Ik weet niet of Milan het afscheid bewust heeft meegemaakt. Toen ik hem in mijn armen kreeg, was hij nog niet overleden. Ik heb hem vastgehouden zoals je een baby vasthoudt. Ik weet niet meer wat ik gezegd heb. Ik probeerde hem gerust te stellen. We wisten natuurlijk dat het ging gebeuren: we hadden zelf de beslissing genomen. Er was niemand bij. Van tevoren hadden de artsen gewaarschuwd dat hij rare bewegingen kon gaan maken. Dat heeft hij niet gedaan. Milan ging heel rustig. Hij was niet alleen, wij waren bij hem. Het geeft mij een goed gevoel dat ik het zo heb kunnen afsluiten. We hebben afscheid kunnen nemen. Hij is gekomen in mijn armen en hij is gegaan in mijn armen.
Fragment uit het interview met de moeder van Milan, gehouden op 10 mei 2006.
Als Milan twee jaar oud is blijkt dat hij een tekort aan bloedplaatjes heeft. Kinderen krijgen hiervoor geen medicatie en herstellen spontaan. Op een dag in mei 2002 klaagt hij over buikpijn. Hij is misselijk, maar kan niet overgeven. Die nacht reageert hij niet meer. Hij wordt naar het ziekenhuis gebracht en meteen geopereerd. Hij blijkt een hersenbloeding gehad te hebben en is hersendood. Vierentwintig uur later geven zijn ouders toestemming om de beademing te stoppen. Milan is drieënhalf jaar oud geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten