We hebben tegenstrijdig advies gekregen over het wel of niet betrekken van de kinderen bij het overlijden van Nini. We horen nu pas van onze dochters wat we 'fout' gedaan hebben. Nu ze volwassen worden komen de vragen. Er heeft toch een zwaardere schaduw over hun jonge leven gelegen dan we dachten. Met verstrekkendere gevolgen. De jongste is niet bij de crematie geweest. Dat zouden we nu anders doen. We denken dat vooral onze middelste het als een enorme last heeft ervaren. Zij werd ineens oudste kind. Voelde zich verantwoordelijk voor ons geluk, ons welzijn. Om haar maken we ons het meest zorgen.
Het lastige is dat je niet kunt weten hoe het was als Nini wél was blijven leven. Wat je nu ontdekt is niet te scheiden van de situatie zoals die toen was. Eerst hadden ze een gehandicapt zusje. Later een overleden zusje. Het is moeilijk om te bepalen welke karaktertrekken eigen zijn en welke 'het effect van'.
Je kunt je kinderen niet beschermen tegen wat er in het leven gebeurt. Je kunt wel proberen om ze weerbaar te maken. Door open te zijn en hen te wijzen op mogelijkheden. Wat ze ermee doen, moeten ze zelf weten. Loslaten is het moeilijkste wat er is.
Fragment uit het interview met de ouders van Nini, gehouden op 30 januari 2006.
Nini is door zuurstoftekort tijdens de geboorte ernstig gehandicapt geraakt.
Ze is in 1982 overleden toen ze bijna zes jaar oud was. Haar zusjes waren toen respectievelijk
1 en 2 jaar oud.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten