen wat erger is: plotseling overlijden of overlijden na een ziekbed. Bij een ernstig ziekbed - waarbij duidelijk is dat je kind gaat sterven - heb je nog de mogelijkheid om een aantal leuke dingen te doen. Wij zijn bijvoorbeeld naar de Efteling geweest. We namen elke keer een beetje afscheid van iets van Gijs. Hij kon steeds iets niet meer. Het rouwen was in feite al begonnen. Je krijgt reservetijd. Volgens mij word je gek van ellende als je kind plotseling omkomt bij zoiets als een auto-ongeluk.

Het bericht dat hij kanker had, is wel als een mokerslag aangekomen. En het was heel moeilijk om hem te zien aftakelen. Op een gegeven moment kon hij eigenlijk niets meer. Dat was zo erg. Als ik nu foto's zie van een paar dagen voor zijn overlijden kan ik alleen maar denken: wat is dit vreselijk, hem is echt verder lijden bespaard gebleven.


Fragment uit het interview met de moeder van Gijs, gehouden op 3 juli 2006.
In 1999 wordt er bij Gijs een tumor ontdekt bij de hersenstam. De tumor is al te groot om behandeld te kunnen worden. Er wordt door de artsen geen enkele hoop gegeven. Vier maanden na de ontdekking overlijdt Gijs thuis. Hij is zesenhalf jaar oud geworden.


INTERVIEW met de vader van Rosa THEMA : afscheid

Rosa was al een tijdje dood voordat ik besefte dat ze was overleden. Ik dacht dat ze wel weer bij zou komen. Mijn vrouw had het veel eerder door. Ik was kennelijk verdoofd.

Het zijn stadia van afscheid nemen. Je wilt haar niet kwijt, dus je houdt haar bij je. Ik heb niet goed ingeschat dat ze dood zou gaan. Ik was bezig om haar te helpen in leven te blijven. Eigenlijk kan ik niet zo veel met de term afscheid. Ik heb één ervaring gehad. Die was verschrikkelijk. En die heb ik overleefd.

De dood is heel dichtbij gekomen. Ik heb er veel over gelezen. Ik heb erover nagedacht. Ik heb er met mensen over gesproken. Het meest steunend vind ik de opmerkingen van de Dalai Lama over afscheid nemen. Hij zegt: 'Het is verstandig om bij alle mensen waar je iets mee hebt af en toe eens na te denken over hun dood. Dan slaat het je niet zo van de wereld als het gebeurt, dan ben je erop voorbereid.' Dat geloof ik wel. Maar dat breng je niet op bij een kind. Een kind heeft de toekomst, moet leven. Dat is zo'n dwingende gedachte, die staat in de weg bij het voorbereidend nadenken over de dood.


Fragment uit het interview met de vader van Rosa, gehouden op 16 oktober 2006.
Rosa is in 2003 plotseling overleden, ze was toen bijna negen jaar oud.


INTERVIEW met de moeder van Milan THEMA : afscheid

Ik weet niet of Milan het afscheid bewust heeft meegemaakt. Toen ik hem in mijn armen kreeg, was hij nog niet overleden. Ik heb hem vastgehouden zoals je een baby vasthoudt. Ik weet niet meer wat ik gezegd heb. Ik probeerde hem gerust te stellen. We wisten natuurlijk dat het ging gebeuren: we hadden zelf de beslissing genomen. Er was niemand bij. Van tevoren hadden de artsen gewaarschuwd dat hij rare bewegingen kon gaan maken. Dat heeft hij niet gedaan. Milan ging heel rustig. Hij was niet alleen, wij waren bij hem. Het geeft mij een goed gevoel dat ik het zo heb kunnen afsluiten. We hebben afscheid kunnen nemen. Hij is gekomen in mijn armen en hij is gegaan in mijn armen.


Fragment uit het interview met de moeder van Milan, gehouden op 10 mei 2006.
Als Milan twee jaar oud is blijkt dat hij een tekort aan bloedplaatjes heeft. Kinderen krijgen hiervoor geen medicatie en herstellen spontaan. Op een dag in mei 2002 klaagt hij over buikpijn. Hij is misselijk, maar kan niet overgeven. Die nacht reageert hij niet meer. Hij wordt naar het ziekenhuis gebracht en meteen geopereerd. Hij blijkt een hersenbloeding gehad te hebben en is hersendood. Vierentwintig uur later geven zijn ouders toestemming om de beademing te stoppen. Milan is drieënhalf jaar oud geworden.


INTERVIEW met de moeder van Jip THEMA : afscheid

Het ging zo snel, zo onverwacht, we beseften niet dat Jip dood zou gaan. Als een kind overgeeft gaat het niet dood. Het onbegrip blijft. Hoe kon dit gebeuren? Waar is hij nou uiteindelijk aan gestorven? Een gezond kind dat zomaar dood gaat! We hebben een totale obductie laten doen en hoopten dat er iets uit zou komen wat zijn dood verklaart: kanker, een tumor... Iets waarmee hij toch niet lang geleefd zou hebben. Alles was gezond! Hij had alleen een griepvirus.

Je gunt je kind geen pijn, geen lijdensweg. In die zin denk ik dat de plotselinge dood van Jip voor alle partijen het fijnste is. Ik moet er niet aan denken dat ik een kind heb dat kanker heeft en naar het ziekenhuis moet. Afschuwelijk. De enige troost die je dan als ouder hebt is - misschien - dat je kind verlost is van de pijn en de ellende. Maar ik geloof niet dat het invloed heeft op het rouwen. Ook dat kind mis je. Als een kind dood 'moet', dan maar liever zoals met Jip.


Fragment uit het interview met de moeder van Jip, gehouden op 5 november 2006.
Op tweede paasdag 2005 voelt Jip zich niet lekker en moet overgeven. Een paar dagen later constateert de huisarts een keelontsteking en schrijft antibiotica voor. Jip knapt wat op tot hij op de fatale zaterdag z'n medicijn uitspuugt, overgeeft en 's nachts komt te overlijden. Jip was toen ruim vierenhalf jaar oud.


INTERVIEW met de moeder van Jasmijn THEMA : afscheid

Eigenlijk ben ik blij voor Jasmijn dat het zo plotseling is gegaan. Dat klinkt misschien raar, maar als ik geweten had dat ze dood zou gaan, wat had ik dan tegen haar moeten zeggen?

Ik had ook niet gewild dat ze heel lang ziek zou zijn geweest, dat ze had moeten vechten tegen een of andere vreselijke ziekte. Dan kun je afscheid nemen, maar hoe? Moet je dan zeggen: 'Je gaat nu weg bij papa en mama en we zien je niet meer?' Hoe kun je nou afscheid nemen van een kind? Jasmijn overleed tijdens het reanimeren. Als ik haar hand had vastgehouden of zo was dat ook geen afscheid geweest: ik wist niet dat ze dood zou gaan. En ik denk echt niet dat ik het daarna minder zwaar zou hebben gehad.

Ik weet niet wat 'beter' is. Wij hadden geen ziek kind. Ik denk dat het op den duur allebei even erg is. Dat het gemis van een overleden kind in alle gevallen hetzelfde is. Maar dat de schok voor ons groter was door het plotselinge van het overlijden. Als een kind ziek geboren wordt, of later ziek wordt, heb je die klap al gehad op het moment dat je het bericht van de diagnose krijgt. Wij hadden een paar uur voor het overlijden nog een rondspringend kind.


Fragment uit het interview met de moeder van Jasmijn, gehouden op 2 november 2006.
Jasmijn voelde zich op eerste paasdag 2003 niet zo lekker en klaagde over pijn in haar nek.
Twintig uur later is ze overleden aan Meningokokken B sepsis. Ze was ruim vierenhalf jaar oud.


INTERVIEW met de vader van Ariëlle THEMA : afscheid

Het ging helemaal niet goed met Ariëlle toen ik haar op zo'n behandeltafel met wielen neerlegde en de artsen met haar wegrenden. Ze keek me nog een keer aan, daarna zakten haar ogen dicht. Dat was ons afscheid. Maar het was geen bewust afscheid. Helaas.

Dat ik geen afscheid heb kunnen nemen vind ik niet zo erg. Waar ik wel een trauma aan overgehouden heb, is het handelen van de huisarts. Zij heeft niet tegen ons gezegd dat ze aan een hersenvliesontsteking dacht. Ik heb nog steeds het idee dat als zij goed gehandeld had, mijn dochter in ieder geval nog een kans had gehad. Ik ben wél heel erg op tijd geweest. Ik had al om kwart voor zes 's ochtends in het ziekenhuis kunnen zijn. Twee uur eerder, dat is veel in zo'n situatie.

De arts vindt dat ze geen fout heeft gemaakt. Ik vind van wel. Ze moet daarop gewezen worden, dit mag niet nog een keer gebeuren. Het interesseert me helemaal niet of zij dan uit haar functie gezet wordt. Daarin ben ik misschien wat harder geworden. Je bent als arts bezig met mensenlevens. Daar heb je voor gekozen. Als ik fouten maak op mijn werk word ik er ook op afgerekend.

Ik heb de medische geschillencommissie aangeschreven en formulieren ontvangen om een klacht in te dienen. Ik moet een brief schrijven over wat er gebeurd is. Dat heb ik nog niet gedaan. Dan moet ik aan de slag met haar dood. Met de negatieve dingen. Hoe het wellicht voorkomen had kunnen worden. Ik ben daar nu niet toe in staat. Ik ben een paar keer begonnen, maar als ik alleen al de naam van die arts zie voel ik woede. Ze heeft me nog bozer gemaakt dan ik al was door tijdens een gesprek met ons alles naast zich neer te leggen. Huilend is ze weggelopen. Maar ze heeft geen 'sorry' gezegd of  'ik had het anders moeten doen.' Het is het laatste wat ik nog voor Ariëlle kan doen. Misschien doe ik het vooral voor mezelf, zodat ik het los kan laten. Ariëlle zal ik er nooit mee terug krijgen.

Ik weet niet of het erger is om je kind plotseling te verliezen of na een ziekbed. Een lang ziekbed is geen prettige periode. Ik heb vijf uurtjes stress gehad. Ik ben blij dat Ariëlle geen of weinig pijn heeft gehad, dat haar zwaar lijden bespaard is gebleven. Ach, je kind is dood, dát is erg.


Fragment uit het interview met de vader van Ariëlle, gehouden op 16 maart 2006.
Op een woensdag in augustus 2002 heeft Ariëlle lichte verhoging en is wat onrustig. Haar ouders ontdekken twee rode vlekjes op haar buik. Binnen een kwartier zijn dat er vijftien. De volgende morgen overlijdt Ariëlle in het ziekenhuis aan de gevolgen van hersenvliesontsteking. Ze was toen zevenenhalve maand oud.


INTERVIEW met de moeder van Johnny THEMA : afscheid

Ik heb Johnny levend weg zien gaan. Een dag later kwam hij terug in een kist. Het is in een roes gegaan. Ik heb ook geen afscheid genomen van mijn moeder, mijn broer, m'n man. Je zag het wel aankomen, maar kon geen afscheid nemen. Mijn man was al overleden toen ik gewekt werd. Eigenlijk neem je van niemand afscheid. Dat is vreemd. Ik denk dat het verdriet intenser was geweest als ik afscheid had kunnen nemen, dan beleef je het sterker. Ik had meer een schuldvraag: ik had niet goed opgelet.

Als een kind ernstig ziek is, en als je ziet aankomen dat het gaat overlijden, is dat misschien een berusting. Maar het ziekbed moet niet te lang duren. Het is anders bij een verdrinking. Een ziekbed is moeilijker. Daar ga je helemaal in op, je bent er elke dag mee bezig. Je weet niet hoe lang je kind nog moet lijden. Dat lijkt mij zwaarder.


Fragment uit het interview met de moeder van Johnny, gehouden op 23 maart 2006.
In de zomer van 1963 speelde Johnny buiten, op een plek waar hij niet mocht komen met twee meisjes waar hij zelden mee speelde. Hij wilde een stok uit een sloot halen, viel in het water en kon er niet meer uitkomen. Hij is ter plekke overleden. Johnny was vierenhalf jaar oud.


INTERVIEW met de moeder van Luuk THEMA : afscheid

Toen we wisten dat Luuk hersendood was, en zijn lichaam nog helemaal warm was, hebben we hem op schoot genomen. Hij heeft na zijn val nog zestien, zeventien uur geleefd. Dat was allemaal afscheid nemen. Hij heeft mij niet meer gehoord maar ik heb hem wel toegesproken.

We hebben gezocht naar bewijs dat Luuk geen pijn heeft geleden. Het was een soort opluchting om te horen dat z'n hersens zo erg beschadigd waren dat het eigenlijk meteen afgelopen was. Ik had het ondraaglijk gevonden als Luuk bijvoorbeeld op z'n benen terecht was gekomen en een moment van besef had gehad. Dat hij beseft had dat hij daar lag, op die stoep, zonder papa of mama bij hem. Pijn, eenzaamheid en verschrikking roept dat bij mij op. Hij had niet 'beter' neer kunnen komen. Het is een implosie geweest, hij had nauwelijks beschadigingen aan de buitenkant.

Fragment uit het interview met de moeder van Luuk, gehouden op 16 februari 2006.
Luuk is in 2004 verongelukt tijdens een speelochtendje bij een vriendinnetje. De kinderen zagen kans op een onveilig balkon op de derde verdieping te komen. Luuk is naar beneden gevallen en de volgende ochtend in het ziekenhuis overleden. Hij was toen ruim vijfenhalf jaar oud.


INTERVIEW met de vader van Bartje THEMA : afscheid

Kort voordat Bartje doodging hebben we bij ons thuis een heel fijn weekend gehad. Later beschouwde ik dat als afscheid. Ik ben blij dat we dat meegemaakt hebben. Ik heb niet letterlijk afscheid genomen. Als ik dat wel had kunnen doen, was het misschien een kleine troost geweest. Maar ik weet eigenlijk niet of afscheid nemen het verdriet tempert. Zijn dood was een verlossing en een tragedie tegelijkertijd. Het lijden hield op, maar wij verloren - toch nog onverwacht - ons kind voor de tweede keer.

Ik denk dat toen de beerput pas echt werd opengetrokken: toen kwam de lawine aan gevoelens. Als ouder van een ziek kind verdring je de wetenschap dat je kind doodgaat. Maar op het moment dat je kind sterft kun je er niet meer omheen. Dan komt de klap. En ondanks het feit dat we er min of meer op voorbereid waren kwam die keihard aan. Ik weet zeker dat veel vrienden en kennissen gedacht hebben dat het een soort opluchting was en wij eindelijk weer een normaal leven konden gaan leiden. Maar dat was niet zo.


Fragment uit het interview met de vader van Bartje, gehouden op 15 oktober 2006.
Bartje is bijna verdronken toen hij zestien maanden oud was en daardoor meervoudig gehandicapt geraakt. In 1990 is hij overleden aan de gevolgen van epilepsie. Hij was toen bijna zeven jaar oud.


INTERVIEW met de ouders van Nini THEMA : afscheid

Nini heeft gewacht met sterven totdat we er allebei waren. Dat zag je aan haar ogen, je zag dat ze de rust had om zich over te geven. We hebben afscheid van haar kunnen nemen. Dat is belangrijk. Ik denk dat je zonder afscheid niet in staat bent om het af te ronden. Nini was al vaak op de rand van de dood geweest, maar dan vocht ze zo hard dat je wist dat je het recht niet had om in te grijpen. De laatste keer zag je dat het niet anders kon, dat het over was. Dat heeft ons rust gegeven.

Wij waren de eerste ouders ooit in de kliniek die betrokken werden bij het sterfproces. We mochten zeggen hoe we het wilden hebben: de crematie, haar jurk, de muziek. We hebben goede keuzes gemaakt. Het helpt bij het rouwen om te weten dat je dát in ieder geval goed hebt gedaan.

Maar het wegbrengen naar de kliniek is nog veel afschuwelijker en veel akeliger geweest dan het moment van sterven. 'MIJN KIND HOORT THUIS' beukte het in mijn hoofd. Als ik eraan terug denk - nog steeds - en weer dat huilende stemmetje hoor, voel ik me vreselijk.


Fragment uit het interview met de ouders van Nini, gehouden op 30 januari 2006.
Nini is door zuurstoftekort tijdens de geboorte ernstig gehandicapt geraakt.
Ze is in 1982 overleden toen ze bijna zes jaar oud was.


INTERVIEW met de moeder van Floris THEMA : afscheid

Ik heb geen afscheid van Floris kunnen nemen toen hij nog leefde. 'Tot straks' is het enige wat ik tegen hem gezegd heb toen hij met de ambulance weggebracht werd en ik er achteraan kwam in een politiewagen. Maar toen had ik er geen flauw benul van dat hij dood zou gaan. Eigenlijk ben ik wel blij dat ik het niet heb kunnen doen. Ik zou niet weten wat ik tegen hem had moeten zeggen. Nu houd ik vast aan het 'tot straks'. Dat hebben we ook op zijn steen gezet.

Hij heeft geen enorm slepend ziekteproces gehad, we hebben tot de laatste dag van elkaar kunnen genieten. Dat is fijn. Misschien is hem door dit plotselinge overlijden wel iets heel groots bespaard gebleven.


Fragment uit het interview met de moeder van Floris, gehouden op 6 februari 2006.
Floris is op een dag in augustus 2003 een beetje lodderig. Als de vader van Floris 's avonds - voordat hij naar bed gaat - nog even bij de kinderen gaat kijken, treft hij Floris levenloos aan. Anderhalf uur reanimeren mag niet baten. Floris is ruim twee jaar oud geworden. Hij heeft een tweelingzusje.


INTERVIEW met de vader van Jerome THEMA : afscheid

Wat is nou beter: dat je je kunt voorbereiden op de dood van je kind of dat het plotseling overlijdt? Ik denk daar weleens over na. Maar ik weet het antwoord niet, echt niet. Van aanvaarden is gewoon geen sprake bij kinderen, ze mogen niet doodgaan, dat is buiten proporties.

Het is heel goed geweest dat Jerome thuis opgebaard heeft gelegen. We konden elk moment naar hem toe. Ik kon hem nog even zien, aanraken, ik had hem nog even bij me. Dat is heel belangrijk geweest. Ik heb geen afscheid van hem kunnen nemen toen hij nog leefde.


Fragment uit het interview met de vader van Jerome, gehouden op 24 november 2005.
Jerome was gehandicapt. Hij kon niet lopen, niet zitten, niet praten en had het ontwikkelingsniveau van een kind van tien maanden. Op een dag in juli 2003 heeft hij op een onbewaakt moment kans gezien om het zitbroekje van zijn aangepaste wandelwagen los te maken, is onderuit gezakt en gestikt. Jerome is ruim drieënhalf jaar oud geworden.